Het verschil tussen hemel en aarde als beeld voor Jezus en Johannes |
“Die van boven komt, is boven allen; die uit de aarde is
voortgekomen, die is uit de aarde, en spreekt uit de aarde. Die uit den
hemel komt, is boven allen.”
Johannes 3 : 31
Johannes 3 : 31
Het zijn nogal spirituele zinsneden die Johannes de Doper hier gebruikt. En ze moeten juist zijn discipel Johannes hebben aangesproken. De Evangelist Johannes heeft een poëtische en en wat filosofische inslag. De klik tussen deze twee Johannessen boeit me steeds meer.
Wijsgerige woorden
Al eerder had De Doper zulk soort woorden gebruikt over Jezus: “Deze was het, van Welken ik zeide: Die na mij komt, is voor mij geworden, want Hij was eer dan ik.” (Joh. 1:15b) En net als bij het Bijbelboek Openbaringen vraag ik me dan af: zullen de lezers en hoorders van Johannes de Evangelist en Apostel zijn woorden begrepen hebben? Juist ook deze woorden moeten de mensen toch wonderlijk in de oren hebben geklonken? Johannes de Doper stond hier niet op de Areopagus of zo. Nee, er stonden romeinse militairen, tollenaars, hoeren, eenvoudige zielen en farizeeën voor hem.Wat zegt hij daar dan met die woorden “Die na mij zal komen was er al ver voordat ik kwam”? Je dan toch gaat op zijn minst denken aan iemand die je al eerder hebt gezien. Alsof Johannes er een raadseltje van maakt; en is dat wel de bedoeling van preken? Preken behoren toch helder en duidelijk te volgen te zijn? En wanneer de mensen uiteindelijk zien Wie Johannes met die woorden bedoelden – Jezus van Nazareth – dan zullen enkele scherpzinnigen vast opmerken: maar Hij is toch een half jaar na jou geboren, Johannes? Hoezo: eer ik was, was Hij er al? Daarbij komt dat Johannes eigenlijk nergens zijn woorden heeft toegelicht. Hooguit met deze woorden, toen hij Jezus zag komen: “Kijk daar, het Lam Gods!” Moeten we de betekenis van die vreemde woorden misschien zoeken in het antwoord dat God de Vader Zelf geeft: “Deze is Mijn geliefde Zoon…”?
Weerleggende woorden
De woorden van vandaag roepen eveneens zulke vragen op. Laten we eerst eens letten op het doel van deze woorden. Hier worden aarde en hemel tegenover elkaar gezet. En als je goed leest, worden met deze woorden diverse grote monden gesnoerd. Er worden allemaal vragen gesteld over de positie en het gezag van die rabbi uit Nazareth. Hij ontpopt Zich volgens sommigen duidelijk als een concurrent van Johannes. De mensen zetten Johannes en Jezus op één lijn en spelen ze als het ware tegen elkaar uit. En dan grijpt Johannes in. Niet vanwege zijn eigen positie, maar om die van Jezus!Hij zet als het ware een dikke streep onder de woorden van God de Vader: “Deze is Mijn geliefde Zoon”. Hij is geen concurrent; Hij is geen gewoon mens. Hij is afkomstig uit de hemel. Hij is boven alles en allen. En… Zijn woorden hebben veel meer gezag dan de mijne. En daarom formuleerde God de Vader het zo buitengewoon goed op de Berg der Verheerlijking, toen Hij sprak: “Deze is Mijn geliefde Zoon; hoort Hem!”
Jezus is niet een wervelend spreker die al pratend het overzicht in de gaten probeert te houden. Hij hoeft niet continue Zijn woorden te toetsen aan de Schriften, of het allemaal wel klopt wat Hij zegt. Want Hij is de bedenker van het Woord. En wat Hij zegt komt daar naadloos mee overeen. Wat Hij zegt, kun je 1op1 overnemen en blindelings vertrouwen. Het zijn waarachtig weerleggende woorden, die Johannes hier spreekt. Meer dan ik voor mogelijk hield, toen ik ze voor het eerst las.
Weloverwogen woorden
Johannes zegt dat Degene uit de hemel komt, hemelse dingen spreekt. En wie uit de aarde is, dus elk mens, die spreekt uit de aarde. Nu is die term ‘uit de aarde’ bijzonder negatief in ons jargon binnen de kerk. We gebruiken die term vaak, wanneer we de mens op zijn plek willen zetten: wij zijn uit de aarde aards. Maar zo is het hier niet bedoeld. Mensen behoren bij de aarde en spreken – zeker sinds Genesis 3 – op een aards niveau. Ook na ontvangen genade (lees de Kanttekeningen maar). Ook een begaafd prediker, die door de Heilige Geest diepe inzichten mag hebben gekregen, zal de beperking van zijn verstand ervaren, wanneer hij zich al dieper verlustigt in God. Ons verstand is eindig en beperkt. Zelfs grootse denkers komen woorden tekort, wanneer zij Gods innerlijk, Zijn barmhartigheid, Zijn heiligheid etc. zouden moeten beschrijven. Ze zijn immers niet in de hemel geweest en zijn er al helemaal niet opgegroeid. Dat maakt, dat Jezus zulke diepe – en voor de mensen merkwaardige – dingen kon zeggen. Het heeft soms lang geduurd voordat Zijn woorden werden begrepen. Terwijl Hij naar menselijke woorden zocht om het hen duidelijk te maken. Telkens weer blijkt dat we de Heilige Geest nodig hebben om het werkelijk te snappen; en dan toch ook elke keer weer in beperkte mate. Het moet voor Jezus ook een bijzondere kwelling zijn geweest dat Hij zoveel moest uitleggen over Zijn Vader en de hemelse heerlijkheid. Die onkunde, dat onbegrip van ons mensen. Ik begrijp wel dat Hij regelmatig moe was en de eenzaamheid zocht om met Zijn Vader weer op niveau te praten. Ja, ik verhef me er maar niet boven, want hoe vaak praat ik liever op aards niveau – simpel en plat – dan op hemels niveau – diepzinnig en geestelijk hooggestemd? Ook op een Bijbelkring of in een gesprek na de dienst…Waarschuwende woorden
Toch zijn de woorden van de tekst niet denigrerend. Ze zeggen niet dat we als mensen ook maar hemels moeten gaan praten omdat dat aardse zo laag van niveau is. Nee, we kunnen eenvoudig Jezus niet imiteren. Laten we het dan ook niet proberen. Laten we niet gaan praten over dingen waar we als mens geen verstand van hebben. Praat dus niet over geloofszaken, als je tegelijkertijd roept dat je nog eerlijk onbekeerd bent. Spreek ook niet wijsgerig over de hemelse dingen, als je niet een ootmoedige houding wilt aannemen die laat merken dat je slechts zoekt naar woorden. Maar… deze woorden waarschuwen ons tegelijk wel voor het gevaar dat we aards blijven denken en spreken. We moeten staan naar verdieping en groei. En dat kan onmogelijk zonder de Heilige Geest. En hoe zouden we kunnen spreken, als we niet eerst goed hebben geluisterd? Zittend aan Jezus’ voeten. En laten wij, wanneer we spreken, dan ook geen concurrent van Jezus zijn (om de kwestie in onze tekst eens om te draaien) door de aandacht van Hem op ons te vestigen wanneer we wijze dingen roepen en beschouwen. Laat heel ons spreken, net als bij Johannes de Doper, één grote heenwijzing naar Christus zijn. Dan worden onze woorden misschien niet in een boek opgeschreven of in de krant vermeld, maar dan worden ze wel geschreven in het boek van het Lam, in de hemel.En straks, als we eeuwig bij Hem zullen zijn, zullen we niet langer aards spreken, maar hemels denken en aanbidden. Verlang je daar naar? En verlang je ook daar nu al mee bezig te zijn?