vrijdag 15 februari 2019

Van Wie is alles eigenlijk?

En die van het zuiden zullen Ezau's gebergte,
en die van de laagte zullen de Filistijnen erfelijk bezitten;
ja, zij zullen het veld van Efraïm en het veld van Samaria erfelijk bezitten; en Benjamin Gilead.
En de gevankelijk weggevoerden van dit heir der kinderen Israëls,
hetgeen der Kanaänieten was, tot Zarfath toe;
en de gevankelijk weggevoerden van Jeruzalem, hetgeen in Sefarad is,
zij zullen de steden van het zuiden erfelijk bezitten.
En er zullen heilanden op den berg Sions opkomen,
om Ezau's gebergte te richten; en het koninkrijk zal des HEEREN zijn.
Obadja : 19-21

Op deze site vind je een mooi overzicht van de dingen die over Edom in de Bijbel staan; weliswaar in het engels, maar goed om te lezen!

Misschien lijkt het dit keer erg veel 'Bijbeltekst', maar ik wil eigenlijk niet zoveel tijd steken in vers 19-20. Misschien leuk om te weten, maar weinig leerzaam en geestelijk opbouwend. Vandaar dat ik er beknopt iets over zeg en me vooral op vers 21 richt.

Verdeel en heers

Het roofzuchtige 'verdeel en heers', dat je tot op de dag van vandaag bij machthebbers in politiek en maatschappij tegen komt, was Ezau niet vreemd. Grof, onbehouwen en met een mentaliteit van 'survival of the fittest' had hij altijd geleefd. Niets fijnzinnigs, ook niets geraffineerds of geniepigs. Je kon zeggen van Ezau wat je wilde, je wist wel waar je aan toe was. Een confrontatie met hem zou je niet overleven, wat hij kon roven zou hij roven, maar nooit op een achterbakse manier. Eerder lomp als een olifant in een porceleinkast. Ja, dat krijg je als je je van niemand iets aan trekt. Als je leeft vanuit het principe dat jij niemand hoeft te vrezen omdat jouw kracht alle anderen overtreft.
Wel, met datzelfde principe zat God Edom ook 'belonen'. Hun land, evenals dat van de Filistijnen, zal worden verdeeld en anderen zullen er over heersen. Ook de bezittingen van Israël zullen worden verdeeld onder de eenmaal terugkerende stammen van Juda en Benjamin! Vandaar dat je leest over 'die van het zuiden' (Juda) en over Benjamin. Samen worden ze genoemd 'de gevankelijk weggevoerden van Jeruzalem', kortweg het Tweestammenrijk. Je ziet dat ze meer zullen terugkrijgen, dan ze verloren bij de ballingschap! Zo is God; Hij doet geen half werk, wanneer Hij Zijn volk weer herstelt! En dat was een kracht waar Edom totaal niet mee gerekend had. Bij hen was altijd 'de kracht van de korte termijn', het 'nu' en het 'hier'. Pakken wat je krijgen kunt en houden wat je hebt. De geest die onze tijd evenzeer verziekt, overigens. Er is zo'n funest spreekwoord dat luidt: "De een zijn dood (of ongeluk) is de ander zijn brood". Dat is Edom ten top! Wat graai je allemaal bij elkaar? Wat verzamel je en waarvoor? Gaat het je misschien met al je vroomheid toch om het 'hier' en 'nu'?
Dan zal er een tijd aanbreken dat God Zijn oordeel van 'verdeel en heers' ook gaat realiseren. Dat wat je meende te hebben, misschien wel dat ene talent, zal Hij van je nemen en aan een ander geven. Anderen zullen met Hem heersen tot in eeuwigheid en jij zult, wanneer je Hem buiten jouw vrome deur houdt, gemelijk moeten toezien vanuit de hel dat wat jij meende te hebben, nooit echt je bezit was… En het meest trieste en aangrijpende is nog: jij kon beter weten! Toch? Vandaag kun je nog ontkomen aan dat schrikbeeld, vóór het werkelijkheid wordt!

Heers en deel mee

Het laatste vers spreekt ook over heersen. Er zullen heilanden komen die gaan regeren op de bergen van Edom/Ezau. En dat hele gebied zal tot een ander koninkrijk overgaan: Het Koninkrijk des HEEREN! Of iets 'gewoner' gezegd: Het Rijk van alles dat God rechtmatig bezit.
Je voelt wel aan dat dat een profetie over de Messias is. En dat is grotendeels waar. De confrontatie tussen de Messias en Edom zal heftig zijn. Op die al eerder aangehaalde bijbelsite wordt de profetie van Jesaja (Jes. 34) aangehaald:
Want de verbolgenheid des HEEREN is over al de heidenen, en grimmigheid over al hun heir; Hij heeft hen verbannen, Hij heeft ze ter slachting overgegeven.
En hun verslagenen zullen weggeworpen worden, en van hun dode lichamen zal hun stank opgaan; en de bergen zullen smelten van hun bloed.
En al het heir der hemelen zal uitteren, en de hemelen zullen toegerold worden, gelijk een boek, en al hun heir zal afvallen, gelijk een blad van den wijnstok afvalt, en gelijk een vijg afvalt van den vijgeboom.
Want Mijn zwaard is dronken geworden in den hemel; ziet, het zal ten oordeel nederdalen op Edom, en op het volk, hetwelk Ik verbannen heb.
Het zwaard des HEEREN is vol van bloed, het is vet geworden van smeer, van het bloed der lammeren en der bokken, van het smeer der nieren van de rammen; want de HEERE heeft een slachtoffer te Bozra, en een grote slachting in het land der Edomieten.
En de eenhoornen zullen met hen afgaan, en de varren met de stieren; en hun land zal doordronken zijn van het bloed, en hun stof zal van het smeer vet gemaakt worden.
Want het zal zijn de dag der wraak des HEEREN, een jaar der vergeldingen, om Sions twistzaak.
En hun beken zullen in pek verkeerd worden, en hun stof in zwavel; ja, hun aarde zal tot brandend pek worden.
Het zal des nachts of des daags niet uitgeblust worden, tot in der eeuwigheid zal zijn rook opgaan; van geslacht tot geslacht zal het woest zijn, tot in eeuwigheid der eeuwigheden zal niemand daar doorgaan.
Die dag van Gods wraak zal komen, 'vanwege de twistzaak van Sion'! God gaat dus dingen recht zetten en dat zal de verwoesting van Edom inhouden. Er zullen heilanden komen om te richten op de bergen van Edom! Inderdaad dé Messias, Jezus Christus. Maar anders dan je zou verwachten.
Eerder al zal Hij onder-heilanden sturen om Zijn werk uit te voeren. Er zullen vijanden komen die dit gaan uitvoeren. Dat grootse netwerk van Gods plannen zal voor velen wat verborgen blijven; ze overzien niet wat er werkelijk plaatsvindt! Maar met de Bijbel in de hand kunnen jij en ik beter weten!
Er is echter meer te zeggen. Gods oordelen en wraak zijn nooit vanuit emotie en totale verwoesting. Er zit altijd een doel in verborgen: bekering en waarschuwing tot behoud. In die zin krijgt de tekst nog een diepere laag. Heilanden zullen uitgaan, opkomen op de berg Sion (vanuit Gods heiligdom). Hij zal Zijn dienaren sturen om Zijn boodschap te sturen. Prachtig wordt dat verwoordt in de Dordtse Leerregels, die hier Paulus in Romeinen 10 naspreken, en Paulus had het op zijn beurt weer van Jesaja die in hoofdstuk 52 datzelfde zegt:
  1. En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wie Hij wil en wanneer Hij wil; door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus, den Gekruisigde. Want hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Rom. 10:14, 15.
  2. Die dit Evangelie niet geloven, op die blijft de toorn Gods. Maar die het aannemen en den Zaligmaker Jezus met een waarachtig en levend geloof omhelzen, die worden door Hem van den toorn Gods en van het verderf verlost, en met het eeuwige leven begiftigd, Joh. 3:36, Mark. 16:16. 



Moet je eens zien hoeveel zorg de HEERE besteedt aan mensen die puur vijandig naar Hem gericht zijn. Hem negeren, hun eigen pad trekken! Wordt je daar niet stil van? Had je zo'n tekst verwacht aan het einde van zo'n heftige profetie? Zo verrassend is de HEERE. Hij laat ons na Genesis 3 niet aan ons lot over; Hij geeft ons hersenen zodat we voldoende kunnen nadenken over Zijn woorden van leven. Kiest dat heden Wie gij dienen zult…

vrijdag 1 februari 2019

Van een klein vlammetje en een groot veld gortdroge stoppels

En Jakobs huis zal een vuur zijn, en Jozefs huis een vlam, en Ezau's huis tot een stoppel;
en zij zullen tegen hen ontbranden, en zullen ze verteren,
zodat Ezau's huis geen overgeblevene zal hebben; want de HEERE heeft het gesproken.
Obadja : 18


Gisteren behandelden we op de MannenBijbelstudieVereniging in Schoonhoven Psalm 137; een gewraakte wraakpsalm. Dominee F. Hoek nam ons mee door deze Psalm heen naar die laatste verzen waarin wordt gesproken over wraak. En wat voor wraak! "Is dat wel passend bij God?", was de vraag. Of moet het Oude Testament worden gezien als iets achterhaalds en het Nieuwe Testament als de leidraad? Of is de God van het Oude Testament een andere, van Die van het Nieuwe Testament? Is het Jodendom, het Christendom en de Islam op één radicale, gewelddadige hoop te gooien?

Wraak over vijanden

Omdat die Psalm 137 nog zo vers in mijn hoofd zit, wil ik er graag iets van verweven met de tekst van vandaag. Zeker ook omdat in de inleiding van ds. Hoek een link werd gemaakt met de profeten: Jesaja, Jona, Amos en ook Obadja! Hoewel Psalm 137 vooral over Babel gaat, waar het volk in ballingschap zit, en waar men hen spottend vraag om liederen te gaan zingen over de HEERE (Die blijkbaar niet heeft kunnen voorkomen dat het volk werd weggevoerd). En merkwaardig genoeg werd in deze psalm direct de link met Edom gelegd in vers 7: "HEERE! gedenk aan de kinderen van Edom, aan den dag van Jeruzalem; die daar zeiden: Ontbloot ze, ontbloot ze, tot haar fondament toe!" Er wordt dus direct gebeden om wraak, om vernietiging. En dat juist richting het broedervolk Edom. Zo diep zat het probleem dus!
Edom had bij de wegvoering een groots behagen gehad in de verwoesting van Jeruzalem. Dat hebben we al gezien en dat wordt dus nog eens te meer onderstreept door Psalm 137.
Edom maakte zich een vijand van Israël, dat nu eens Jacob en dan weer Jozef wordt genoemd. Ik denk dat je daar niet teveel achter moet zoeken: Jacob of Jozef is puur een poëtische variatie op het volk Israël. Al is het merkwaardig… je zou er toch Jacob en Juda hebben verwacht… Ik pak er Dächsel bij en daar vind ik bij 'Jozef' dit: "Opzettelijk denkt Obadja hier, maar ook alleen hier, aan het noordelijk rijk om de mening te voorkomen, als waren de 10 stammen van deze toekomstige verlossing uitgesloten." Dus er zat wel degelijk een verschil tussen Jacob en Jozef!
Moet je trouwens kijken hoe Dächsel alleen al met een Bijbeltekst omgaat, zodat je bij het lezen van de tekst al direct wat informatie meekrijgt (in vet staat de eigenlijke tekst):

18. En Jakobs huis, het rijk van Juda, zal in dien laatsten tijd een vuur zijn, en Jozefs huis, het rijk van Israël, dat vervolgens onder den tweeden David, den Koning Jezus Christus weer met Juda verenigd zal zijn (Hos. 2:2. Ezech. 37:16. Jer. 31:18), ene vlam, en Ezau’s huis tot enen stoppel (Jes. 5:24; 10:17); en zij zullen, daar zij Gods oordeel (vs. 15 v.) volvoeren, tegen hen ontbranden en zullen ze verteren, zodat Ezau’s huis geen overgeblevene zal hebben. Dat zal zo zeker zijn; want de HEERE heeft het gesproken (Joël 3:13).


Wraak door broeders

Het ging gisteren ook over het gebed om wraak dat niet betekende dat de dichter van Psalm 137 zelf aan de slag ging om die wraak uit te voeren. Dan zou hij wraakgierig zijn. Gebed om wraak moet altijd een gebed om gerechtigheid zijn en moet elementen in zich dragen van het gebed om inkeer en bekering van die vijand. Dat is voor ons mensen soms moeilijk te onderscheiden. Zelfs bij onszelf!
Hier in onze dagtekst lijkt het er sterk op dat Jacob zelf aan de slag gaat en dat Jozef ook zijn steentje bijdraagt met zijn vlammetje.
Gezamenlijk trekken het Tienstammenrijk en het Tweestammenrijk tegen Edom op, zoals Simson met fakkels richting de Filistijnse korenvelden liep en er de vossen mee het koren in joeg. Moet dat nu zo? Moet dat zo tegen broedervolken?
Nou, die vraag is niet helemaal legitiem, met de bespreking van Psalm 137 in mijn achterhoofd. Er is nogal wat aan vooraf gegaan. Het gaat hier maar niet om individuele wraak, haat tegen personen, maar om gerechtigheid. Edom had zich niet alleen misdragen tegen Israël maar ten diepste tegen de God van Jacob! De wraak komt dan ook niet bij Israël vandaan, maar bij de HEERE, Wiens eer gekrenkt is. Soms schakelt Hij daar heidenen bij in. Die op hun beurt 'er zin in krijgen' als we merken dat het hen zo voor de wind gaat met dat wraak uitoefenen. Daardoor gaan ze over de schreef, de grens die God stelde. Zodat ook zij weer onderwerp van Gods straffen worden.
Maar nu schakelt Hij Zijn verbondsvolk in, dat zal fungeren als een brandende lucifer in een veld gortdroge stoppels. Eerder al had God Zelf dat 'huis' van Edom gedevalueerd tot een stoppelveld. Dus er was al wat aan vooraf gegaan… niet zonder waarschuwingen! Hardnekkigheid resulteert in totale vernietiging. De moderne en goddeloze mens is geneigd om dan naar de gestrafte te kijken en die strafmaat langs zijn eigen maatlat te leggen. Het resultaat is steevast: "Dit is buitenproportioneel! Is dat nou een God van liefde?!" Alsof de moderne mens op een God van liefde zit te wachten. Hij koppelt Gods liefde – als hij daar al in gelooft – telkens weer los van Gods toorn en gerechtigheid. Dat werd gisteravond wel duidelijk in Psalm 137.


Wraak van God

Nu we het daar toch over hebben: moet dat nou zo? Psalm 137 eindigt met de kleine kindertjes van Babel die zullen worden gepakt en verplettert op de rotsen. Walgelijk! Is dat nou een God van liefde? Dat kan toch onmogelijk dezelfde God zijn als Die van het Nieuwe Testament?!
Ja dat is Hij toch wel! Alleen … met de komst van Jezus ís het oordeel en de wraak losgelaten op Gods Zoon aan het kruis op Golgotha. En tegelijk wordt het universele recht op de Jongste Dag gedaan (met incidentele uitzonderingen in de tijd). Dat móet wel. De zielen onder het altaar in de hemel roepen erom. En reken maar dat dat gaat gebeuren. Eén van de stelligste uitspraken gisteren vond ik dat je niet moest willen dat de hel leeg bleef. Dat gaat recht in tegen de geest van deze tijd. En toch is het goed om daar over na te denken. En rekening mee te houden. Hoe ga jij die Grote Dag van God tegemoet.
Nog één ding wil ik met je delen. Er werd gisteren gesteld dat velen met afschuw dat laatste vers van Psalm 137 (over die verplettering van kleine kindertjes) lezen en er zich van distantiëren. Ze beschuldigen de dichter ervan dat hij buitensporige wraakgedachten heeft. Hij is een zieke geest, volgens sommige uitleggers.
Maar als we dat beeld niet kunnen verdagen… waarom maakt de moderne mens zich dan wel zo hard voor het recht op abortus, waarbij (super)kleine kindertjes te pletter worden geslagen op de rotsen van onze zogenaamde medische wetenschap en zorg. Waarom vallen we over teksten waarin mensen de dood begeren, terwijl je je mond moet houden als mensen euthanasie begeren? De normen vervagen en de maatstaven waarmee we heden ten dage de ethische zaken meten zijn valse maten. Wat God beschermt in Zijn Woord moet omver; wat Hij verfoeid moet kunnen tegenwoordig.
En als er teveel mensen komen die op het onrecht hierin wijzen, dan moet desnoods God dood. Maar steen voor steen stapelen we een toren tot in de wolken op, om God tot toorn te verwekken. Ik weet het: het is niet meer van deze tijd om daar zo over na te denken. Maar God is ook niet van deze tijd! Hij is van eeuwigheid… en… tot in eeuwigheid. En jij en ik?