vrijdag 18 september 2015

Glunderen over Jezus’ glorie

Fragment uit het bekende altaartstuk van Matthias Grünewald met in het latijns de tekst "Hij moet wassen, ik moet minder worden"

“Die de bruid heeft, is de bruidegom, maar de vriend des bruidegoms,
die staat en hem hoort, verblijdt zich met blijdschap om de stem des bruidegoms.
Zo is dan deze mijn blijdschap vervuld geworden.”

Johannes 3 : 29

Ik zou er wel bij hebben willen staan; wat zou ik graag het gezicht van Johannes hebben gezien, toen hij deze woorden uitsprak! In een preek van ds. C. den Boer las ik mooie dingen; deze zal ik hier en daar doorgeven omdat ze heel waardevol zijn om te overdenken.

Johannes en Johannes

Ds. den Boer zegt: “Het zijn maar enkele woorden, gemeente die ons bewaard zijn gebleven uit de geestelijke nalatenschap van Johannes de Doper. Maar die enkele woorden behoren zonder twijfel tot de geweldigste woorden van heel het Nieuwe Testament. Het woord van de tekst voor de preek van deze morgen is een van die indrukwekkende woorden, ons door de evangelist Johannes overgeleverd. Johannes de Doper brengt daarin zijn relatie met de Heere Jezus onder woorden.”
Deze gedachte deed mij realiseren dat de evangelist Johannes hier vrijwel zeker bij stond en zo kon hij deze emotionele en indrukwekkende woorden op de hem zo bekende manier verwoorden. Johannes was immers een discipel van zijn naamgenoot De Doper? En kort daarop is ook hij weggegaan en is Jezus gevolgd, samen met die andere discipel: Andréas.
De beide Johannessen hebben elkaar hoogstwaarschijnlijk goed aangevoeld. Ze hebben elkaar opgescherpt en deelden een puur, gevoelig en toch evenwichtig geloofsleven. De Doper was misschien wat ruw en recht voor zijn raap, terwijl de Evangelist wat meer een bedachtzame denker was. Zo verschillend kunnen kinderen van God zijn terwijl ze elkaar verstaan, aanvullen en opscherpen. Heerlijk, niet?

Johannes en vreugde

Maar wat maakt Johannes de Doper zo blij? Hij begon toch langzaamaan zijn toppositie te verliezen? Een stap terugdoen is niet gemakkelijk, zeker niet als je zoveel publiek hebt getrokken de afgelopen jaren. Zoveel mensen de waarheid aangezegd, zoveel verteld over het komende Koninkrijk en zoveel mensen mogen dopen. En nu moet hij gaan loslaten. En juist dat blijkt hem met vreugde te vervullen. Dit is waar hij voor had geleefd en gepreekt. Hij heeft dat niet gedaan om de mensen aan zichzelf te binden, maar om ze bij Jezus te krijgen, bij de hemelse Bruidegom. Hier, in deze tekst, noemt Johannes zich de vriend van de Bruidegom en hij is er bijzonder blij mee. Zo dichtbij Jezus… en al die mensen hun bestemming bij Jezus zien krijgen! Ja, dat vervult hem met diepe blijdschap. ‘Chara’, dat is de blijdschap die je in iemand ervaart. Dat gaat haast nog dieper dan ergens blij over zijn.
Dat Jezus aan Zijn eer komt, dat vervult Johannes met blijdschap; sterker nog, hij zegt dat zijn blijdschap vervuld is (verwezenlijkt, tot zijn bestemming is gekomen). Net zoals het Jezus met diepe blijdschap vervult wanneer Zijn Vader aan Zijn eer komt. Dat is toch een hele goede graadmeter voor predikanten, ambtsdragers en jeugdwerkers. Is het ons daarom te doen? En beleven we er ook zo’n vreugde aan, wanneer wij wegvallen en mensen, jongeren wellicht, hun bestemming bereiken bij de HEERE? We zijn slechts vriend van de Bruidegom, maar… dat gaat dieper dan ‘dienstknecht van de Bruidegom’. Immers, Jezus zei tegen Zijn discipelen: “Ik noem jullie niet langer dienaren, maar vrienden. Dienstknechten weten niet wat hun heer doet, maar vrienden des te meer!” Dat zijn diepe woorden!

Johannes en de Bruid

Maar… als Johannes zich de vriend van de Bruidegom noemt, die zich verheugt in het contact dat wordt gelegd tussen Bruidegom en Bruid, waar plaats je Johannes dan? Behoort hij niet tot de Bruid?
Zeker wel. Allereerst moet je letten op wat Johannes in onze tekst zegt: "de vriend des bruidegoms, die staat en hem hoort, verblijdt zich met blijdschap om de stem des bruidegoms." Op het horen van Jezus' gerucht, wordt er bij Johannes van binnen iets losgemaakt. En dat kent hij als van voor zijn geboorte! Toen zijn moeder Elizabeth de Maria hoorde aankomen, spring de ongeboren Johannes al op in haar baarmoeder. Als het ware zie je dat hier zich herhalen. Geweldig! Zeg nou zelf, daar had je toch bij willen zijn? Dat zijn toch prachtige momenten?
Johannes behoorde zelfs van voor zijn geboorte tot de Bruid van Christus. Deze Bruid wordt door Christus geworven (om haar als Bruid te werven, kwam Hij ten hemel af!), maar Hij doet dat middelijk. Onder andere door Zijn wegbereider, Johannes, en tot op de huidige dat door al Zijn verkondigers van deze zeer blijde boodschap. De Bruid zelf is ook werven. De HEERE zet de geworvenen in om verder te werven. Wat heet een missionaire Kerk!

Tot slot nog een citaat uit de preek van ds. den Boer:


"De Heere God kan een mens geen hoger eer bewijzen dan hem te roepen tot de taak van bruidwerver van Jezus. Ooit bracht ik een bezoek bij een ernstig zieke man in het ziekenhuis. Hij kon niet zo goed meer denken. Maar toen ik hem vroeg, of hij wist, wie ik was, zei hij: ‘U bent de boodschappenjongen van God’. Ik vond het een erenaam. Maar wat te denken van de naam die in onze tekst gegeven wordt aan een die bemiddelen mag tussen de Heere Jezus en de mensen? U mag mij ontvangen, gemeente, als een bruidwerver van Christus.[…]
Het is een hoge eer dus: vriend van de Bruidegom Jezus te zijn. Als zodanig mag ook ik u alle goeds vertellen van Hem. Ik mag de liefde van deze Bruidegom breed uitmeten; alsmaar goed van Hem spreken.
Maar ik mag ook iets meer doen. Ik mag ook de bruid van Christus werven. Nu, ik denk, dat er onder mijn gehoor mensen zijn die de Heere Jezus niet kennen en niet liefhebben. De Bijbel vertelt ons, dat wij vijanden van God en van Zijn genade zijn. Van nature hebben we er geen flauw idee van, met hoeveel tegenzin we onze godsdienstige verplichtingen verrichten. Wij moeten van dood levend worden gemaakt.
Welnu, als ik een echte vriend van de Bruidegom Jezus Christus mag zijn, kan ik het niet hebben, dat er hier nog een mens zit die Hem niet liefheeft. Ik moet u uw ‘feilen’ tonen. Ik mag u niet met rust laten. Ik moet u zeggen, dat u tot de bruidsgemeente van Christus mag behoren. Maar als dat u tegenstaat, als u liever uw eigen weg gaat, dan gaat u niet alleen verloren, maar dan bent u ook verloren. Daarom roep ik u toe: ‘Laat u met God verzoenen’. Welnu, zo mag een dienaar van het Woord erbij staan."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten