“Indien
Ik ulieden de aardse dingen gezegd heb, en gij niet gelooft, hoe zult gij
geloven, indien Ik ulieden de hemelse zou zeggen? En niemand is opgevaren in
den hemel, dan Die uit den hemel nedergekomen is, namelijk de Zoon des mensen,
Die in den hemel is.”
Johannes
3 : 12-13
Met
welke motieven wil jij praten over geestelijke zaken? Om indruk te maken? Om
toch vooral heel refo te lijken? Of juist om alles onder kritiek te zetten en
geloof in God irreëel af te schilderen? Praten over geestelijke zaken vereist
ook een levende band met Christus, een toegang tot Gods Vaderhart en de
voortdurende inwerking van de Heilige Geest. Jij bent het niet die geestelijke
dingen bedenkt, maar Hij is het die deze gedachten in je hart ingiet. En nooit
zal deze inspiratie bron van verheffing zijn, maar van vreugde en de drang
anderen er op te attenderen.
Valkuil voor vleselijken
Oppervlakkig vers 12 lezend overkomt jou
misschien hetzelfde als mij. Ik meende dat Jezus zei: “Als je de aardse dingen
al niet snapt, hoe wil je de hemelse dan snappen.” Dat zou dan dus een brug te ver zijn, te hoog gegrepen voor jou. Maar dat zegt Jezus niet; Hij zegt: “Als je al niet tot geloof komt
door wat Ik in aardse bewoordingen zeg, hoe zul je dan wel gaan geloven als ik
met hemelse woorden je oproep tot bekering en wedergeboorte?” Het gaat niet in
eerste instantie om bevattingsvermogen maar om geloof.
Vleselijke mensen – ook heel spirituele of
bevindelijke mondchristenen – zien geestelijke kennis als een bezit. Ze
gebruiken de Gods Woord als een spoorboekje en hanteren de wet om de wet zelf. Daarmee
vallen ze direct door de mand. Helaas hechten velen er toch geloof aan omdat deze mondchristenen zo indringend, bevindelijk, geestelijk, spiritueel of inspirerend praten.
Ze zeggen zulke bijzondere dingen… of zulke vertrouwde 'waarheden'. Daar ligt de valkuil voor vleselijke
religieuzen en daar ligt evenzeer een gevaar voor zoekers die nog niet kunnen
onderscheiden. Laten we oog hebben voor deze zoekers die hierdoor dreigen te
verdwalen!
Begeerte van bekeerden
Hoe belangrijk is het dat zoekers aan Jezus’
voeten terecht komen. Dan vallen wij als ‘begeleiders’ weg en we vinden een
vreugde en vertroosting in het feit dat ze daar zijn waar ze op hun beste plek
zijn! Bekeerden, levendgemaakten of hoe je ze ook wilt omschrijven, gaan
opleven als ze hun Meester horen spreken in Zijn Woord. Als ze goed over
Christus horen preken en als ze als schapen de stem van de Herder herkennen. Ben
jij zo’n schaap van deze Goede Herder?
Dan gaat je hart sneller kloppen als het over
Hem gaat in de preek, in de lectuur die je leest en vooral als je Zijn Woord
leest. Dan wordt je getrokken naar gesprekken waarin goed wordt gesproken over
Hem. Het gaat immers over Hem Die jij liefhebt en Die vooral jouw liefheeft.
En het verlangen naar Hem wordt steeds
sterker. Je voelt je al meer vreemdeling op aarde. Omdat je merkt dat hier een
heel andere geest heerst, een vijandige geest. En die geest doet ook iets met
jouw hart. Voortdurend is er de strijd en al meer komt je wandel (het besef
waar je thuishoort) in de hemel te liggen. Maar zolang je leeft heb je een
taak. Neem het maar zoals het staat over Samuël en over de Heere Jezus zelf:
zij namen toe ik kennis en genade, zowel bij God als bij de mensen! Er zit
ontwikkeling in een christenleven. Het blijft niet steken in het hier en nu,
maar – net als bij de Avondmaalsviering – hef je je hart telkens weer op naar
de hemel, waar Christus is. Ja, daar ben je thuis. Hoe lang nog hier beneden?
Hoe lang nog omringd en aangetast door de zonde? Hoe lang nog verkeerde
gedachten van God? Hoe lang nog zoveel onrecht en benauwdheid in deze wereld?
Gunning door geestelijken
In dit licht komt er een andere visie op het
leven en op geestelijk kennis. Je ziet mensen om je heen in de kerk, die
tastend in het schemer, zo niet in het duister, hun weg gaan. Er komt geen
doorbraak, het blijft maar bij zuchten en steunen. Wat gun je ze het volle licht
van Gods genade! Het volle zicht op de Schrift. Wat bid je vaak om de doorbraak
van Gods Geest in hun leven, zodat ze in ruimte worden gesteld. En wat kan het
teleurstellend zijn als dat niet gebeurt of niet lijkt te gebeuren. In dat
opzicht heb ik grote moeite met predikers die dan al gauw roepen: we moeten
Gods tijd maar afwachten. In zekere zin is dat wel zo, Gods plan is het
doorslaggevende stramien en Zijn tijd is zo vaak niet onze tijd. Maar het probleem dat
ik heb met dit soort gemakkelijke uitspraken is dat mensen snel lijdelijk
worden gemaakt. De Bijbel vuurt ons juist aan tot aanhoudend gebed, alsof ons
leven ervan afhangt. Je gunt anderen geen duisternis en je kunt er ook niet mee
leven als mensen laconiek en traag worden (gemaakt)! De satan vindt dat
namelijk een prima idee, wanneer mensen vooral lijdelijk afwachten. Wees
godsdienstig en doe vooral niets… Hij misbruikt zelfs die Bijbelse waarheid dat
Gods tijd de beste tijd is!
Met de laatste woorden in vers 13 wordt de
aandacht toch uiteindelijk van Johannes de Doper afgevoerd naar de Zoon des
mensen Zelf. Hij is het die als geen ander weet wat hemelse zaken zijn. Hij
weet als enige hoe het zit, hoe het in de hemel is en eraan toe gaat. Je voelt
wel aan dat je bij Christus aan het meest juiste en enig juiste adres bent. Wat is er
nog veel te leren en wat kan Hij die ervaring en kennis goed doceren en
doseren! Kom erbij en neem plaats aan Zijn voeten. Ook aan Zijn tafel mag ik
aan Zijn voeten zitten en op Hem gericht zijn. Hij heeft grotelijks begeert…
zou ik dan niet grotelijks begeren? Ik gun je diezelfde intense begeerte naar
Hem. Hij is de hemel op aarde en vertegenwoordigt de aarde in de hemel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten