"En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden; opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe."
Johannes 3 : 14-15
Wie de titel van deze bijbelstudie leest zal wellicht zijn wenkbrauwen fronsen. Christen de tweede slang? Dat Hij de tweede Adam is, kunnen we nog wel plaatsen, maar de tweede slang?! Het is enerzijds zo'n bekende zin, die Jezus hier gebruikt, maar anderzijds zo'n merkwaardige vergelijking. Hij neemt het historische voorval uit Numeri 21 en laat dat illustratie zijn voor de kern van Zijn werk op aarde. De koperen slang uit Numeri 21 krijgt een diepere lading en mag vanaf nu een afschaduwing, een heenwijzing, zijn voor allen die deze geschiedenis lezen. Of… wat het dat al in Mozes' dagen?
Vergelijking
Het is soms een 'kunst' om in een geschiedenis uit het Oude Testament een typering aan te wijzen van Christus. Mozes was een type van Christus en Jozef, Abel, Samuël, Salomo… Inderdaad zitten er typische dingen in hun werk of karakter die kenmerkend zijn voor Christus. Al moet je voorzichtig zijn daar overgeestelijke lading aan te geven, want van 'type-aanduidingen kunnen aanwijzen' word je niet zalig. Wel kunnen sommige personen als illustratie dienen voor Christus en Zijn werk. Zo ook deze koperen slang.
Het liep helaas slecht af met die slang. In de dagen van Hizkia bedreef men afgoderij met dat koperen ding en ontleende er allerlei occulte gaven aan. De koning vernietigde het ding om zo de afgoderij uit te roeien. Lees maar in 2 Koningen 18: "En hij verbrijzelde de koperen slang, die Mozes gemaakt had, omdat de kinderen Israëls tot die dagen toe haar gerookt hadden; en hij noemde haar Nehustan." Met de naamgeving 'Nechushtan' degradeerde Hizkia de koperen slang tot 'ding van koper'.
Het liep helaas slecht af met die slang. In de dagen van Hizkia bedreef men afgoderij met dat koperen ding en ontleende er allerlei occulte gaven aan. De koning vernietigde het ding om zo de afgoderij uit te roeien. Lees maar in 2 Koningen 18: "En hij verbrijzelde de koperen slang, die Mozes gemaakt had, omdat de kinderen Israëls tot die dagen toe haar gerookt hadden; en hij noemde haar Nehustan." Met de naamgeving 'Nechushtan' degradeerde Hizkia de koperen slang tot 'ding van koper'.
Maar de vergelijking die Jezus in die koperen slang ten opzichte van Zichzelf maakt is van een hogere orde. Hij neemt dat later verafgoodde ding weer in haar oorspronkelijke betekenis en hing er de lading 'redding' aan.
Verhoging
Op dezelfde manier als Mozes de slang verhoogde in de woestijn, moet ook de Zoon des mensen worden verhoogd. Er moest geen aanbidding van het ding geven, maar van Jehova, de Verbondsgod Die dit middel ter verlossing gaf. Zou Jezus met dit voorbeeld misschien ook de aandacht van Zichzelf willen wenden en op Zijn Vader richten?
Het tweede vergelijkingspunt met de koperen slang is het volgende. Hoe werd de slang gemaakt en zichtbaar verhoogd? We lezen in vers 8 van Numeri 21: "Maak u een vurige slang, en stel ze op een stang". En zo deed Mozes het ook. Slang: er staat in de grondtekst 'seraph', hetzelfde woord al voor een engel! In dit verband ging het natuurlijk om een 'vurige' (giftige) slang. En deze moest worden bevestigd op een stang, een banier of mast. Je moet eerder denken aan een houten stok dan aan een metalen stang.
De HEERE beval een 'vurige slang' te maken en Mozes maakt een 'koperen slang'. Daar staat echt een ander woord; al weet ik niet of er veel betekenisverschil in zit. In ieder geval is dus 'vurige slang' een seraph en 'koperen slang' is in het hebreeuws een dubbel, bijna enigszins hetzelfde klinkend, woord: 'nachosheth nachash'.
En deze koperen slang moest worden verhoogd. Iedereen moest hem kunnen zien, zodat niemand ooit kon zeggen: "Ja, ik heb hem niet kunnen zien…" Temidden van de poel der zonde, toont God overduidelijk Zijn genade!
Het zien op de koperen slang richtte stervende zondaars weer op en vernieuwde hun leven.
Wat denk je: gaan al die vergelijkingen niet op bij Christus?
Het tweede vergelijkingspunt met de koperen slang is het volgende. Hoe werd de slang gemaakt en zichtbaar verhoogd? We lezen in vers 8 van Numeri 21: "Maak u een vurige slang, en stel ze op een stang". En zo deed Mozes het ook. Slang: er staat in de grondtekst 'seraph', hetzelfde woord al voor een engel! In dit verband ging het natuurlijk om een 'vurige' (giftige) slang. En deze moest worden bevestigd op een stang, een banier of mast. Je moet eerder denken aan een houten stok dan aan een metalen stang.
De HEERE beval een 'vurige slang' te maken en Mozes maakt een 'koperen slang'. Daar staat echt een ander woord; al weet ik niet of er veel betekenisverschil in zit. In ieder geval is dus 'vurige slang' een seraph en 'koperen slang' is in het hebreeuws een dubbel, bijna enigszins hetzelfde klinkend, woord: 'nachosheth nachash'.
En deze koperen slang moest worden verhoogd. Iedereen moest hem kunnen zien, zodat niemand ooit kon zeggen: "Ja, ik heb hem niet kunnen zien…" Temidden van de poel der zonde, toont God overduidelijk Zijn genade!
Het zien op de koperen slang richtte stervende zondaars weer op en vernieuwde hun leven.
Wat denk je: gaan al die vergelijkingen niet op bij Christus?
- Hij wendde de aandacht af van Zichzelf en toonde de mensheid het barmhartige hart van Zijn Vader;
- Hij, de seraph, de Engel des Heeren, hing als slang, als misdadiger, in mijn plaats;
- Waar de koperen slang schitterde in de brandende zon, daar versmachtte Christus in de brandende zon en onder de hitte van Gods toorn;
- Hij hing daar duidelijk zichtbaar voor iedereen;
- Hij werd verhoogd , opdat Hij gevallen Adamskinderen, door op Hem te zien, weer tot leven zou brengen, oprichten, ja, verhogen tot in alle eeuwigheid.
Verlossing
Dat laatste benadrukt Jezus ook in vers 15: "Opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe." In de geschiedenis van Mozes lezen we het volgende: "En Mozes maakte een koperen slang, en stelde ze op een stang; en het
geschiedde, als een slang iemand beet, zo zag hij de koperen slang aan,
en hij bleef levend" (Numeri 21 : 9). Natuurlijk vertegenwoordigt dat enkelvoudige 'iemand' al die mensen die keken en genezen werden. Elk individu afzonderlijk, geloof en wedergeboorte zijn persoonlijke zaken.
Toch zie ik ook dat bijna letterlijk in vervulling gaan op Golgotha. Daar hing iemand, gebeten door de slang der zonde; nog even en hij zou sterven aan dit kruis. Echter… zijn blik werd getrokken door de middelste Kruiseling. Hij leerde in enkele seconden (en hoeveel meer tijd hadden de gebetenen in het kamp van Israël?) werkelijk zien op Jezus. En toen hoorde hij die hemelse klanken: "Heden zult bij met Mij in het paradijs zijn!" Niet een vrome farizeër of een van degenen die de verlossing te Jeruzalem verwachtten, maar een moordenaar staat hier symbool voor al die 'gebetenen' die werkelijk leerden zien op Christus en hebben ervaren dat er genade op Zijn lippen is uitgestort!
Verlossing door Zijn bloed… Die 'vurige slang' was slechts een koper ding. Dat kon niet zaligen. Maar deze Jezus is hét Lam van God dat de zonde der wereld wegdraagt.
Toch zie ik ook dat bijna letterlijk in vervulling gaan op Golgotha. Daar hing iemand, gebeten door de slang der zonde; nog even en hij zou sterven aan dit kruis. Echter… zijn blik werd getrokken door de middelste Kruiseling. Hij leerde in enkele seconden (en hoeveel meer tijd hadden de gebetenen in het kamp van Israël?) werkelijk zien op Jezus. En toen hoorde hij die hemelse klanken: "Heden zult bij met Mij in het paradijs zijn!" Niet een vrome farizeër of een van degenen die de verlossing te Jeruzalem verwachtten, maar een moordenaar staat hier symbool voor al die 'gebetenen' die werkelijk leerden zien op Christus en hebben ervaren dat er genade op Zijn lippen is uitgestort!
Verlossing door Zijn bloed… Die 'vurige slang' was slechts een koper ding. Dat kon niet zaligen. Maar deze Jezus is hét Lam van God dat de zonde der wereld wegdraagt.
Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten,
in deze zee verzinken mijn gedachten:
o liefde die, om zondaars te bevrijden,
zo zwaar moest lijden.
'k Zie U, God zelf, in eeuwigheid geprezen,
tot in de dood als mens gehoorzaam wezen,
in onze plaats gemarteld en geslagen,
de zonde dragen.
Dit breekt mijn trots. Waar zou ik nog op bogen?
Ik lig in ’t stof, maar God komt mij verhogen,
nu ik van vijand Gods en tegenstander
in vriend verander.
Daar Ge_U voor mij hebt in de dood gegeven,
hoe zou ik naar mijn eigen wil nog leven?
Zou ik aan U voor zulk een bitter lijden
mijn hart niet wijden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten