dinsdag 30 december 2014

Het effect van de kerstpreek

"En het geschiedde, als de engelen van hen weggevaren waren naar den hemel, dat de herders tot elkander zeiden: Laat ons dan heengaan naar Bethlehem, en laat ons zien het woord, dat er geschied is, hetwelk de Heere ons heeft verkondigd."
Lukas 2 : 15

De inhoud van wat de engelen zingen sla ik over; daar zegt ds. Viervant zulke diepe en brede dingen over, die je eigenlijk zo zou moeten lezen. Wellicht zet ik nog een keer de hele preek in deze blogs (die heb ik in 2006 reeds hertaald). Waar het me vandaag om gaat is dit: wat gebeurt er, als de engelen teruggaan naar de hemel? Het woordje teruggaan suggereert overigens dat zij dus inderdaad beneden, op de aarde waren. En die gedachte uit de preek van ds. Viervant – die ik daarnet in de Bijbelstudie van gisteren heb toegevoegd – wordt daarmee ondersteund. Herhaaldelijk bepaalt deze predikant ons erbij dat engelen zo zeer betrokken zijn op het gebeuren op aarde; en specifiek in de harten van mensen. In wat God doet aan mensen, putten zij stof om Hem nog groter te maken.
Maar nu onze tekst: "…als de engelen van hen weggevaren waren naar de hemel…". Je bent geneigd om dan nu dus naar de herders te gaan kijken. Maar wacht even… let nog eens op de engelen! Wat zullen ze nu doen? Zullen ze zeggen: "Zo, we hebben de boodschap gebracht; onze taak is keurig uitgevoerd en de herders moeten maar zien wat ze ermee doen?" Nee, zeker niet. Dat zou tot oneer van God zijn. Ooit preekte een dominee bij ons en die zijn (doop)preek afsloot met ongeveer deze woorden: "Wat ik moest zeggen heb ik gezegd." Een andere predikant zei eens tegen me: "We hebben slechts te zaaien en God moet de wasdom geven." Maar zou dat de juiste betrokkenheid op het effect van de prediking zijn? En het 'Ere zij God' is immers ook een preek met alle erop en er aan in een notendop?!

Laten we ietsje afstand nemen van de herders. De engelen zijn teruggegaan naar de hemel. De boodschappers keerden terug naar Hem Die deze majestueuze boodschap aan de mensen bekend liet maken. Maar her en der in de Schrift lezen we toch over een grote betrokkenheid van de hemel op de aarde?! Zo staat er in Lukas 15 : 10 "Alzo, zeg Ik ulieden, is er blijdschap voor de engelen Gods over een zondaar, die zich bekeert." En op andere plaatsen wordt er gesproken over blijdschap in de hemel. Heb je daar wel eens bij stilgestaan? Dat engelen van vreugde opspringen als er slechts eentje zich bekeert; laat staan als een heel volk zich bekeert! Dat getuigt van een grote betrokkenheid van deze heilige troongeesten. En als Petrus in zijn eerste zendbrief schrijft dat de engelen begerig zijn in te zien in het verlossingswerk van de mens, terwijl het hen zelf niet betreft (!), dan geeft ook dát aan dat de engelen zeer betrokken op, ja zelfs met verlangen vervuld worden, om te zien hoe God te werk gaat; om Hem er nog dieper door te kennen en heerlijker om te verhogen en aanbidden. Woorden schieten te kort als je daarover nadenkt! En wat een les voor ons mensen, die het juist wél betreft!

Er is dus blijkbaar ook zicht op wat er op aarde gebeurt; hoe, dat weet ik niet, maar dit stel ik me erbij voor, op basis van wat ik lees in de Bijbel. Er zijn altijd engelen op aarde. En bij tijden worden zij door God zichtbaar gemaakt. We lezen bijvoorbeeld bij die dromende Jacob dat hij een ladder zag en de engelen klommen óp en neer! Ze waren er dus en klommen op naar de hemel terug en daalden weer af. En Jezus Zelf zegt in Johannes 1 tegen Nathanaël: "Van nu aan zult gij den hemel zien geopend, en de engelen Gods opklimmende en nederdalende op den Zoon des mensen." Ook weer die volgorde 'op' en 'neer'.
Wat doen zij? Brengen zij soms bericht van de aarde tot voor de troon van God? Zoals ook in de visoenen van Zacharia bijvoorbeeld engelen worden uitgezonden om de aarde te doorzoeken? En zeggen wij in onze kringen ook niet vaak dat in de kerkdiensten de engelen aanwezig zijn (en dat zij de lege plaatsten met graagte opvullen om zo Gods huis te vervullen)? Die neerdalende engelen hebben God gezien en horen spreken en neergedaald checken zij wat zij daarvan zien op aarde. En andersom zien de opklimmende engelen zaken gebeuren en gezegd worden op aarde en brengen die voor Gods troon en daar te zien en te horen hoe God daarop reageert.
Het is niet toevallig dat we juist in deze geschiedenissen lezen over Maria die al die dingen bewaart en die overlegt in haar hart. Zij laat daar iets zien van wat de engelen en al Gods kinderen doen. Niet alles snappen ze direct. De engelen – hoe volmaakt – ook niet, omdat ze ten diepste de verlossing niet kennen, zoals mensen die kennen. Dat is mediteren, dat is gemeenschap oefenen met de HEERE en dat is Zijn Woord overdenken en overwegen.

En nu onze tekst… de engelen zijn teruggegaan en voor de herders onzichtbaar geworden, even plots als ze verschenen. Maar razend betrokken kijken ze met spanning toe wat Gods boodschap bij de herders teweeg zal brengen. Wat zal dit in die herderharten gaan doen? Met eerbied beschrijf ik het op menselijke wijze. Ze hebben elkaar in heilige verrukking aangestoten toen ze de herders hoorden zeggen "Laten we gaan…". Ze zijn vol vreugde overeind gekomen toen zij hen hoorden zeggen: "…en laten we gaan zien…" En wat zal het hen geraakt hebben dat de herders als stimulans noemden "het woord dat er geschied is en dat de Heere ons heeft laten verkondigen". Wat een vreugde kan dat voor een predikant zijn, als hij merkt dat de preek iets uitwerkt bij de toehoorders. Zo ook hier!
En toen de herders uiteindelijk ook daadwerkelijk gingen, zijn ze vast in een nieuw 'Ere zij God' uitgebarsten; immers God, voor Wie zij mogen staan en werken, heeft behagen in mensen! Welbehagen! Wát een God! Vreugde in de hemel over herders die gehoorzaamden, geraakt door het woord, getrokken door Gods Geest en verlangend naar de geboren Koning.

De hemel looft, o HEER, Uw wond'ren dag en nacht;
Uw waarheid wordt op aard' de glorie toegebracht,
Daar Uw geheiligd volk van Uwe trouw mag zingen;
Want wie is U gelijk bij al de hemelingen?
En, welke vorsten ooit het aard'rijk moog' bevatten,
Wie hunner is, o HEER, met U gelijk te schatten? 
En jij? Wat brachten de kerstpreken in jouw hart teweeg?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten