"Looft den Heere, mijn ziel! En vergeet géén van Zijn weldaden" (Ps. 103:2).
"Dankt den Heere, roept Zijn Naam aan,maakt Zijn daden bekend onder de volkeren; vermeldt dat Zijn Naam verhoogd is. Psalmzingt den Heere, want Hij heeft heerlijke dingen gedaan, zulks zij bekend op de ganse aardbodem. Juicht en zingt vrolijk, gij inwoners van Sion; want de Heilige Israëls is groot in het midden van u" (Jes. 12:4-6).
Dankbaarheid bestaat uit:
Dankbaarheid bestaat uit:
- Het kennen, bewonderen en op waarde schatten van alles dat je hebt ontvangen van de Heere bij en rondom de viering van het Avondmaal. Maar even goed ook van het gehele werk van de Heere Jezus. En van alles dat de Heere belooft in het Genadeverbond. Wees ook bewust dankbaar voor elke goede ingeving of gedachte in je hart en voor hoe de Heere je ontmoette in het Avondmaal. "Daarom, hoe kostelijk zijn mij, o God, Uw gedachten! Hoe machtig veel zijn haar sommen! Zou ik ze niet tellen? Ze zijn meer dan het zand" (Ps. 139:17). Wie de waarde niet kent van wat hij ontvangen heeft, kan niet dankbaar zijn.
- Het erkennen dat die dingen die je hebt mogen ontvangen van de Heere bij het Avondmaal ook je eigendom zijn. "Die mij heeft liefgehad, en Zichzelf voor mij overgegeven heeft" (Gal. 2:20). Het eigendom (of bezitten) maakt blij en maakt het hart dankbaar.
- Het erkennen van Gods vrije (soevereine en genadige) goedheid, als een fontein waaruit al die schitterende weldaden opborrelden. "Weet dat de Heere God is; Hij heeft ons gemaakt, en niet wij, Zijn volk en de schapen van Zijn weide" (Ps. 100:3). Goedheid verdubbelt de (waarde van) de gift.
- Het laten zien en merken van je blijdschap voor de Heere, vanwege alles dat je van Hem hebt mogen ontvangen, of dat nu veel is of weinig. "Want Gij hebt ons verblijd, Heere! Met Uw daden. Ik zal juichen over de werken van Uw handen" (Ps. 92:5). Een blijde Gever, eist een blijde ontvanger.
- De lust om iets terug te doen voor de Heere. "Wat zal ik de Heere vergelden voor al Zijn weldaden aan mij bewezen? Ik zal de beker der verlossing opnemen en de Naam van de Heere aanroepen" (Ps. 116:12-13). Hoewel we natuurlijk niets kunnen aanbieden als tegenprestatie, worden we wel opgeroepen tot het verlangen en de lust om iets terug te doen uit dankbaarheid aan de Heere.
- Het loven, roemen en prijzen van Gods goedheid, genade en weldadigheid, die zichtbaar werden in die dingen die we ontvingen van de Heere. "Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk; opdat u zou verkondigen de deugden van Degene Die u uit de duisternis heeft geroepen tot Zijn wonderbaar licht" (1 Petr. 2:9).
- Het vrijmoedig vertellen van Gods daden. Als je soms in gezelschap bent van mensen die in jouw beleving veel meer van de Heere kennen (Hem al veel langer dienen of de dingen veel beter kunnen verwoorden), aarzel dan niet om tóch met elkaar te delen hoe het je is vergaan bij het Avondmaal. Dat kan heel nuttig zijn en verbondenheid geven, voor jou, zowel als degenen tegen wie je dit mag vertellen. De een herkent er iets in dat in zijn eigen hart ook zo leeft; de ander wordt er door vertroost; een derde wordt aangemoedigd in het zoeken van de Heere. Er ontstaat niet zelden het verlangen om samen de Heere te danken met Psalmen en gebeden. "Komt, hoort toe, o gij allen die God vreest, en ik zal vertellen, wat Hij aan mijn ziel gedaan heeft" (Ps. 66:16).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten