"Daarom konden zij niet geloven, dewijl Jesaja wederom gezegd heeft: Hij heeft hun ogen verblind, en hun hart verhard; opdat zij met de ogen niet zien, en met het hart niet verstaan, en zij bekeerd worden, en Ik hen geneze. Dit zeide Jesaja, toen hij Zijn heerlijkheid zag, en van Hem sprak."
Johannes 12 : 39-41
Al vanaf het begin van de Bijbel lijkt er iets merkwaardigs aan Gods handelen. Het is niet zo vreemd dat kwaadwillige geesten hier gretig op ingaan. Lees maar mee in Genesis 3 : 24 "En Hij dreef den mens uit; en stelde cherubim tegen het oosten des hofs van Eden, en een vlammig lemmer eens zwaards, dat zich omkeerde, om te bewaren den weg van den boom des levens."
Er lijkt een eenvoudige weg tot ontkoming van de dood: terug naar de boom des levens. Maar God is de mens te snel af en zet er een onoverwinnelijke engel voor, zodat ze niet bij die boom des levens kunnen kunnen komen, om zo eeuwig te blijven leven.
Zo ook de tien keren dat Farao en zijn volk worden geplaagd. Tot tien keer toe lijkt Farao – soms met grof geweld van Gods kant – te breken en zich te bekeren. Maar wat lees je telkens weer: "Want de HEERE verstokte het hart van Farao, den koning van Egypte…" Ja, dan kon hij er toch ook niets aan doen? Zo ook in onze tekst, die uit Jesaja 6 komt: God lijkt de mens doof en blind te houden, zodat de mens zich niet kán bekeren en leven!
Zo lijkt het. Maar een snelheidsduivel die geflitst wordt is allesbehalve zielig en weerloos! Hij is gewaarschuwd en… trapt moedwillig op het gaspedaal. Zo is het ook met mensen die duidelijk genoeg zijn gewaarschuwd door God Zelf. De Heere is lankmoedig en groot van goedertierenheden. Maar als mensen toch blijven doorzondigen – met name kerkmensen – dan volgt er harde straf.
In de dagtekst lezen we letterlijk: "Hij heeft … verblind en … verhard … opdat zij … niet zien en … niet verstaan en zij bekeerd worden en Ik hen geneze." Hypercalvinisten likken er hun vingers bij af, als ze dit lezen. Maar staat er wel wat er staat? Is God wel zo wispelturig, ja zo sadistisch haast, als het lijkt? Het is uiterst goed om de Kanttekeningen er naast te leggen, als we naar Jesaja 6 kijken. Er staat namelijk niet helemaal letterlijk wat er in Johannes 12 staat. Wat staat er wel:
9 Toen zeide Hij: Ga henen, en zeg tot dit volk: Horende hoort, maar verstaat niet, en ziende ziet, maar merkt niet.
10 Maak het hart dezes volks vet, en maak hun oren zwaar, en sluit hun ogen, opdat het niet zie met zijn ogen, noch met zijn oren hore, noch met zijn hart versta, noch zich bekere, en Hij het geneze.
Wat we in het Evangelie van Johannes lezen is dus diens conclusie; hij geeft weer wat Jesaja predikt en laat zien. Johannes zegt: "Hij heeft hun ogen verblind…". Maar in werkelijkheid kreeg Jesaja de opdracht om te preken en daarmee hun ogen te sluiten en hun oren 'zwaar' te maken. Wat houden die woorden in, volgens de Kanttekeningen?
tot dit volk: Hier zegt God niet, tot Mijn volk, omdat het van Hem geweken was, maar Hij zegt, tot dit volk.
maar verstaat niet: Alsof God zeide: Gij zult vergeefsen arbeid doen met
dit volk te onderwijzen, niettemin ga heen en doe wat Ik u beveel, tot
overtuiging van hunne wederspannigheid.
maar bemerkt niet: Alsof God zeide: Gijlieden zult de woorden dezer
profetieën wel horen, maar niet verstaan. En dit zal geschieden door
mijn rechtvaardig oordeel, die ulieder wederspannigheid alzo straft,
namelijk met blindheid en verharding. In dezen zin worden deze woorden
gebruikt in het Nieuwe Testament; Matth. 13:14.
maak het hart … vet: Te weten door het prediken van mijn Woord. Met deze
woorden wil de Heere niet te kennen geven wat zijn gepredikt Woord
eigenlijk en van zijne natuur bij de mensen werkt en uitricht; maar Hij
voorzegt wat er op de verkondiging ervan bij de boze Joden volgen zou;
namelijk dat zij zich daardoor niet alleen niet zouden bekeren, maar nog
halsstarriger en weerstrevender aanstellen, dewijl God hen door zijn
rechtvaardig oordeel in een verkeerden zin zou overgeven.
sluit hun ogen: Of: bestrijk, belijm, hun ogen.
Wat dus uit deze aantekening blijkt, is dat dit Gods normale handelswijze niet is, wanneer er gepreekt wordt, maar dat er zich een straf, een oordeel, voltrekt, vanwege de verachtelijkheid waarmee de toehoorders telkens Gods roepstem wegwuiven. Dan gebeurt, wat er ook bij de Farao gebeurde: hij kreeg een groeiende hekel aan die God met Zijn machtige wonderen en groef zich al dieper in. Eén brok verzet… Zo zal het gaan, als je je blijft verzetten. Dan zal op den duur het Woord geen kracht meer in je doen. Dan kun je inderdaad alleen nog spreken van een uitwendige roeping. Maar de inwendige is reeds het zwijgen opgelegd.
En niet onbelangrijk is die vermelding van Johannes: "Dit zei Jesaja, toen hij Gods heerlijkheid zag!" Jesaja was zich terdege bewust dat, als Gods spreekt, Zijn heerlijkheid aanwezig is! Dat mag je je wel goed realiseren; Jesaja deed dat! Lees maar. En als Gods heerlijkheid dan aanwezig is, en je wuift Hem weg met lichtzinnige of rechtzinnige nonchalance… dan speel je met vuur!
In alle ernst vraag ik me af of hypercalvinisten de Bijbel wel goed lezen. In alle ernst vraag ik me af of jij die dit leest je wel laat gezeggen door de HEERE, als Hij tot je spreekt. In alle ernst vraag ik mezelf, of ik Gods stem wel élke keer serieus neem. Hij is een jaloers God. Niet alleen richting mensen die vreemde goden navolgen. Niet alleen richting ongelovigen die bij alles hun schouders ophalen. Maar vooral bij kerkmensen, die beter kunnen weten! Een gewaarschuwd mens telt voor twee!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten