"En van stonde aan was er met den engel een menigte des hemelsen heirlegers, prijzende God…"
Lukas 2 : 13
'Ere zij God', geschilderd door Govert Teunisz Flinck (leerling van Rembrandt), 1639 |
De meest uiteenlopende ideeën bestaan er over die engelenzang in Efratha's velden. Al die verschillende ideeën zie je uitgebeeld in schilderijen en illustraties. De schilder is vaak geen theoloog en daarom zie je in tekeningen en schilderijen nogal eens opmerkelijke interpretaties. Maar omgekeerd zou je ook willen dat theologen eens meer kunstschilders zouden zijn, zodat ze ook beeldend voor zich zagen, wat ze prekend verwoorden.
Zo blijf ik bij de woorden van vandaag hangen bij drie vragen:
1. Wat vertelt dat woord 'van stonde aan'?
Zo blijf ik bij de woorden van vandaag hangen bij drie vragen:
1. Wat vertelt dat woord 'van stonde aan'?
2. Welke kant keken de engelen op, toen ze het 'Ere zij God' zongen?
3. Waren dit alle engelen?
3. Waren dit alle engelen?
1. Wat vertelt dat woord 'van stonde aan'?
Als je zou kijken naar wat er in de grondtekst staat, dan vind je een woord dat eigenlijk 'plotseling' betekent. Het woord vertelt dus eigenlijk iets over de vaart en de onverwachtheid waarmee dit fenomeen plaatsvindt. Daarentegen blijven de gangbare Nederlandse vertalingen hangen bij variaties op 'terstond', dat dus de plaats in de tijd aangeeft. Eigenlijk zo: direct na het laatste woord van de engel breekt de hemel open. En de omstandigheid waaronder is: op het aller onverwachtst!
Als je zou kijken naar wat er in de grondtekst staat, dan vind je een woord dat eigenlijk 'plotseling' betekent. Het woord vertelt dus eigenlijk iets over de vaart en de onverwachtheid waarmee dit fenomeen plaatsvindt. Daarentegen blijven de gangbare Nederlandse vertalingen hangen bij variaties op 'terstond', dat dus de plaats in de tijd aangeeft. Eigenlijk zo: direct na het laatste woord van de engel breekt de hemel open. En de omstandigheid waaronder is: op het aller onverwachtst!
De engel had de herders verteld hoe ze de Zaligmaker zouden kunnen herkennen. Het waren omschrijvingen die totaal niet bij een nieuwe Koning pasten! Pover en armoedig waren de omstandigheden van Jezus' geboorte. Maar de hemel keek daar anders tegenaan. Voordat de herders een vertekend beeld van de Messias zouden kunnen krijgen, grijpt de hemel in. Ds. Viervant vertelt:
"Een gezant van het hemelhof boodschapt de geboorte van den beloofden en langverwachten Zaligmaker, aan de wachthoudende herderen. Hij legt zijne boodschap af, onder eenen glans van Godlijke heerlijkheid, die de duisternis verdrijft, en den somberen nacht, als in eenen vrolijken morgenstond herschept. Ziet daar straalen van licht! Straks daar na, wordt deeze heugelijke tijding nader bevestigd, door duizenden van hemelburgeren, die Gode ter eere zingen, de aarde geluk wenschen, en Gods oogmerken ontvouwen. Ziet daar den vollen dag!"
"Eén hemelburger kon, aan de boodschap der geboorte van Jehova's Spruite, geen genoegzaamen luister geeven, en de waereld, met de komst van haaren Heiland, naar behooren, geluk wenschen; neen, veelen uit de duizendmaal duizenden verscheenen hier toe, bij en onder menschen, daar zij, door den gebooren Zoon van God, den Godmens, menschenvrienden werden, en medestemmers kreegen in 's Allerhoogden eer."
Die ene engel, hoe heerlijk ook, was voor de Messias te gering. Daarom scheurt de hemel open en vertoont zich een massa engelen. De herders krijgen een inkijkje in de hemel en geraken onder de diepe indruk van de majesteit en heerlijkheid van deze Messias! Dat is iets wat mensen maar zelden zullen kunnen: iets laten zien en ervaren van de hemelse heerlijkheid. We kunnen dat wel zélf ervaren, maar het ánderen laten ervaren, dat kunnen mensen minder dan de engelen!
2. Welke kant keken de engelen op, toen ze het 'Ere zij God' zongen?
De meeste plaatjes laten, evenals het boven afgebeelde schilderij, zien dat er in de lucht een aantal engeltjes hangen, die naar de herders toe zingen. De vraag is, waar die engelen zich bevinden. Er staat immers 'met de engel', dus het zou zomaar kunnen dat die engelen een koor vormden in het veld van Efratha, beneden. Ds. Viervant opnieuw:
"Met deezen (die eerste engel) moeten zij instemmen, zijne hemeltijding bevestigen, en zijne heerlijke Evangelierede met Godverheerlijking besluiten, om de geloofstoestemming der herderen, te spoediger, te gewinnen; daar toe daalen zij schielijk, onverwacht neder, Verrasschende de herderlieden, in zichtbaare luistervolle gedaante, zweevende, waarschijnlijk, boven hunne hoofden! Welk gezicht! hoe mijestueus! Maar immers niet te heerlijk, nu de Vorst van het heir des Heeren, de Heer der heirschaaren Zelve op Gods aardbodem verscheenen is."
Was het slechts een openrijten van de hemel, dan hadden we hen op de rug gezien, met hun blik naar God gericht. Maar nu kijken ze die herders goed aan, en moedigen hen aan de boodschap toch vooral te geloven én op weg te gaan. Wat een bijzondere ontmoeting voor de engelen! Zoveel tegelijk die de mensen in de ogen kijken en mogen zien wat hun goddelijke boodschap teweeg brengt. Zij weten niet hoe mensen daarop reageren. Zelf zijn ze zo volmaakt gehoorzaam. Ze geloven de Heere direct op Zijn woord! Maar ze weten dat mensen de Heere van nature wantrouwen en Gods Woord zo anders kunnen interpreteren. Dominee viervant vult die houding van de engelen nog ietsje anders in:
"Die [duizenden engelen] komen over deze gebeurtenis niet [zo maar] iets berichten aan de mensen, maar [zij] verheffen zich [hier] op aard tot God, met lof en roem, zoals ze [dat] ook doen in de hemel."Als het ware, zo stelt hij met deze woorden, doen ze ons voor, hoe het er in de hemel aan toe gaat. Dus: ze zingen vanaf Efratha's veld richting de hemeltroon van God!
3. Waren dit alle engelen?
Wat is passend bij de eer van een koning? Een grootse militaire parade en schitterende uniformen. Verschijnen op zo'n parade alle soldaten van het land? Nee, maar voldoende om de eer van de koning tot uitdrukking te brengen.
Om diezelfde reden lezen we in onze tekst over 'menigte'. Het grondwoord komt van het werkwoord vullen. Het moet voor de herders nog wel te bevatten zijn, maar geloof me het was een indrukwekkende hoeveelheid engelen. Het bevattingsvermogen van de herders, zowel als het veld van Efratha, was met hun duizendtallen gevuld. En toch bleven er voldoende achter in de hemel om God te blijven verheerlijken!
De herders – en wij met hen – krijgen hier een kleine indruk van de menigte der engelen in de hemel. Als Jezus tegen Pilatus spreekt over Zijn Vader die legioenen aan engelen kan sturen, dan geloof ik dat direct als ik Lukas 2 op me in laat werken!
Tot slot nog een fragment van Viervants doordenken en tekst met tekst verbinden:
"Zongen de morgensterren vrolijk, juichten de kinderen Gods, toen de aarde zonk op haare grondvesten, met hoe veele reden juichen Gods Engelen op aarde met vreugdgeschal, nu Hij gebooren werd, om wien de aarde, schoon vervloekt, gegrondvest bleef. — Hij, die van de kribbe op het kruis, en van het kruis op den troon der Majesteit gesteegen, zeggen zal: ziet Ik! Ik maake alle dingen nieuw! Ja, nu, voegen de onbevlekte Hallelujaas in de plaats der gebrekkige Hosannaas!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten