woensdag 3 december 2014

Proef je nieren eens

"Want zij hadden de eer der mensen lief, meer dan de eer van God."
Johannes 12 : 43

De eer van mensen moet ons als christenen toch lief zijn? Luidt het vijfde gebod niet: "Eert uw vader en uw moeder…"? Nota bene een gebod van God Zelf! Wij moeten ons zeker bezorgd maken over de eer van onze medemensen; we mogen hun eer niet krenken door bijvoorbeeld lasterpraat. Een ander gebod immers luidt: "Gij zult geen valse getuigenis spreken". Terecht scherpen de opstellers van de Catechismus dit gebod concreet aan met de uitleg in Zondag 43: "…ook mijns naasten eer en goed gerucht naar mijn vermogen voorsta en bevordere."
Hoe ver reikt dat vijfde gebod eigenlijk? Ik kwam een schrijnende reactie op refoweb tegen, gesteld aan ds. C. Harinck, nota bene over een preek van hemzelf:
"Weer heb ik mezelf gekweld door naar een preek over het vijfde gebod te luisteren, in dit geval van u, gehouden in Apeldoorn. Dit is voor mij een dagelijkse worsteling. Ik ben 46 jaar en heb nog nooit gevoeld dat mijn ouders van mij houden. Ze hebben mij en mijn broer psychisch kapot gemaakt. Nu proberen ze mijn man en kinderen te treffen. Ik houd dit niet langer vol en wil het liefst breken met ze. Maar dan loop ik weer vast met het vijfde gebod. Het zijn toch mijn ouders. […] Nooit wordt deze kant eens in een preek belicht."
Dominee Harinck gaat hier kort en bondig op in. Er zijn grenzen… Lees het maar eens. Waar het mij om gaat is dit: betekent die 'eer der mensen' in onze tekst de eer die wij anderen geven, of de eer die wij van mensen ontvangen. Datzelfde geldt ook in het tweede deel van de tekst: is het de eer die wij aan God geven of de eer die wij van Hem ontvangen? En kan dat laatste wel?

Het woordje 'eer' – in het grieks 'doxa' – betekent een aantal verschillende dingen:
  • mening of oordeel;
  • waardeoordeel (goed of fout) over iemand, gevold door lofprijzing, eer en heerlijkheid;
  • schittering of helderheid (denk aan het licht van de zon, de maan en de sterren);
  • grootsheid, voortreffelijkheid, waardigheid;
  • majesteit, zoals dat God toebehoort, als opperste heerser; majesteit in de betekenis van absolute volmaaktheid van God;
  • iets dat aan Christus, de Messias, toebehoort;
  • de hoogst heerlijke toestand bij God in de hemel, die Jezus had bij Zijn Vader en die de gelovigen ook eens zullen smaken
In dat laatste geval gebruikte Jezus dat woord een aantal keren in het Hogepriesterlijk gebed (Johannes 17), waar Hij sprak over de heerlijkheid die Hij bij de Vader had, eer de wereld was.
Maar wat betekent het in onze tekst? Allereerst, in het geval de de 'eer der mensen', gaat het natuurlijk over het waardeoordeel van de mensen. Het gaat daar helemaal niet om de eer, die wij onze medemens als schepsel van God behoren te geven. Het gaat over onze houding: praten wij mensen naar de mond, doen wij alles om gezien te worden, als een klein kind dat iets luidruchtig laat zien om een schouderklopje te ontvangen.
Echter, als we zo het woord voor de tweede maal in onze tekst invullen, lopen we een beetje klem, vrees ik. Want als wij ons dus niet moeten bekommeren om het waardeoordeel van de mensen (om er van hen een schouderklopje voor te ontvangen), moeten we ons dan veelmeer druk maken om het waardeoordeel van de HEERE, om daarmee van Hem een schouderklopje te ontvangen? Nee. We doen goede werken voor de HEERE uit dankbaarheid, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Zonder gerichtheid op winst en uitbetaling (hoewel die niet uit blijven!).

Ik vermoed dat we bij 'eer' toch vooral moeten denken aan 'heerlijkheid', 'waardigheid' en 'grootsheid'. Het gaat hier niet om mensen buiten de kerk, maar om kerkmensen die de eer van mensen stellen boven die van God. Je komt ze vandaag nog tegen! Mensen die vooral heel rechtzinnig, of menslievend leven om te delen in de 'heerlijkheid' van mensen boven hen in de kerk; in een goed blaadje willen komen. Het is een kruiperige houding, waarin men vooral erg op de letter der wet let, scherp lijkt te slijpen, zowel in de leer als ook in het sociale leven. En natuurlijk het is goed de wet serieus te nemen en het sociale leven vooral zuiver te houden! Maar hóe?
Zijn we zó gericht, dat van vanuit onze ooghoeken kijken naar de reacties van mensen… of zijn we bij alles voluit gericht op God, met de voortdurende bede: "Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?" Want dat kan ook weleens inhouden: "Heere, wat wilt U dat ik níet zal doen?" We hoeven niet altijd druk te zijn; we mogen ook zeker weleens stil zijn, niet bewegen, niet praten…

Voordat ik je nu een lijstje kenmerken geef van 'wat wel' en 'wat niet' goed is, stuur ik je terug naar je hart. Voordat je dat opent in het gebed voor de HEERE, vraag ik je eerst eerlijk in je hart te kijken. Je gevoelens en motieven ordelijk op een rijtje te zetten: waarom deed je dit of dat? En waarom deed je het zó? Ik weet zeker dat jouw gevoel, je geweten, exact kan aangeven of je motieven zuiver waren of niet… De tekst van vandaag maakt van ons geen toeschouwers ten opzichte van die mensen in de Joodse Raad die niet openlijk voor Jezus durfden uitkomen. Nee, het stelt ons naakt voor de spiegel van ons geweten, voor God, met de vraag: hoe waren je motieven.
God proef de nieren, staat er weleens in de Bijbel. In OnzeTaal staat het volgende:
Deze zegswijze gaat terug op de Bijbel. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) vermeldt: "In bijbeltaal worden de nieren, binnen in het lichaam gelegen, genoemd als zinnebeeld van het innigste van het gemoed." 

Het WNT geeft daarbij een citaat uit 1557 van Wilhelmus Gnapheus: "Hy (God) proeft de nieren ende kent de herten." Proeven betekent in deze uitdrukking 'iemands morele waarde keuren, iemand doorgronden'; het is dus een ander proeven dan in bijvoorbeeld wijn proeven.

In het bijbelboek Psalmen 7:10 staat: "U die hart en nieren doorgrondt [in oudere vertalingen: proeft] / bent een rechtvaardige God" en in Jeremia 17:10: "Ik, de HEER, ben het die het hart doorgrondt, / die nieren toetst [in oudere vertalingen: proeft], / die ieder naar zijn levenswandel beloont, / aan ieder geeft wat hij verdient."

Ook in hart en nieren ('door en door') gaat terug op de Bijbel. Niet alleen de nieren, maar ook het hart staat vaak voor diepste innerlijk van de mens. Het zijn als het ware de plaatsen waar zijn diepste gevoelens en gedachten gevestigd zijn.
Je nieren zitten diep weggestopt… maar God beproeft ze! Doe jij dat ook alvast eens, voordat Hij het doet? Ik zal het ook doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten