donderdag 18 december 2014

Heilig Avondmaal – 14. vrijdag

De belijdenis van de Heere Jezus

Tot de nabetrachting hoort tenslotte ook de belijdenis van de Heere Jezus. Het Heilig Avondmaal verplicht je om de dood van de Heere Jezus te verkondigen, totdat Hij terugkomt op de wolken. Schaam je niet voor Christus, schaam je niet voor Zijn leer, Zijn kerk, Zijn kinderen en Zijn zaak (bij 'zaak' kun je denken aan de hele onderneming van Christus, waarmee Hij Zijn Kerk vergadert uit deze wereld en Zijn Koninkrijk; je zou het woord 'zaak' ook als een juridische term kunnen zien, zoals een rechtszaak; maar het grondwoord voor 'zaak' betekent allereerst: 'ten behoeve van' of 'ter wille van').
Kom vrijmoedig uit voor Hem, laat met je spreken, je daden, de gezelschappen waarin je je bevindt, zien en merken dat je bij Christus hoort! Wees blij als er zich een gelegenheid voordoet dat je kunt laten horen of zien hoe heerlijk, hoe vol zaligheid, hoe dierbaar Jezus Christus voor je is.
Verblijdt je, als de mensen je smaden vanwege de Heere Jezus (en niet vanwege jouw zondige daden!) en schroom niet om verdrukking te lijden om wille van de Naam van Christus. En als de HEERE het goed acht om je te verheerlijken, door je als martelaar tot bloedgetuige van Zijn zaak te roepen, weiger die kroon niet, maar neem hem dankbaar en met blijdschap aan.

Tot slot

Zalig zijn zij, die iets laten zien van wat we hiervoor allemaal hebben overdacht met betrekking tot de voorbereiding, de viering van het Heilig Avondmaal zelf en de nabetrachting ervan. Als zij het meeste daarvan in hun leven herkennen, zijn ze er het best aan toe; maar ook 'hinkenden' komen met Jacob in Kanaän aan! De oprechtheid van je hart is bij God aangenaam en geeft ook steun om te geloven.
Velen hebben wel de lust tot deze dingen, maar klagen dat zij ze niet hebben (of herkennen); en zij hebben er helaas ook reden toe, maar waar komt dat door? Zeker, de schuld ligt bij henzelf, omdat ze traag zijn in het zoeken; ze vinden het allemaal veel te zwaar, te moeilijk. Maar ja, wie niet arbeidt, zal ook niet eten; wie niet bidt, zal ook niet ontvangen; wie niet zoekt zal ook niet vinden.
Zoals God in het alledaagse leven alleen op het gebruik van middelen de lichamelijke zegeningen geeft, zo doet Hij dat ook in het geestelijke. Daarom: begeer deze dingen en wees actief in het zoeken ervan. Leef dicht bij de HEERE en wees een open boek voor Hem (A Brakel zegt eigenlijk "vertoon uzelf dikwijls zo aan de HEERE, zoals gij zijt"). Zeg Hem eerlijk hoe je bent: zo zondig, zo traag, zo lusteloos, zo duister (in het geloof). Laat hem eerlijk zien wat er aan scheelt: hoe groot je onmacht is, om met het zwakke geloof tegen de weerstand van de Oude Adam (de oude mens) te strijden en te overwinnen; ja, hoe moeilijk het vaak is om zelfs met het werk te beginnen!
Bidt de HEERE om je met Zijn genade te ondersteunen. Bidt om de Heilige Geest, Die je aanzet tot willen en zoeken en houdt de HEERE Zijn beloften maar voor. Dan zul je zien dat de HEERE zal horen en genade zal geven. Want het is voor de HEERE aangenaam, als je Hem wel wil zoeken en als je bidt om de Heilige Geest om meer actief te zijn met en voor Hem. En ondanks je machteloos gevoel, zal je ziel er meer dan eens levendiger door worden! Je zult er een 'stil' (biddend verwachtend) hart door krijgen, grotere verlichting en meer vertroosting.

Ik wens je toe dat de HEERE, Die goed is, je dát laat zoeken én vinden!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten