"De Joden dan zeiden: Ziet, hoe lief Hij hem had! En sommigen uit hen zeiden: Kon Hij, Die de ogen des blinden geopend heeft, niet maken, dat ook deze niet gestorven ware? Jezus dan wederom in Zichzelven zeer bewogen zijnde, kwam tot het graf; en het was een spelonk, en een steen was daarop gelegd."
Johannes 11 : 36-38a
Weet je nog wat er op de Eerste Pinksterdag in Jeruzalem gebeurde? De mensen zagen vuur, ze hoorde stormgedruis én … ze hoorden de discipelen God grootmaken. Het bijzondere was dat zij allemaal konden verstaan wat de discipelen zeiden of zongen. En let dan eens op de reacties die loskomen in Handelingen 2 : 12-14a:
Reactie 1: En zij ontzetten zich allen, en werden twijfelmoedig, zeggende, de een tegen den ander: Wat wil toch dit zijn?
Reactie 2: Zij zijn vol zoeten wijns.
En dan de tegenreactie van Petrus: hij verhief zijn stem!
Als je de tekst van vandaag bekijkt, zie je hetzelfde gebeuren. De eerste reactie op Jezus' tranen is: "Zie hoe lief Hij hem had". Dat klinkt niet negatief. Maar let op, daar komt de verdachtmakende tweede reactie: "Hij kon de ogen van de blinden weer ziende maken; had Hij nou niet kunnen zorgen dat Lazarus niet was overleden?"
Die reactie lijkt op de uitroepen van Martha en van Maria: "Als U hier was geweest, was mijn broer niet overleden." Toch kon je van díe twee reacties nog zeggen dat ze verwachting van Jezus hádden. Echter, de kwaadwillige omstanders willen met hun opmerking al de vorige wonderen onder kritiek stellen. "Die Jezus doet wel alsof Hij alles kan, maar waarom denk jij dat Hij hier niet eerder was? Nou? Dat laat zich raden, niet?"
Enkele maanden later zien we diezelfde insinueringen. Allereerst in de raadszaal van het Sanhedrin: "En de hogepriester, antwoordende, zeide tot Hem: Ik bezweer U bij den levenden God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van God? Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. […] anderen gaven Hem kinnebakslagen, zeggende: Profeteer ons, Christus, wie is het, die U geslagen heeft?" (Matth.26).
En later op Golgotha: "En desgelijks ook de overpriesters met de Schriftgeleerden, en ouderlingen, en Farizeën, Hem bespottende, zeiden: Anderen heeft Hij verlost, Hij kan Zichzelven niet verlossen. Indien Hij de Koning Israëls is, dat Hij nu afkome van het kruis, en wij zullen Hem geloven. Hij heeft op God betrouwd; dat Hij Hem nu verlosse, indien Hij Hem wel wil; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon"
(Matth. 27).
Dat is het repeterende liedje dat de wereld zingt. Als jij iets goeds over God of Christus zegt – of als er iets ergs in de wereld gebeurt – zeggen ze: Nou, als God dan zo machtig is… waarom doet Hij dan dit of dat of waarom doet Hij juist niets?
Maar soortgelijke reacties kom je ook binnen de kerk tegen. Misschien iets reformatorischer geformuleerd, maar even ongelovig! "Ik bid al zolang…"
Ik wil je geen pasklaar antwoord geven, maar deze vraag stellen: "Wat doen zulke reacties met je?"
Want ook bij Jezus komt er een reactie. Waar Petrus zijn stem verhief op de Pinksterdag, daar zweeg Jezus in de raadszaal zowel als aan het kruis. Maar hier in Bethanië komt er wel een reactie: "Jezus dan wederom in Zichzelven zeer bewogen zijnde".
Weer diezelfde turbulentie in Zijn gemoed, waarover we al meer hebben gehoord. Ondanks Zijn verdriet hoort Hij het wel, hoor. Ja, al zouden ze het niet hebben uitgesproken, dan nóg had Hij het geweten. In Mattheüs 12 en Lukas 11 lezen we dat Jezus de gedachten van de overpriesters zelfs kende.
Hoewel de context hier negatief is, wil ik je graag het positieve ervan laten zien. Denk je dat Jezus geen tijd voor je heeft? Of dat Hij je niet zomaar kan horen? Denk je dat je niet goed kunt bidden? Durf je niet niet tot Hem te komen?
Nog vóór dat jij je handen vouwt, weet Hij al wat je nodig hebt. Kom maar gerust. Hij weet ervan! Hij is echt een geweldige Hogepriester, die prima medelijden kan hebben met al onze noden, aanvechtingen en zwakheden (Hebr. 4 : 15-16). Hij is in alle dingen verzocht geweest. Hij heeft ook gehuild. Hier, bij het graf van Lazarus.
Bekritiseer Hem niet langer. Denk niet meer te klein van Hem. Aarzel niet, maar kóm!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten