"Zij zochten dan Jezus…"
Johannes 11 :56a
In hoofdstuk 12 is de voorbereiding van het Pascha in volle gang. Hoe zullen de discipelen daar gelopen hebben? Plots wordt Filippus aangesproken door een paar griekse geloofsgenoten: "Heere, wij wilden Jezus wel zien." Ik vond dat altijd zo'n geweldig mooie vraag; en nog! Wat kun je ontzettend blij zijn met jongeren in je gemeente die Jezus willen zien. En… dat geldt niet minder voor ouderen, die op hun oude dag nog die begeerte kenbaar maken: "Ik wil Jezus zien."
Maar, ooit preekte een dominee over die tekst en maakte daar een kritische kanttekening bij: was het geen nieuwsgierigheid? Ja… wie zal het zeggen?
Aan die tekst moest ik terugdenken, toen de tekst van vandaag voor me lag, ter overdenking. Zij, de joodse mensen (niet zo zeer de overpriesters) zochten Jezus. Eerlijk gezegd vond ik die vraag van de griekse Joden mooier dan deze tekst. Maar goed. Ze zochten Jezus, dan toch maar! Ik zou er ook blij van moeten worden, maar die uitleg van de eerder genoemde predikant bleef rondzingen in mijn achterhoofd. Was het hier ook nieuwsgierigheid? En meer nog: is nieuwsgierigheid zonde? Immers, wie Jezus (net als Zacheüs) uit nieuwsgierigheid zocht en Hem werkelijk vond, zoals Hij is, is toch behouden? Ja, ik denk dat ik die ruimte in mijn denken toch moet inbouwen. Mijn innerlijk verwerpt pertinent nieuwsgierigheid; ik heb daar teveel van gezien in mij jonge jaren. Nieuwsgierige mensen die altijd wat te beppen hebben over anderen. Nee, nieuwsgierigheid wekt weerzin op.
Maar toch kan de HEERE een rake, rechte slag toebrengen met zo'n kromme stok! Uiteraard zal daar schaamte op volgen, maar vinden=vinden!
Want dit zoeken is anders dan dat van de overpriesters. Zij 'zochten' Jezus te doden. Zij hadden maar één doel: Jezus uit de weg ruimen. Maar déze mensen zoeken misschien vooral vertier, sensatie.
Zo kunnen er zijn, die met je in gesprek raken en nieuwsgierig zijn over wat jou bezighoudt en wat jij gelooft. Puur nieuwsgierig. Misschien zelfs irritante vragen stellen, die ongeloof suggereren. Maar ondertussen luisteren ze misschien wel met vier oren! Je kunt het niet weten; als je ook maar enigszins het vermoeden hebt dat de HEERE je wil gebruiken om te zaaien in mensenharten, doe het dan; zonder na te denken of het werkelijk nut heeft.
Zij zochten dan Jezus. Let nog even op dat woordje 'dan'. Dat woordje klonk mij vreemd in de oren. Waar slaat het op? Op de Joden die het besluit hadden genomen om Jezus uit de weg te ruimen? Nee, het slaat – ik kan het niet anders interpreteren – op die Joden uit het omliggende land, waar Jezus tijdelijk verbleef; óf het slaat op de mensen die achterbleven in Bethanië en Jezus dus uit het oog waren verloren. Of allebei. En ze zien Hem nu niet, maar ze zeggen tegen elkaar: Let maar op, als het even wil zien we Hem weer bij het Pascha! Zo zochten ze, opdat ze Hem weer zouden vinden.
Twee dingen wil je daaruit meegeven.
Allereerst dat men van Jezus verwachtte dat Hij naar het Pascha zou komen. Dat is een wijze les voor ons: de wereld verwacht ook een bepaald gedrag van ons; als wij dus vraagtekens gaan oproepen door ons dubbelhartige en dus onchristelijk gedrag, zal dat negatieve verbazing opwekken bij de wereld en daarmee dus hun ongeloof bestendigen!
Het tweede is dit: wát hun motieven ook waren, deze Joden zijn ons tot voorbeeld. Als wij Jezus niet meer bemerken (of moet ik het breder trekken: als wij God niet meer ervaren?) in ons leven, dan moeten we Hem koste wat kost zoeken. Net als Maria en Jozef vroeger. En dan kan het best zijn dat we Hem verkeerd zoeken; dat we eigenlijk beter konden weten, waar Hij was. Maar toch: zoeken. Want Hem niet meer zien in je leven moet een gigantische nood in je geloofsleven zijn. Je hart moet schreeuwen naar Hem. Laat daarom deze Joden een goed voorbeeld geven voor jouw geloofsleven!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten