"Jezus dan, als Hij haar zag wenen, en de
Joden, die met haar kwamen, ook wenen, werd zeer bewogen in den geest,
en ontroerde Zichzelven."
Johannes 11 : 33
Hadden we eergisteren onze bedenkingen over die zogenaamde vertroosters en constateerden we dat de Heere er in Zijn Woord geen oordeel over velde? De tekst van vandaag laat iets opmerkelijks zien, waar je zó overheen leest. Vandaag zoomen we in op twee soorten verdriet, die Jezus voor Zich ziet: Maria huilt en de Joden huilen met haar.
Daar ligt Maria, aan Jezus' voeten. Het laat Hem zeker niet onberoerd, wat Hij daar aan Zijn gezegende voeten ziet. Maria, innig verdrietig om haar overleden broer.
Maar voordat Jezus Maria kan troosten, staat er al een hele groep mensen om hen heen. Het zijn de nieuwsgierige omstanders, die eigenlijk waren gekomen om Maria en Martha te troosten in hun verdriet. Blijkbaar was hun troost niet toereikend, want Maria snelde naar de Heere Jezus toe, zodra Martha haar vertelde dat Hij haar wilde spreken.
De mensen hadden Maria zien gaan. Ze konkelden tegen elkaar en de een wist nog beter dan de ander waarom Maria zo snel opsprong en verdween. Om er zeker van te zijn, dat ze het bij het rechte eind hadden, volgenden ze Maria op de voet. Al zullen er vast zijn geweest die Maria daadwerkelijk wilden bijstaan in haar verdriet en die haar niet alleen naar het graf wilden laten gaan.
Ze merken onderweg dat Maria helemaal niet naar het graf, even buiten Bethanië, gaat. Nee, haar reisdoel ligt in een naburig dorpje. Weldra zien ze, waar Maria naartoe op weg is: Jezus van Nazareth! De Rabbi uit het verachte Nazareth, Die zo van Zich deed spreken. Hmm, nou zo oppermachtig was Hij dan blijkbaar toch niet. Zijn vriend Lazarus is nu al vier dagen begraven! Wees eerlijk, dat kun je toch geen oppermachtigheid noemen, wel?
Johannes, die in de groep volgelingen bij de Heere Jezus stond, ziet ze komen. Maria als eerste. Hij ziet ze huilend aan Jezus' voeten vallen. Daarachter de groep volgelingen van Maria, die plots blijft staan. Huilend, jawel, want daar waren ze voor gekomen. Misbaar maken, klagend wenen.
In de Statenvertaling lijkt het alsof Jezus geëmotioneerd raakt, doordat Hij die beiden – Maria en de mensen die haar volgden – ziet wenen. We lazen immers dat Hij "zeer bewogen werd in de geest en Zichzelf ontroerde"? Bewogen worden is een heftige storing, schok, in je gemoed. Ontroerd worden is een soort breuk in je beheersing en een overmand worden door je emoties (in dit geval verdriet). Maar hier ontroert Jezus Zichzelf!
De NBV vertaalt dat zo: "Jezus zag hoe zij en de Joden die bij haar waren weeklaagden, en dat ergerde Hem. Diep bewogen vroeg Hij: ‘Waar hebben jullie hem neergelegd?’." Lees maar eens rustig op de NBV-site wat de vertaalaantekeningen vertellen. Die ontroering richt zich op het échte verdriet om Lazarus; het 'bewogen worden' richt zich tegen de omstanders, de zonde en… de dood.
Toen de Heere Jezus de rouwstoet achter Maria zag wenen, werd Hij verbolgen (want dát is het woord, dat er eigenlijk staat: ἐμβριμάομαι; een woord dat je ook gebruikt bij het briesen van een paard). Datzelfde woord zien we ook in vers 38, nadat de mensen tegen elkaar fluisterden: "Kon Hij, Die de ogen des blinden geopend heeft, niet maken, dat ook deze niet gestorven ware?". We zien dan diezelfde reactie bij Hem: "Jezus dan wederom in Zichzelven zeer bewogen zijnde…"
Naast het verdriet dat Hij als geen ander peilt, is er ook de toorn. Toorn, zoals we die ook korte tijd later zullen zien bij de tempelreiniging. De ijver voor de eer van Zijn Vader vlamt op. De turbulentie in Zijn gemoed is niet, zoals bij ons soms, dat de stoppen doorslaan en we onszelf niet meer in bedwang kunnen houden. Want dat zou zonde zijn. Nee, het is de toorn die ontstaat bij de verdachtmaking, bij de schijnvroomheid, ja bij de belachelijkmaking van Gods almacht. Daar vraagtekens bij zetten, terwijl je beter kunt weten, is bloedlink!
De mensen moeten dat hebben gemerkt. Tot tweemaal toe, nota bene! Maar deze lasterende en schijnvrome houding lijkt wel een rotsblok dat langzaamaan van een berghelling begint te schuiven en steeds sneller naar beneden rolt. Voel je hoe link dát is?!
Herken je díe verbolgenheid, als kerkmensen hun kritische noten zetten bij het werk van God in kerk, gemeente en persoonlijke levens? Als ze het Evangelie willen dichttimmeren tot een onbereikbare schat? Voel je die, als je kerkmensen probeert wakker te schudden uit hun passieve godsdienstigheid waarin ze al zoveel jaren gemoedelijk voorthobbelen? Of… laat het je koud hoe mensen – kerkmensen nog wel – denken over Christus? Persoonlijker nog: wat dunkt u/wat denk jij van Christus? Vertel het Hem vandaag maar…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten