Johannes 11 : 44
Op Jezus' machtswoord komt er beweging in de donkere grafspelonk. Wat zal dat geweest zijn voor Maria en Martha! En niet te vergeten Lazarus zelf! Hij moet haast iets van zijn sterven hebben gemerkt, althans van zijn ziekte, waaraan hij overleed. Het leven vloeide uit hem weg. Maar nú vloeit het leven weer in hem. En Jezus' genezingswonderen zijn volkomen. Weliswaar werd de blinde uit Bethsaïda niet direct geheel genezen, maar in twee fasen, doch daar scheen Christus – als we de Kanttekeningen lezen – een doel mee te hebben gehad, dat ons maar beperkt duidelijk wordt. Nee, hier bij Lazarus is het wonder totaal! Hoewel…
Lazarus kon zich nauwelijks bewegen. Hij werd door Jezus' machtswoord niet bevrijd van zijn grafdoeken. Zelfs zijn gezichtsvermogen werd belemmerd, door een zweetdoek. Daarom klinkt Jezus' stem voor de tweede maal. Hij geeft een opdracht aan 'hen'. Wie zouden dat geweest kunnen zijn? Enkele omstanders die toevallig dichtbij het graf stonden? De mannen die de steen hadden weggerold? Maria en Martha. Ik vermoed dat het die twee laatsten waren: Lazarus' zussen. Dan gunt de Heere het hen om Lazarus als eerste in de ogen te kijken en geeft hem zo aan zijn zussen terug.
Het zouden evenwel ook die ongelovige omstanders geweest kunnen zijn, die nu kunnen tasten en van dichtbij zien dat Hij – en dus Zijn Vader Die Hem deze dingen laat doen – meer kan dan blinden de ogen te openen.
Uiteindelijk zien we hier toch ook een wonder in twee stappen. Levend maken en bevrijden van doodsbanden. Ik wil dit niet als een stukje inlegkunde uitleggen, maar je kunt hier zeker iets zien van Gods liefde en zorg voor Zijn kinderen. Hij roept hen niet slechts tot het ware leven. Hij geeft ook bevel dat zij worden verlost van alles wat hen aankleeft en met de dood verbindt.
"Ontbindt hem en laat hem heengaan." Ik zie daar Barabbas enige tijd later, naast Jezus voor de rechterstoel van Pilatus: "Toen liet hij hun Bar-abbas los, maar Jezus gegeseld hebbende, gaf hij Hem over om gekruisigd te worden." Ik voor u…
Daarentegen zie ik die man uit de gelijkenis van de koninklijke bruiloft, zonder bruiloftskleed. Jezus vertelt over hem: "Toen zeide de koning tot de dienaars: Bindt zijn handen en voeten, neemt hem weg, en werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal zijn wening en knersing der tanden. Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren." (Matth. 22 : 13-14).
Ontbinden… Martha had daarnet nog tegen de Heere Jezus gezegd: "Heere, Hij riekt al…" (dat is: zijn lichaam is aan het ontbinden). Nu beveelt Jezus een geheel andere ontbinding. Ja, zelfs een losmaking van de doodsbanden. Hij is ook de Enige Die de macht heeft dit te zeggen. Wat kun je dan met David in Psalm 116 zingen:
Och Heer', ik ben, o ja, ik ben Uw knecht,
Uw dienstmaagds zoon; Gij slaaktet mijne banden.
Dies doe ik U gewillig offeranden
Van lof en dank, U plechtig toegezegd.
Ik zal Uw Naam met dankerkentenis,Ken jij iets van die losmaking? Misschien al van jongsaf aan… Toch kan die oude mens af en toe flink opspelen. Merk je weer die banden. Wat is het dan nodig de toevlucht tot deze machtige Hogepriester te nemen, die uitkomst biedt als je misschien juist moet zingen:
Verheffen, U al mijn geloften brengen;
'k Zal liefd' en lof voor U ten offer mengen,
In 't heiligdom, waar 't volk vergaderd is.
Ik lag gekneld in banden van den dood,
Daar d' angst der hel mij allen troost deed missen;
Ik was benauwd, omringd door droefenissen;
Maar riep den Heer' dus aan in al mijn nood:
"Och Heer', och wierd mijn ziel door U gered!"
Toen hoorde God; Hij is mijn liefde waardig.
De Heer' is groot, genadig en rechtvaardig,
En onze God ontfermt zich op 't gebed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten