"En het pascha der Joden was nabij, en velen uit dat land gingen op naar Jeruzalem, voor het pascha, opdat zij zichzelven reinigden."
Johannes 11 : 55
Er liepen daarnet mensen langs, die naar de grote witte tent – even verderop – gingen. Het zijn de Tentdagen van de kerken uit Schoonhoven. Op zich zag je niet aan hen dat ze naar een kerkelijke activiteit gingen, hoewel ze wel behoorden tot meelevenden binnen de kerk. Ze zouden niet opvallen tussen de onkerkelijken die ook waren uitgenodigd. Dat is jammer.
In onze tekst trekken er mensen langs, aan wie juist maar al te goed is te zien en te merken dat ze bij de godsdienstigen behoren. Het Pascha komt er weer aan en dan moet je je goed voorbereiden. Ze gaan ruimschoots op tijd weg vanuit het gebied waar Jezus Zich korte tijd ophield. En aan hen was, evenals aan Jezus in voorgaande jaren, duidelijk te zien dat 'hun aangezicht was als reizend naar Jeruzalem' (Joh. 9:51-53).
Ze waren al ruim van te voren op weg gegaan, "opdat zij zich reinigden". Er moest een offerlam of wat duiven worden geofferd. Maar eerst moesten ze zichzelf reinigen. Door een offer en een ritueel. Het gaat mij er niet om wat er nu precies moest worden gedaan, maar vooral hoe ernstig zij dit opnamen. De rituelen moesten tot in detail nageleefd en uitgevoerd worden. Wat dacht je?! Wat zouden de mensen wel zeggen, als je het niet deed?! En de priesters?! En Gods zegen op hun aardse bestaan zouden ze wel op hun buik kunnen schrijven!
Die reiniging wordt hier in direct verband geplaatst met de haat tegen Jezus en het moedwillige ongeloof, ondanks de wonderen. Het staat hier op een ongelofelijk onhandige plek voor de uitwendig zo religieuze Joden. "Dit volk nadert tot Mij met de lippen (lees: de uitwendige reiniging), maar hun hart houdt zich verre van Mij!"
Aan het uiterlijk van die mensen die hier langs mijn huis liepen kon ik weliswaar niet ontdekken dat ze naar iets van de kerk gingen, maar wie weet hoe hun hart ermee vervuld was. God weet het en ik hoop dat het zo was. Mij komt in deze het oordeel niet toe; maar de Joden uit ons teksthoofdstuk hebben wél iets heel duidelijks van hun innerlijk laten kennen aan mij! En dat maakt hun hele godsdienstigheid erg ongeloofwaardig.
Hoe het er in onze vertaling staat, lijkt het een beetje vreemd: ze gingen op naar Jeruzalem voor het Pascha, opdat ze zichzelf reinigden". Je krijgt er haast het idee bij, dat het vieren van dit Pascha voor hen al een reiniging op zich was. Ze kunnen weer een kruisje zetten: ook weer gedaan. Ze stellen zo, door hun verplichtingen na te komen, hun godsdienstig CV op, om die aan de hemelpoort te laten zien. "Zijn wij niet in Uw Naam afgereisd naar het Pascha en hebben we het niet keurig gevierd?" "Ik heb u nooit gekend!"
Hoevelen vandaag zoeken houvast in rituelen? Niet in de laatste plaats in onze reformatorische kringen. Voor velen is de godsdienst slechts uiterlijk vertoon, net als voor moslims; men houdt zich aan de voorgeschreven of de zelf bedachte regels, om die regels zélf, niet om het doel: de eer en verheerlijking van onze hemelse Vader! Men doet de dingen, liefst zo stipt mogelijk "opdat zij zichzelven reinigden". Hopelijk helpt dat, als zij eenmaal als onwaardige, onwedergeborene en doemwaardige, God onder ogen zullen komen. Ik las iets dergelijks in een column op de HHK-site! Daarom des te meer de vraag: ben je christelijk of christen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten