"…maar ging van daar naar het land bij de woestijn, naar de stad, genaamd Efraïm, en verkeerde aldaar met Zijn discipelen"
Johannes 11 : 54b
Een ogenschijnlijk nietszeggend tekstgedeelte. Een mededeling dat Jezus vertrok uit Judea, weg uit de op moord zinnende Joodse leidslieden en meelopers. Weg, met Zijn discipelen (inclusief Judas!) Naar de stad Efraïm. Efraïm? Dat is toch een stam? Nou, het schijnt de stad of nederzetting Efron of Ofra te zijn geweest in het stamgebied van Efraïm, aan de oostelijke rand van het judese bergland, een kilometer of twintig ten noordoosten van Jeruzalem (klik hier om een kaartje te zien).
Op een website over deze plaats stond de vraag: "Waarom heeft Johannes deze plaats genoemd? Om ons te laten weten dat hij er zelf bij geweest is. Het zou een laatste retraite worden voor zijn laatste reis naar Jeruzalem"
In onze tekst staat inderdaad dat de Heere Jezus er heenging mét Zijn discipelen. Maar meer vertelt Johannes ons dan helaas weer niet. Een vraag die bij mij opkwam was: wat zou Jezus daar met Zijn jongeren hebben gedaan of besproken? Een tipje van die sluier licht Mattheüs voor ons op (Matth. 20 vanaf vers 17). "Ziet, wij gaan op naar Jeruzalem, en de Zoon des mensen zal
den overpriesteren en Schriftgeleerden overgeleverd worden, en zij
zullen Hem ter dood veroordelen; en zij zullen Hem den heidenen
overleveren, om Hem te bespotten en te geselen, en te kruisigen; en ten
derden dage zal Hij weder opstaan." Bijzonder onderwijs, vind je niet?
Dat ze het allemaal niet precies begrepen, waar Jezus het over had, bewijst het optreden daar van Salome, de moeder van Johannes en Jacobus. Ze vraagt immers of haar zonen naast Jezus in Zijn koninkrijk mogen zitten? Misschien is Johannes daarom niet zo scheutig met zijn informatie over dit verblijf. Mattheüs evenwel laat merken dat hier bijzonder essentieel onderwijs werd gegeven door de Heiland. Wat moet het moeilijk zijn geweest voor de Heere Jezus: Hij trok Zich terug voor ongelovige en vijandige Joden, maar de jongeren die Hij meenam begrepen Hem ook bijzonder slecht! Tóch deed Hij het.
De al eerder genoemde website spreekt over een 'retraiteplaats'. Wikipedia vertelt over 'retraite' het volgende: "Een retraite is een afzondering voor spiritueel zelfonderzoek en geestelijke oefening. Een daarvoor geschikte omgeving kan een klooster
of een speciaal daarvoor opgericht retraitecentrum zijn. Een retraite
biedt vaak de gelegenheid om in een groep met de hulp van een leider
gedurende een aantal dagen intensief te mediteren." Daarbij zie ik de Heere Jezus vooral als de Leider, onder Wiens behulpzame leiding de discipelen zelfonderzoek en geestelijke oefening ontvingen. En let er dan ook op dat Judas daar bij was! Jezus nam ze alle twaalf nog eenmaal apart, in voorbereiding op de grote verwarring en aanvechting van Goede Vrijdag en de dagen rond en na Pasen! Nogmaal: zelfs Judas!
Het woord voor 'verkeren' in onze dagtekst is een grieks woord dat 'wrijven tussen' of 'hard wrijven' betekent; het heeft ook de betekenis van 'slijten', 'verteren' of 'tijd doorbrengen'. Hoewel het die laatste betekenis vooral heeft – Jezus brengt in Efron kort de tijd door – werd ik getriggerd door dat 'wrijven tussen'. In 'wrijven' zit wel contact, maar kort; zelfs in 'hard wrijven'; het wrijvende object zit namelijk niet vast aan het oppervlak waarover het wrijft. Ik moest denken aan dieren – bijvoorbeeld herten – die, door met hun kop tegen boomstammen of takken te wrijven, een geurspoor achterlaten, zodat anderen weten dat ze er geweest zijn; en elk die heeft zijn eigen geur! Het dier blijft er niet, maar laat merken dat hij er wel is geweest. Het dier laat iets van zichzelf achter op die plaats.
De plaats Efron had op zowel Johannes al Mattheüs diepe indruk gemaakt. Ze waren er weliswaar kort geweest, maar Jezus had in hen iets onuitwisbaars achtergelaten.
Dit woord komen we enkel in het Johannesevangelie tegen én in de Handelingen der apostelen. We komen het woord tegen als 'en onthield Zich aldaar' (Joh. 3:22), 'en hield zich aldaar' (Joh. 12:19), 'Zij verkeerden dan aldaar…' (Hand. 14:3) of 'En toen zij aldaar vele dagen doorgebracht hadden' (Hand. 25:14).
We zien in al die teksten mensen die niet thuis zijn, maar ergens kortere of langere tijd doorbrengen. En is dat niet van toepassing op ons allemaal? De Hebreeënbriefschrijver zegt in hoofdstuk 13: "Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende." Er kunnen, zeker ook in deze vakantietijd, plaatsen zijn die we bezoeken, waar we lang willen blijven, maar na twee of drie weken moeten we toch echt weer terug naar huis. Geestelijk gezien blijven we hier op aarde een leven lang, maar er komt een moment dat we weer weg moeten, naar huis. Hecht daarom niet te vast aan jouw woonplek. Je woont er niet eeuwig. Je mag wel een goed geurspoor achterlaten: de geur van Christus! Maar onthoudt dat jouw verblijfplaats slechts een verwrijfplaats is…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten