"En Hij zeide: Ga uit, en sta op dezen berg, voor het aangezicht des HEEREN."
1 Koningen 19 : 11a
Vind jij het ook zo bijzonder dat de Heere Elia gewoon laat uitpraten, zonder hem tegen te spreken? Sterker nog, God gaat er verder niet op in. Hij zegt enkel: kom uit die spelonk en klim net als Mozes deze berg op. En ga daar voor Gods aangezicht staan. Wat een merkwaardig bevel. Kom laten we dichterbij gaan staan en kijken war er precies gebeurt.
Op de berg - I
Toen God Zijn wet aan het verbondsvolk Israël gaf, deed Hij dat vanaf de berg Horeb of Sinaï. Het was Zijn vriend Mozes die gedurende veertig dagen en veertig nachten op deze berg in Zijn nabijheid verkeerde. In de kinderbijbel-verhalen leer je al vroeg druk bezig te zijn met het gouden kalf en Mozes' verbolgenheid over die zonde. Maar hoeveel aandacht wordt er besteed aan die dagen van intieme omgang met de HEERE? Ik begrijp het wel, daar staat niet zoveel over in de Bijbel. En een kind kan zich daar dan misschien niet zo veel bij voorstellen. Maar wij grote mensen? Kunnen wij ons er misschien toch wel iets bij voorstellen? Of kunnen wij op zijn minst toch eens nadenken over hoe dat moet zijn geweest? Niet uit nieuwsgierigheid, maar uit een stuk verrukking en verlangen om ook zo dicht bij de HEERE te leven? En Mozes keerde enkele dagen later opnieuw terug en verbleef daar dicht bij God.Toen Mozes van de berg kwam, met de wet op de ongebroken stenen tafelen, was aan zijn gezicht te zien dat hij bij God was geweest. Zoals ook aan Zacharias op het tempelplein te zien was dat hij een gezicht van engelen had gezien.
Mozes - Horeb - Gods nabijheid --> de verheerlijking op de berg. Daar, bij Jezus' verheerlijking op de berg (een andere berg!) komen we Mozes opnieuw tegen. Waarom hij?
Op de berg - II
Zoals de HEERE Mozes het bevel gaf om de berg op te klimmen en bij Hem te komen, zo geeft de HEERE ook in onze tekst zo'n zelfde bevel aan Elia. Kom uit die grot, daar onderaan de berg en klim de berg op om daar dicht bij Mij te zijn. Elia wilde weg uit het leven en eeuwig bij God zijn. Welnu, hij mag dichtbij God zijn, maar wel daar, bovenop de berg. We horen geen reactie van Elia, maar wat moet er door hem heen gegaan zijn? Daar zal toch wel enige schaamte zijn over die woorden die Elia tegen de HEERE had gezegd: "Ik heb zeer geijverd…"? Ik vrees van niet, want hij zal diezelfde woorden aanstonds herhalen!De HEERE nodigt hem bij Zich. Zoals Hij ook met Zijn volk zou doen, later: "Komt, laat ons tezamen rechten". God gaat nog niet in discussie, maar nodigt in alle lankmoedigheid en barmhartigheid om naast Hem te komen zitten en eens samen naar de dingen te kijken. Dan ziet het er al een stuk anders uit! Het is een rijke zaak, als we samen met de HEERE naar onze onmogelijkheden kijken. Immers, dan kijken we er naar met een Kenner en een Expert (met eerbied gezegd). Hij overziet het geheel. Zijn plannen falen niet. Hij weet wat van Zijn maaksel is te verwachten. Maar Hij weet ook hoe het verder moet.
Op de berg - III
Op de berg… het is een plek, hoog boven alle aardse beslommeringen. Misschien staat bij jou het water aan je lippen. Maar op Gods berg is er een plaatsje daar je kunt uitkijken over je problemen. Neerkijken op alle zorgen, en opzien naar de zaligheid.Op de Berg des HEEREn zal het worden voorzien, zo ondervond Abraham het, toen hij zijn zoon moest offeren.
Jesaja mocht profeteren: "En vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, tot het huis van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij wandelen in Zijn paden; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem."
God laat profeteren door Obadja dat er op de Berg des HEEREN, Sion, heilanden zullen komen, verlossers, van wie de Heere Jezus de voornaamste Verlosser is…
En was de Heere Jezus ook niet vaak op de berg in gebed? In dit verband komt de verheerlijking op de berg ook weer op in mijn gedachten, want ook Elia was daarbij aanwezig. Elia - Horeb - Gods nabijheid --> de verheerlijking op de berg. Waarom hij?
En tenslotte stierf de Heiland op een berg en voer van een berg op naar de hemel. Een berg is een bijzonder object in het geloof… geloof, dat bergen verzet.
En wat mag Jesaja in het 25e hoofdstuk diepe dingen laten zien: "En de HEERE der heirscharen zal op dezen berg allen volken een
vetten maaltijd maken, een maaltijd van reinen wijn, van vet vol mergs,
van reine wijnen, die gezuiverd zijn. En Hij zal op dezen berg verslinden het
bewindsel des aangezichts, waarmede alle volken bewonden zijn, en het
deksel, waarmede alle natiën bedekt zijn. Hij zal den dood verslinden tot
overwinning, en de Heere HEERE zal de tranen van alle aangezichten
afwissen; en Hij zal de smaadheid Zijns volks van de ganse aarde
wegnemen; want de HEERE heeft het gesproken."
Ook voor Elia zal gelden dat het 'bewindsel' van zijn oog zal worden afgenomen als hij daar bij de HEERE op de berg is. Hij zal mogen gaan zien dat zijn wens geen goede wens was en dat de HEERE zijn bede toch verhoort, maar veel rijker dan hij had durven hopen.
Nog even terug naar die twee vragen: waarom Mozes op de berg der verheerlijking was en waarom Elia? Er wordt meestal een symbolische link gelegd naar deze twee vertegenwoordigers van het Oude Testament: de wet (Mozes) en de profeten (Elia). Dat is wel een heel bijzonder detail. Waar Elia in onze geschiedenis nog dacht de enig overgebleven profeet te zijn, daar verheft de HEERE hem in het Nieuwe Testament tot de vertegenwoordiger van alle profeten uit het Oude Testament. Nogmaals, op een bergtop overzie je de dingen anders. En de HEERE geeft in dit aardse leven meer dan eens zo'n bergtop. Soms om het leven weer te kunnen overzien, maar veelal om het hemels Jeruzalem weer in het vizier te krijgen. Daar gaat het heen! Heb jij ook wel eens zulke bergtopervaringen?
Psalm 24 vers 2 en 3
Wie klimt den berg des HEEREN op?
Wie zal dien Godgewijden top,
Voor 't oog van Sions God, betreden?
De man, die, rein van hart en hand,
Zich niet aan ijdelheid verpandt,
En geen bedrog pleegt in zijn eden.
Wie zal dien Godgewijden top,
Voor 't oog van Sions God, betreden?
De man, die, rein van hart en hand,
Zich niet aan ijdelheid verpandt,
En geen bedrog pleegt in zijn eden.
Die zal, door 's HEEREN gunst geleid,
En zegen en gerechtigheid
Van God, den God zijns heils, ontvangen.
Dit 's Jacob, dit is't vroom geslacht,
Dat naar God vraagt, Zijn wet betracht,
En zoekt Zijn aanschijn met verlangen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten