donderdag 22 januari 2015

Op krachten komen voor Gods plan

"En de engel des HEEREN kwam ten anderen male weder, en roerde hem aan, en zeide: Sta op, eet, want de weg zou te veel voor u zijn."
1 Koningen 19 : 7

A still life with bread, glass, a jug and a knife, 2008, Henk Helmantel


Soms dreigt het leven te bestaan uit 'overleven'. Dat is korte termijn denken. Je richt je op het nu, om de werkdruk aan te kunnen, de hoeveelheid werk af te krijgen en uitgeblust aan het einde van de dag in bed te stappen. Er kunnen tijden tijden zijn dat je merkt dat je op maandag al door je energie bent. De nachtrusten zijn niet een reserve opbouwen voor de volgende dag, maar een energieschade inhalen van de afgelopen dag.


Relativeren

Wie heeft leren zien dat zonder jou het werk ook wel doorgaat (bijvoorbeeld na je pensioen of tijdens een flinke griep), zou moeten kunnen relativeren. Dat de omstandigheden dat soms lastig maken, geloof ik zeker. Een pas op de plaats en een vermanend woord tot jezelf. Hoe zou je immers uitgeblust kunnen getuigen van de hoop die in je is. Je weet immers maar nooit welke taak God er nog snel bij zou willen schuiven in jouw agenda!
Dat probleem van de energieschade zie je ook terug in de visie op de zondag. Is de zondag een dag rust na een werkweek, of is het een bron van energie van waaruit je de week weer in kunt? Ik zal niet zeggen dat het ene totaal fout is en het andere compleet goed, maar het is wel een visieverschil dat ook zijn weerslag heeft in de besteding van die zondag. Het is natuurlijk ook de dag waarop je terugkijkt en alle dingen die je zwaar wegen voorzichtig leert relativeren in het licht van de eeuwigheid. De afstand die je mag nemen tot je werk vergemakkelijkt ook de dingen te overzien en te letten waar het werkelijk om draait. Of liever, om Wie het werkelijk draait.
Voor mij is de zondag niettemin écht het begin van de werkweek, van waaruit ik de week mag binnengaan. God rust mij eerst toe, opdat ik in staat zal kunnen zijn om mijn dagelijks werk en de andere taken die Hij mij opdraagt, te kunnen uitvoeren.

Recreëren

Kijkend naar de tekst zie ik nog een lijn: die van het Heilig Avondmaal. Diep ingrijpend en boordevol van Gods Vaderlijke zorg is de lading van deze woorden in het licht van het Avondmaal: "Sta op, eet, want de weg zou te veel voor u zijn." Wat wij niet kunnen is dit: zien wat er allemaal op onze weg komen zal, de komende tijd. De HEERE kan dat wel. En als Hij naar onze levenskracht kijkt, in relatie tot de taken die wachten, dan concludeert Hij: "de weg is voor jou teveel". Dat zegt Hij niet afstandelijk, autoritair, maar Vaderlijk en liefdevol. Zijn zorg druipt van die woorden af. Je zult maar zó'n Vader hebben! Je zult maar mogen leven uit Zijn hand. Ik hoef niet te weten wat er allemaal op mijn weg gaat komen, want Hij weet het nú al en zorgt dat ik het aan kan.
Of ik het altijd zo zie? Nee, helaas niet. De sporen die dat in je leven trekt, voel ik nog telkens weer. Maar mijn verstand roept mij tot bezinnen: Hij zorgt! Opdat ook mijn hart mee zal komen. Want er is nog iets. De HEERE duwt me de week niet in; Hij stuurt me niet van de Avondmaalstafel weg met een houding van "Ga heen en wordt warm"! Nee, Hij is erbij, van stap tot stap. Maar voordat ik die stappen ga zetten, zet Hij me eerst stil. Kijk naar jezelf en ervaar je kleine kracht. Zie op Mij en wees doordrongen van Mijn grote kracht. Laat Mijn aangezicht (mijn liefdevolle aanwezigheid en krachtige hulp) met je meegaan. Bekeer je van elke vorm van zelfredzaamheid en heb Me nodig, dagelijks. Laat je herscheppen; recreëer, Mijn kind!

Revalideren

God de Vader besteedt deze taak uit aan Zijn bode, Zijn engel. We zien in onze tekst 'de engel des HEEREN'. In veel gevallen gaat het dan om God de Zoon. Een engel is al bijzonder. Het hoort bij Gods belofte dat Hij Zijn engelen zal bevelen om ons op de handen te dragen. Wellicht had Elia die eerste keer (vers 6) uit een zekere heilige huiver gehoorzaam een hap en een slok genomen; bescheiden voor deze heilige engel. Maar zo gemakkelijk ben je niet gevoed. Opnieuw roept de engel hem op om te eten. "Zo red je het niet! Je hebt nog een fikse weg af te leggen, Elia!"
Maar als we hier daadwerkelijk Gods Zoon zien, hoe veel meer gewicht krijgen dan die woorden: "Sta op, eet, want de weg zou te veel voor u zijn." Waar de mens Elia zei: "Mijn taak zit erop", zegt God Zelf: "Ik revalideer je: ik verleng de geldigheid van je ambt". Gods plannen met Elia liepen verder dan het punt dat Elia meende als eindstation te zien.
Revalideren in het nederlands is 'opnieuw in staat gesteld worden om te werken'. En dat is wat er met Elia gebeurt. Maar in het engels heeft het woord nog een andere lading; daar heeft het met opwaarderen of verlenging van de geldigheid te maken. En beiden zitten in Gods bevel dat tot Elia klinkt: "Sta op, eet…" "Doe nieuwe krachten op, Elia, want Ik heb je veel langer nodig. Je hebt een forse reis achter de rug, maar je heb een nog langere reis voor de boeg!"
De Kanttekenaren vertalen het ook met: "Sta op, eet, want de reis zou voor u te groot zijn om die in de je nog resterende eigen kracht te doen". Verootmoedigend, dat revalideren.



Bij God op krachten komen betekent niet lekker lui achterover leunen, luieren. Nee, het in God recreëren heeft altijd een doel. De HEERE rust op voorhand toe, in dit leven. Niet zo zeer achteraf. Dat komt, als Hij je straks verwelkomt in Zijn heerlijkheid: "Komt in, gij gezegende Mijns Vaders…" Daar blijft dan een rust over (straks) voor het volk van God (Hebreeën 4 : 9). Mijn vraag is niet: zie je uit naar die rust, maar: kom je hier en nu wel voldoende tot rust, op krachten, om bruikbaar te zijn in Gods plan? Want de velden zijn wit om te oogsten.


Psalm 23 vers 2 en 3

Ik vrees niet, neen, schoon ik door duistre dalen;
In doodsgevaar, bekommerd om moest dwalen,
Gij blijft mij bij in alle tegenspoeden;
Uw stok en staf zal mij altoos behoeden.
Gij troost mijn ziel, en richt, in mededogen,
De tafel aan,
voor mijner haat'ren ogen.


Gij zalft mijn hoofd; Gij doet mijn blijdschap groeien,
En van Uw heil mijn beker overvloeien.
Het zalig goed, mij door Uw gunst gegeven,
Verlaat mij niet, maar volgt mij al mijn leven;
Zodat ik in het heilig huis des HEEREN,
Een lange reeks van dagen, blijf verkeren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten