"Toen zond Izebel een bode tot Elia, om te zeggen: Zo doen mij de
goden, en doen zo daartoe, voorzeker, ik zal morgen omtrent dezen tijd
uw ziel stellen, als de ziel van een hunner."
1 Koningen 19 : 2
Gisteren hoorden we Achab vertellen hoe Elia alle Baälsprofeten en de profeten van het bos had gedood. Samen opgeteld – lees 1 Koningen 18 : 19 – waren dat er maar liefst 850. Wat moet er door Achab zijn heengegaan toen hij zijn volk – en vooral zijn soldaten – die bijna duizend profeten of priesters zag afslachten in opdracht van één man: Elia. Die profeten hadden het volk al drieënhalf jaar in hun duivelse greep gehouden! Door nu aan deze profeten te komen, kwam Elia aan Achabs vrouw. Achab moet hebben geweten dat daar thuis problemen van zouden komen. Hier kon hij niet mee bij Izébel aankomen. En ja hoor, vandaag lezen we wat haar reactie is. Achab had staan toekijken (of zou hij misschien in de massa hebben meegedaan?). Izébel niet. Kun je denken!
Eten van de koninklijke tafel
Voordat we gaan kijken wát Izébel doet, staan we nog even stil bij die actie van Elia. Nou… het was ten diepste een actie van God. Want wat gebeurde er? Door deze profeten uit te roeien, verbrak God de band met de afgoderij. Zolang die profeten in leven bleven, bleef er verontreiniging aan het hof. En daarmee leefde het volk in een zondige atmosfeer.De koningin stond in nauw contact met deze profeten, want zij gaf hen brood. Lees maar in vers 19 van het vorige hoofdstuk: "…de vierhonderd en vijftig profeten van Baäl, en de vierhonderd profeten van het bos, die van de tafel van Izebel eten."In datzelfde hoofdstuk lees je ook nog over andere profeten die van diezelfde tafel aten, maar dan in het geheim (vers 4 en 13). Obadja, de rechterhand van Achab, had honderd profeten van de HEERE verstopt en gaf ze te eten van diezelfde koninklijke tafel. Hij was een godvrezende man. Lees maar wat Obadja tegen Elia zegt in vers 12: "Ik, uw knecht, nu vrees den HEERE van mijn jonkheid af".
Lijk jij op Obadja? Wat geweldig als je al jong de HEERE mag vrezen en dienen. Dat moet zichtbaar zijn in jouw leven. En… dat is hier zo bijzonder: dat moet ook in Obadja's leven zichtbaar zijn geweest. En dat, terwijl hij in dat goddeloze paleis van Achab werkte! Ik weet niet hoe hij dat heeft gedaan, maar wel weet ik dat dat niet de normale weg is. Probeer zoveel mogelijk goddeloze plaatsen (boeken, films en games) te vermijden. Niettemin zul je waarschijnlijk, als je werk gaat zoeken, terecht komen tussen mensen die de HEERE níet vrezen en misschien wel net zo goddeloos leven als Achab. Wat is het dan een zegen als je al jong hebt leren leven met de HEERE; zo ontwikkel je standvastigheid in het geloof.
De zonde totaal uitroeien
Maar nu die actie van Elia. Hij roeide die Baälsprofeten uit. Daarmee roeide hij de oorzaak van de zonde uit. Zo ontstond er ruimte dat het volk de HEERE weer kon dienen. Dat is ook voor ons ontzettend belangrijk. We moeten ons niet een beetje oppimpen, een beetje bekeren, maar totaal. Dingen die schadelijk voor ons zijn, moeten we heel bewust wegdoen uit ons leven. Elia deed dat heel rigoureus: hij doodde die machtige leiders van de afgodencultus. Ze mochten niet in leven blijven, omdat ze Gods verbondsvolk hadden verontreinigd. Misschien stuit die actie je tegen de borst, maar zo ernstig is het en zo zuinig is de HEERE op Zijn verbond met Zijn volk.Misschien denk je: dat doen we tegenwoordig niet meer zo. Inderdaad, de doodstraf is in ons land verdwenen. Sinds het offer van de Heere Jezus wordt er niet meer zo bloedig ingegrepen door de HEERE. Maar denk niet dat het oordeel niet meer bestaat. Het is alleen uitgesteld: tot de Jongste Dag. Dan zullen alle vijanden van God (ook de religieuze en vrome vijanden) worden weggestuurd naar de eeuwige dood. Schrik je daarvan? Nou, dat is ook heftig, maar er is voor onbekeerde zondaren nog genadetijd. Gebruik die tijd goed, als je nog geen nieuw hart hebt, vóór het te laat is.
En als je wel een nieuw hart hebt, wees dan op je hoede voor de zonde, die zo maar weer binnendringt. "Dood de zonden in je leven", roept Paulus je op ("Doodt dan uw leden, die op de aarde zijn, namelijk hoererij, onreinigheid, schandelijke beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst", Kolossenzen 3 : 5). Strijd tegen de zonde; doe dat biddend. Dan zul je in Gods kracht ook mogen overwinnen. En je zult met Paulus uitroepen (Romeinen 6 : 12-13): "Dat dan de zonde niet heerse in uw sterfelijk lichaam, om haar te gehoorzamen in de begeerlijkheden deszelven lichaams. En stelt uwe leden niet der zonde tot wapenen der ongerechtigheid; maar stelt uzelven Gode, als uit de doden levende geworden zijnde, en stelt uw leden Gode tot wapenen der gerechtigheid."
Wraakacties
Dat overwinnen gaat niet zonder slag of stoot. En na een overwinning komt er geheid een tegenactie. Dat zie je in de tekst van vandaag: Izébel neemt wraak. "Elia, ik weet je wel te vinden, hoor; al moet ik er voor naar de andere kant van de wereld. Ik zal er persoonlijk zorg voor dragen dat jij hetzelfde zal overkomen als mijn profeten!"Haar ogen moeten vuur geschoten hebben; maar het haalde het niet bij het vuur dat God uit de hemel liet vallen. Haar mond bralde deze wraakwoorden en de spetters vlogen misschien wel in het rond; denk nog even aan de mond van Elia, waar we gisteren bij stilstonden! Haar stem krijst nu reeds, maar haar macht is al gebroken. Ze stuurt een bode… Wat zal die man of jongen hebben gedaan? "Dag Elia, Ik moet u van de koningin vertellen dat ze u zal gaan doden." Of zou die jongen een mes bij zich hebben gehad om Elia te vermoorden? Hoe dan ook: er hangt wraak in de lucht.
Wraak. Dat hoor je vandaag de dag veel. In Parijs; in Nigeria; in Syrië. En als tegenreactie op een terroristische actie komt vanuit het beschaafde westen ook regelmatig een wraakactie. Doe daar echter niet aan mee. Ook niet in de vorm van satirische cartoons of grappen. Er is meer aan de hand dan alleen haat en nijd tussen mensen en bevolkingsgroepen. We hebben de strijd tegen de geestelijke boosheden in de lucht (Efeze 6 : 12).
De duivel laat je niet zomaar met rust; zeker niet als je hem een gevoelige klap gegeven hebt. Maar kijk ook eens mee met de knecht van Elisa (2 Koningen 6 : 15-17): "Vrees niet; want die bij ons zijn, zijn meer, dan die bij hen zijn." In deze geestelijke strijd staat ons een sterke Held terzijde, zingt Luther. Ken je de strijd tegen de zonde? Dan ken je ook deze Held: de Heere Jezus. Blijf dicht bij Hem; elke dag!
Psalm 84 vers 6
Want God, de HEER, zo goed, zo mild,
Is 't allen tijd een zon en schild;
Hij zal genaad' en ere geven;
Hij zal hun 't goede niet in nood
Onthouden, zelfs niet in de dood,
Die in oprechtheid voor Hem leven.
Welzalig, HEER, die op U bouwt,
En zich geheel aan U vertrouwt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten