donderdag 8 januari 2015

Engelen op school in de kerk

"Opdat nu, door de Gemeente, bekend gemaakt worde aan de overheden en de machten in den hemel de veelvuldige wijsheid Gods"
Efeze 3 : 10

Aandachtig luisterende engel


Een van die merkwaardige teksten in de Bijbel die iets specifieks zeggen over de engelen, is wel deze tekst uit Efeze 3. Daar is, laat ik het simpel zeggen, tijdens elke kerkdienst iets bijzonders aan de hand (al doe ik daarmee iets tekort aan de tekst, maar daarover later). Je zou zeggen: de engelen in de hemel zullen toch wel zo'n beetje alles weten over de HEERE? Zij leven, zo zagen we gisteren in het fragment van de preek van ds. Viervant, het dichts van alle schepselen bij God? Maar nu lezen we vandaag dat zij het moeten hebben van de Gemeente! Die vertelt hen juist iets over de veelvuldige wijsheid van God. Had jij dat gedacht?
Hoe zit dat dan? Moeten wij met engelen gaan praten? Luisteren zij naar de preken, zoals wij in de kerk zitten, en zie je ze als het waren schuin voor je in de kerkbank zitten en knikken, verrast overeind schieten en gebaren: "Ah! Zo zit dat dus!" Ja en nee. 

Het verlossingswerk, dat God de Vader en God de Zoon in de Raad des Vredes hebben uitgedacht, is voor ons mensen tamelijk verborgen. Wij zien er wel het een en ander van. We merken er iets van als mensen tot geloof komen. We weten, 2000 jaar later, veel over Christus' werk en motieven. Maar er leven nog tal van vragen en duisterheden. We moeten het doen met wat is geopenbaard. Maar… tóen Jezus rondwandelden, was niets daarvan nog geboekstaafd. Het is niet zo verwonderlijk dat de discipelen vol met vragen zaten. Jezus' woorden waren bij tijden zo mysterieus, dat ze het verband erin niet zagen. En toch was het terecht dat Jezus hen bestraffend toesprak: "O, onverstandigen en dwazen van hart, dat jullie nou toch de profeten zó slecht kennen!"
Wat nu de discipelen stukje bij beetje moesten leren – en met name Johannes refereert daar af en toe aan als hij zegt, zij verstonden nog niet dit of dat – dat moesten ook de engelen nog leren. Wel anders. Zij leggen veel sneller en beter verbanden, maar hoe God te werk zou gaan vanaf Jezus' komst in Bethlehem, ze wisten het niet. Elke stap die Jezus op aarde zette, was voor hen als het afrollen van een schitterend doek, waarop een tafereel staat geschilderd. Dag na dag werd helderder hóe wijs God was. 
En datzelfde geldt ook voor Gods werk vandaag de dag. De engelen volgen het nauwlettend hoe er over de HEERE in jouw gemeente wordt gesproken. Of er mensen tot geloof komen en hoe ze dan van Hem gaan getuigen. Hoe ze met elkaar delen wat God in hen heeft gedaan! Uit de bekering van elk mens, blijkt de wijsheid Gods, waarover de engelen zich verheugen en waarin zij zich verlustigen!

Tot slot nog een citaat van ds. Viervant over dit aspect:
"Vervolgens, hoe vermeerderde [zich] het inzicht van de engelen in onze verzoening en zaligmaking, toen Gods eniggeboren Zoon, de weergave van Zijn heerlijkheid, tot verheerlijking van de Naam van de Vader, aan het kruis de geest gaf, na het doorstaan van zoveel smart en smaad. Toen Jezus, als de overwinnaar van de dood, verrees uit het graf. Toen Hij ten hemel opvoer [en] als de Hogepriester van het Nieuwe Verbond voor de troon van de grote Koning naderde.
Maar de stem van de Goddelijke Majesteit klonk door de hemelse tempel: “Zit Gij, o Priester, in eeuwigheid! Zit aan Mijn rechterhand, totdat ik uw vijanden zal hebben gezet tot een voetbank voor uw voeten!”

Twijfel er geen ogenblik aan, mijn vrienden, dat er bij deze verhoging van Jezus aan de rechterhand van Zijn Vader en de verandering van de toestand van de aardse en hemelse dingen daardoor bewerkstelligd, een glansrijker licht van kennis en vreugde is opgegaan in de hemel over de verzoening en zaligheid, [zowel aangaande] het gepasseerde als het toekomende, de vervulling en de verwachting.
Jazeker, Jezus Christus, de Gekruisigde, is als de wijsheid en kracht van God, de hoop van de heerlijkheid, in het hemelse Jeruzalem door de duizenden engelen en de geesten van de volmaakt rechtvaardigen, met lofzangen verheerlijkt, [nog] voordat Hij als zodanig op aarde naar behoren erkend werd en aan de mensen bekend gemaakt werd door de prediking van de apostelen van de Heiland.
En die prediking van de apostelen was nu juist [bedoeld] om mensen, Joden en heidenen, te verlichten in de kennis van de verborgen zaken, die sinds alle eeuwen al verborgen geweest zijn in God.
Maar tevens, zoals Paulus ons leert (Efeze 3 : 10), opdat nu door de gemeente bekend wordt gemaakt aan de overheden en machten in de hemel, de veelvoudige wijsheid van God. [Wat een] merkwaardige getuigenis van de apostel! Op die manier worden de engelen nader verlicht, ook door de bediening van het evangelie onder de volken. Maar dan zal hun begeerte, om in de dingen van de verlossing in te zien, ook steeds meer worden verzadigd, naarmate de tijd van het Nieuwe Verbond verstrijkt.

Trouwens, volgens de hiervoor beschreven bewijsgronden, merk ik ten derde op dat het verlossingswerk door alle eeuwen heen, ja eeuwig, het verstand van de engelen op de [meest] aangename manier, bezighoudt.
Het ontwerp van onze verlossing is en blijft een [zeer] grote verborgenheid, zowel voor engelen als [voor] mensen. Het is zó vol van Gods heerlijkheid, dat, hoe verstandig de engelen ook zijn, zij nooit helemaal aan het einde zullen komen van hun naspeuring van de talrijke wijsheid.
Bovendien was het in de tijd toen Petrus schreef – en [zelfs] heden ten dage – nog niet af. Men heeft veel gezien van de heerlijkheid van de Middelaar, vanaf de tijd van de apostelen tot nu [toe]. Via wat voor wonderlijke wegen is Gods Kerk overal geplant? [En] in de verdrukking bewaard [gebleven]. Tegen de verleidingen beschermd. En uit [een] diep verval [weer] heerlijk opgetrokken. [En] nog [steeds] rijdt de Middelaar in Zijn heerlijkheid, op het Woord van de waarheid. Nog [steeds] behaalt Hij Zijn overwinningen.
En hoeveel moet er nog gebeuren om alles wat ons door de profeten en apostelen is verkondigd, tot stand te brengen. Het verborgen lichaam van het verheerlijkte Hoofd wacht nog lijden, maar ook heerlijkheid. Er zal een tijd van verzoeking komen over de hele wereld. Maar men zal ook ongeloof en bijgeloof zien vallen voor Immanuël. Geheel Israël [zal] tot Hem bekeerd [worden]. [En] de volheid van de heidenen [zal] ingaan. Wat een heerlijke dingen over de Stad van God!
"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten