woensdag 28 januari 2015

Mag God jou vragen wat je aan het doen bent?

"…en ziet, het woord des HEEREN geschiedde tot hem, en zeide tot hem: Wat maakt gij hier, Elia?"
1 Koningen 19 : 9b


In Gods spelonk schuilen betekent ook God onder ogen komen!


Had Elia de handdoek in de ring gegooid? Dan was hij dus profeet-af. Maar kijk eens wat er in onze dagtekst staat: "Het woord des HEEREN geschiedde tot hem…". Dat betekent: "Profeet, er is werk aan de winkel in Mijn wijngaard!" Om die reden is Gods vraag aan Elia meer dan een belangstellende vraag wat hem hier brengt. Je mag er gerust de uitnodiging in lezen, om je hart bij God uit te storten, maar geloof me, het is meer. Er zal na deze uitnodiging absoluut een verantwoording moeten volgen. Een goede vader zal zijn weggelopen zoon misschien wel eerst rustig laten vertellen, maar dán volgt wel het vraaggesprek naar het 'waarom' van dat weglopen. Een Vader Die Zijn zoon, net als een verloren schaap, heeft teruggevonden zal die vraag toch moeten stellen: "Mijn kind, wat breng jou hier?"


Wat er niet staat

Wie gaat zoeken naar wát er precies in de grondtekst staat, zal zien, dat niet alle woorden uit onze vertaling er daadwerkelijk staan. Er staat in telegramstijl eigenlijk dit: "Wat hier, Elia?" of "Waartoe hier, Elia?" Het woord maken – of eventueel een ander werkwoord – wordt niet genoemd. Het zal wel geen exegetisch verantwoorde gedachte zijn, maar ik vond het kenmerkend voor Elia's situatie: geen werkwoord, maar een werkelooswoord: "waartoe hier"?
Als onze daden ten diepste geen daden, maar ijdelheid zijn, hebben ze geen eeuwigheidswaarde. Ik wil Elia niet te hard vallen; als wij kritisch naar onze woorden, gedachten en daden kijken, dan zijn er best veel die sowieso geen vruchtbaarheid voor de eeuwigheid vertonen. Op voorhand al niet.
Ik lees de klank van Gods stem niet in deze tekst. Ik moet het slechts doen met de woorden die God gebruikt en die zijn uiterst sober. Wat,mals de Heere met weinig woorden in ons leven spreekt?

Wat er niet klopt

Allereerst moet ik iets recht zetten, dat in een voorgaande bijbelstudie waarschijnlijk niet juist is oogevat. Hoewel Elia bij elkaar 850 priesters of profeten van Baäl en van het bos uitnodigde op de Karmel, zo verschenen er toch slechts 450. Volgens de Kanttekeningen hield Izébel die thuis, als we 1 Koningen 22 : 6 goed begrijpen.
Wel, als Elia die 450 profeten van Baäl keelde, daar bij de Karmel, dan was zijn taak daarna om die overige 400 profeten of priesters van het bos op te zoeken en uit te roeien. De afgodendienst moest immers met wortel en tak uitgeroeid worden? Terecht vraagt God: "Waarom kom Ik je hier tegen, Elia?"
Elia is hier, zóveel kilometers van zijn arbeidsterrein, niet bruikbaar voor de Heere. Hier zijn klopt niet met de opdracht van de Heere. Zijn taak zit er niet op, mij heeft nog een kleine 27 jaar voor de boeg!
Hoever ben jij verwijderd van je taak om de Heere te dienen? Misschien geen kilometers, maar wellicht woorden. Wat ik bedoel? Zwijgen, terwijl je spreken moet is ook een weglopen van je roeping. Of lekker lui leven in de zonde, terwijl je geroepen bent om heilig te leven is ook weglopen van je roeping. Dat klopt niet!
Vraagt God zich misschien ook over jou af: "Wat voert je hier naar toe? Waarom tref ik je hier aan?"

Wat er niet gebeurt

Je zou verwachten dat de Heere Elia terugstuurt. "Keer weder, Elia, en dood de achtergehouden profeten van het bos. Trotseer Izébel en haar handlangers en sluit je aan bij Obadja en de 100 profeten van Mij. Laat het volk nu ook zien hóe de Heere gediend moet worden. Wees een voorbeeld voor hen." Maar niets van dat alles. Elia krijgt straks weleen paar nieuwe taken uit te voeren, maar die liggen een heel andere kant uit.
Ook wordt hij niet teruggestuurd naar de weduwe in Sarepta Sidonis. Die moest daar in haar eentje in een heidense omgeving de Heere dienen, net als later Naäman in Eliza's tijd en de Moorman uit Filippus' tijd. Had hij daar geen taak, zoals ook Paulus door de Geest werd gedreven om de jonge gemeenten na een aantal jaren weer te bezoeken en te versterken. Nee, dat gebeurt niet. Blijkbaar voorzag de Heere haar in alle geestelijke zaken die ze nodig had. 
Elia wordt niet weggestuurd, maar hij mag een antwoord gaan geven op die vraag van de Heere. Wat zal hij zeggen? We zullen het morgen zien. Vooralsnog mag hij hier nog even blijven. Maar het is geen vakantie!


Vind je het vervelend dan de Heere naar de reden van Elia vraagt, om hoer te zijn? Had je liever iets anders gelezen? Bijvoorbeeld hoe het is om veilig bij de Heere te schuilen en geborgenheid te voelen? Ik ook, maar toch blijkt dat schuilen bij de Heere pas kan als alles tussen jou en de Heere weg is. Intimiteit met de Heere gaat nooit ten koste van Zijn rechtvaardigheid. Hier niet, aan de Avondmaalstafel niet en nooit niet! Geen enkele dag. Als je de dag met Hem afsluit, belijd je zonden en vertel dan alles wat je bezighoud en… laat de Heere toe om je ongerechtigheid in je leven aan te wijzen.


Psalm 32 vers 3 en 4
'k Bekend', o HEER', aan U oprecht mijn zonden;
'k Verborg geen kwaad dat in mij werd gevonden;
Maar ik beleed, na ernstig overleg,
Mijn boze daân; Gij naamt die gunstig weg;
Dies zal tot U een ieder van de vromen,
In vindenstijd, met ootmoed smekend, komen;
Een zee van ramp moog' met haar golven slaan,
Hoe hoog zij ga, zij raakt hem zelfs niet aan.

Gij zijt mij, Heer', ter schuilplaats in gevaren;
Gij zult mij voor benauwdheid trouw bewaren;
G' omringt me, daar Gij mij in ruimte stelt,
Met blij gezang, dat mijn verlossing meldt.
Mijn leer zal u, o mens, naar 't recht doen hand'len,
En wijzen u den weg dien gij zult wand'len;
Ik zal u trouw verzellen met mijn raad;
Terwijl mijn oog op u gevestigd staat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten