zaterdag 9 januari 2021

Zijn gehoorzaamheid wordt de mijne

Zijn gehoorzaamheid wordt de mijne (1)

De wet van Mozes maakt mensen tot hogepriester. En mensen zijn nu eenmaal ongehoorzaam aan God.
Maar de plechtige eed van God die na de wet kwam, maakt de Zoon tot Hogepriester. En Híj is voor eeuwig volmaakt en nooit ongehoorzaam aan God.
Hebreeën 7 : 28

Volmaakte gehoorzaamheid… Het hele Nieuwe Testament maakt ons duidelijk hoe volmaakt Jezus in Zijn gehoorzaamheid aan de Vader was. Kijk, dat is nodig, zodat we ook weten dat Zijn verlossing voor ons volmaakt is. Hij was volkomen of volmaakt gehoorzaam aan Zijn Vader die Hem met een eed tot Priester heeft aangesteld. Daarmee is die eed niet gebroken, maar bevestigd en dus blijft ook de heerlijke belofte eeuwig zeker. Maar hoe zit dat dan met onze gehoorzaamheid?

Ja, waar kijken we naar als we praten over onze gehoorzaamheid aan God? Wat ik veel hoor is dat wij (soms zegt men erbij ‘van nature’) helemaal niet kunnen gehoorzamen aan God. Dat klinkt wel heel reformatorische, maar is het ook bijbels? Zijn wij enkel in staat om God en onze naaste te haten? En wat houdt dat 'haten' dan in?

Ik ga niet herhalen wat ik al veel vaker heb gezegd over dat 'haten'. Maar ik ga je laten zien wat de Bijbel zegt. Neem Petrus aan het begin van zijn eerste brief. Hij wenst de verstrooide gelovigen, “de uitverkorenen naar de voorkennis van God de Vader, in de heiligmaking door de Geest, tot gehoorzaamheid en besprenging des bloeds van Jezus Christus” vermeerdering van genade en vrede (1 Petr. 1:2).

Lees de Kanttekeningen bij die verzen. Dan zul je zien dat in die ingewikkelde openingszin een lijnt loopt van gehoorzaamheid naar uitverkoren zijn. En de weg waarlangs gelovigen gehoorzaam worden heet heiligmaking. Dáár ligt een risico voor denk­fouten en helaas plukken we daar in onze tijd veel wrange vruchten van. Alsof de heiligmaking een training is om jezelf tot gehoorzaamheid te dwingen en de trainingsinstructie zou dan de wet zijn.

Nogmaals lees de Kanttekeningen: “De verkiezing of roeping bestaat in de heiligmaking van de Geest en geschiedt door de Heiligen Geest, omdat alleen het werk van de Heilige Geest ons afzondert van de algemene hoop van de verdorven mensen.” Verkiezing, roeping en heiligmaking is allemaal het werk van de Geest!

En die gehoorzaamheid? Is dat ook training? Luister maar: “Want door het geloof gehoorzamen wij het Evangelie van Christus.” Dus wij houden niet een systeem aan wetten en leefregels (al zijn die niet fout op zichzelf), maar ons geloven staat gelijk aan gehoorzaamheid, want wij zeggen ‘amen’ op het Evangelie en het offer van Christus. Door de Geest wordt Christus’ gehoorzaamheid de onze!


Zijn gehoorzaamheid wordt de mijne (2)
…de plechtige eed van God die na de wet kwam, maakt de Zoon tot Hogepriester.
En Híj is voor eeuwig volmaakt en nooit ongehoorzaam aan God.
Hebreeën 7 : 28b

Nog iets meer moet ik hierover zeggen en je aan het denken zetten over wat je wellicht meestal hoort in de kerk of op bijbelkringen etc. Er leeft in onze kringen teveel de gedachte dat de wet een soort maatlat is waarlangs we ons leven moeten leggen. Voor de een bevestigt die dat het nooit wat wordt met een mens en wordt hij of zij mismoedig. Voor een ander ‘kan het ermee door’ of is zelfs tevreden.

Aan beide kanten van het kerkelijk spectrum wordt eigenlijk dezelfde denkfout gemaakt. We zoeken houvast om vast te stellen dat het geloof klopt. We proberen te meten om te zien of de plant wel wortelschiet en groeit. We peppen onszelf op door op te roepen om meer en vaster te geloven. Terwijl aan de andere kant mensen in een ware zelfkastijding enkel maar amen zeggen op dat al hun werken slechts een wegwerpelijk kleed zijn.

Maar beiden, onbijbelse, uitersten gaan voorbij aan wat zowel Petrus als Paulus ons leren. Het is de Heilige Geest die het geloof werkt. Dus dat hoeven we niet te meten, dat is goed. De Geest leert ons niet voortdurend te meten of het al wat wordt, maar leert ons om alles van Christus te verwachten. Zoals we hiervoor al stelden: Zijn gehoorzaamheid wordt (gerekend als) de onze!

Hij voor mij op Golgotha, omdat ik eigenlijk die straf verdiende. Hij voor mij door God verlaten, zodat ik nooit (hoor je dat?) meer door God hoef te zijn! Maar dan ook doorpraten… Hij gehoorzaam voor mij, waardoor Zijn Vader niet naar mij kijkt om te zien wat ik ervan terecht breng, maar naar mij kijkt of Zijn Zoon zichtbaar is in mij.

Ik herhaal de Kanttekeningen bij 1 Petr. 1:2: “Want door het geloof gehoorzamen wij het Evangelie van Christus”! Door het geloof kan ik zijn wat ik van mijzelf nooit zou kunnen zijn: gehoorzaam.
En deze gehoorzaamheid is niet slaafs, maar kinderlijk en liefdevol. Zo raak ik al meer vervuld van de volmaaktheid van Christus, van de heerlijkheid die de Vader heeft klaarliggen en wordt het verlangen naar Hem gewekt en gaande gehouden. We zijn immers op reis. Zou ons hart dan niet met heimwee vervuld zijn naar het einddoel van de reis?

Maar… hoe zou heimwee ons hart vervullen als we zelden tot nooit iets horen in de prediking – en in het lezen en overdenken van het Woord – over ons Vaderland hierboven? Over Wie Christus is in Zijn heerlijke volmaaktheid? Maar dat de kerk- en stilletijd wordt verzaakt of verkwanseld met informatie die er niet toe doet, omdat Christus dat heeft volbracht?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten