Híj (Jezus) is voor eeuwig volmaakt en nooit ongehoorzaam aan God.
Hebreeën 7 : 28b
Toen ik gisteren wat nadacht over hoe de wet fungeert in veel preken, kwam er een tekst bij me boven die weleens is geciteerd: “…want ik heb ulieden toebereid om u als een reine maagd aan één Man voor te stellen, namelijk aan Christus.” (2 Kor. 11 : 2b)
Er zijn predikers dit deze tekst noemen als het gaat om hun missie, hun taak. Ze moeten de bruid van Christus (de gemeente) rein (eigenlijk bedoelen ze smetteloos of volmaakt) aan Christus presenteren. Ze beroepen zich daarmee op Paulus’ woorden.
Het probleem is dan dat ze richting de gemeente spreken over heiligheid (in plaats van heiligmaking): “Wees heilig, want Ik, de Heere, ben heilig”. Ze weiden uit over de geboden van God en hoe goed die zijn (en dat zijn ze, maar bedoelen we wel hetzelfde?).
Weest heilig… Het wordt al snel “wees volmaakt…” En voor je het weet moeten wij aan het werk om alle zonden na te laten en heilige dingen te doen. Moet je dan niet heilig leven? Ja, maar bedoelen we hetzelfde?
Als Paulus tegen de Korinthiërs spreekt over ‘toebereid’ dan staat er in de Kanttekeningen: “versierd, toegepast; dat is: door de prediking van het Evangelie tot het geloof, en door het geloof tot Christus gebracht, en aan Hem gelijk als ondertrouwd, waarop het geestelijke huwelijk moet volgen.” Er is dus een tweedelige taak voor predikers: oproepen tot geloof en daarna tot Christus brengen. Juist dat laatste ontbreekt vaak. En bij beiden is de Geest nodig!
Worden we in de preek meegenomen naar onze Liefste? Raken we onder de indruk van Hem? Wordt ons hart brandend gemaakt onder de preek, omdat we zulke heerlijke dingen over Hem horen?
Als Paulus spreekt over de gelovigen als een ‘reine maagd’, bedoelt hij dan dat ze eerst door de wet moeten worden afgebroken? Moeten Gods kinderen keer of keer horen dat uit hen niets te verwachten is?
In onze tekst wordt gezegd dat Jezus eeuwig volmaakt (geheiligd, SV) is. Dat is: volmaakt, ingewijd; zie Hebr. 2:10: “Want het betaamde Hem dat Hij vele kinderen tot de heerlijkheid leidende, den oversten Leidsman hunner zaligheid door lijden zou heiligen.” Opnieuw de Kanttekeningen: “Dit woord ‘heiligen’ betekent dat de Vader bepaald heeft dat Christus door Zijn gehoorzaamheid door de dood aan het kruis Zijn heerlijkheid zou binnengaan en dat Hij ons mét Hem daartoe ook bekwaam maakt.” Wij moeten onszelf niet bekwaam maken om de hemel binnen te gaan. Zelfs niet door plichtsgetrouw Gods geboden na te leven. Nee, wij moeten door het geloof (een gave van de Geest) met Christus verbonden zijn… dát geeft ons de gevraagde volmaaktheid, die vast ligt in Hem!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten