Want de wet van Mozes heeft ons helemaal niet volmaakt kunnen maken. Hij heeft ons niet kunnen redden. Die wet was er tótdat er iets beters zou komen, iets waardoor wij wél dichter bij God konden komen.
Hebreeën 7 : 19
Het mooie van de Basisbijbel vind ik dat ze hier en daar ook verdere uitleg geven. Zoals bij deze tekst. Bij dat “iets waardoor wij wél dichter bij God konden komen” wordt toegevoegd “Namelijk Jezus. Door de offers kreeg een mens wel vergeving voor zijn ongehoorzaamheid, maar hij werd er niet van bevrijd. Hij bleef een slaaf van het kwaad. De offers losten dat probleem niet op. Maar door Jezus’ offer zijn we vrij van het kwaad en kunnen we God gehoorzaam zijn. Lees hierover meer in Romeinen 6:3-11.”
Paulus redeneert maar door. Hij zet uiteen hoe merkwaardig het is dat God nu juist níet uit Levi een nieuwe Priester heeft verwerkt. Nee, Jezus kwam uit de stam van Juda. Zo heeft hij Jezus al tegenover Levi gezet. Maar opeens refereert Paulus nog weer aan Melchizédek: “Maar nu is er een nieuwe Priester, één die net als Melchizédek is.”
Dat was voor de Joden ondenkbaar. Iemand uit de stam van Juda die offert op het altaar? Sterker nog: een koning uit Juda die offert? Achaz had dat ooit gedaan en wat dacht je van Uzzia?! Die werd zelfs zwaar gestraft door God, nadat hij was gewaarschuwd door Azarja, de hogepriester: “Mijn heer de koning, u mag geen wierook-offer brengen aan de Heere. Dat mogen alleen de priesters uit de familie van Aäron doen. Want zij zijn voor dat werk aangewezen door de Heere. U bent ongehoorzaam aan de Heere. Ga de tempel uit, anders zal de Heere God u straffen.”
En nu zal er een koning-priester uit de stam van Juda komen die hét offer aan God zal brengen? Dat moet de Joden, zeker de niet-messiasbelijdende Joden, blasfemisch in de oren hebben geklonken! Maar Paulus gaat moeilijke teksten niet uit de weg.
Hij koppelt het moment van Jezus' doop (en de zalving met de Heilige Geest) aan Psalm 110, waar de Vader tegen de Zoon zegt: “U bent voor eeuwig Priester. De Heere heeft dat gezworen en Hij zal het niet meer veranderen.” Zo krijgt deze Psalm een nieuwe en diepere dimensie in Christus.
En hoor dan eens hoe Paulus dat stukje afsluit in vers 22: “Daardoor weten we dat we in Jezus een veel beter verbond hebben gekregen.” Jammer dat de frase van de SV is wegvertaald, waarin staat dat Jezus hiervan Borg is geworden. Juist die eed van God de Vader is essentieel. God heeft gezworen met een onveranderlijke eed (Kanttekeningen) en dus is dit nieuwe verbond ook onveranderlijk vanaf dat moment. En het is zó krachtig, dat het in staat is ons zalig te maken! Dankzij deze Borg en Middelaar kunnen we dichter bij, nee, dichtbij bij God komen. Les 6.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten