De zekerheid dat Hij ons zal redden is als een anker voor onze ziel. Daarmee zijn we verbonden met God Zelf, achter het gordijn in de hemelse tempel. Want Jezus is daar als eerste vóór ons naar binnen gegaan. Hij is daar voor eeuwig onze Hogepriester geworden, net als Melchizédek.
Hebreeën 6 : 19-20
Dat 'net als Mechizédek' staat hier zeer lastig. Daarom laat ik het even voor wat het is. Paulus trekt al eerder een lijn van Christus naar Melchizédek en hij komt daar in het volgende hoofdstuk uitgebreider maar ook bepaald ingewikkeld op terug. Voor nu beperken we ons tot Jezus als Hogepriester.
Naast de vergelijking tussen Jezus en de hogepriester is er nog een beeldspraak: het anker. Een prachtig beeld! Een anker komt in een onbereikbare plaats om er houvast voor het schip op het water te geven.
Nou, zo ging de hogepriester eenmaal per jaar naar een voor ons onbereikbare plaats, in het Heilige der Heilige, bij God, om er verzoening en dus eeuwig houvast aan te brengen. Het werkt als een anker.
Ja, die hogepriester was zelf – hoe heilig hij ook probeerde te leven – zondaar en moest eerst voor zichzelf verzoening doen. Maar als hij gewassen en gereinigd was mocht hij met schone kleren tot Gods troon (op de ark, tussen de cherubs) komen. Met bloed, ja. Want de mens die zondigt moet sterven: dus er moest bloed vloeien.
Nee, God wil niet gefopt worden met dat dierenbloed. Hij heeft deze weg Zelf aangeboden, dus Hij neemt er genoegen mee. Maar er is nóg een reden waarom Hij er genoegen mee neemt: er komt een beter Lam dat Zijn Eigen bloed zal offeren. Dat Lam is ook Hogepriester en zal daarmee het Heilige der Heiligen in de hemel binnengaan. Dát is het beeld dat Paulus hier gebruikt met dat anker.
De aardse hogepriester herstelde de band tussen God (Die gekrenkt was door de zonden van het volk) en het volk met dit bloed. Zo werd er weer een sterke ketting tussen die beiden gelegd, verankerd in God. Want God hoeft ons niet vast te houden om Zelf gelukkig te zijn. Wij moeten Hem vasthouden, als we echt gelukkig willen worden. Echter… dat kunnen we niet sinds Genesis 3. Vandaar dat iemand dat namens ons doet. In het Oude Testament was dat die hogepriester. Maar dat was slechts een schaduw. Er zou een betere hogepriester komen: de Messias.
De Joden hebben altijd volledige verzoening op Grote Verzoendag gezien en ervaren. Hun visie op Christus is daarom totaal anders dan die van ons. Daar zit een denkprobleem tussen hen en ons. God had immers Grote Verzoendag geboden om totale verzoening voor het volk aan te brengen. Dus een Messias die Zichzelf offerde paste niet in dat plaatje. En voor ons? Past Christus wel in ons 'plaatje'?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten