"En de HEERE zeide tot Kaïn: Waarom zijt gij ontstoken, en waarom is uw aangezicht vervallen?
Is er niet, indien gij weldoet, verhoging?
en zo gij niet weldoet, de zonde ligt aan de deur.
Zijn begeerte is toch tot u, en gij zult over hem heersen."
Zijn begeerte is toch tot u, en gij zult over hem heersen."
Genesis 4 : 6-7
"Ga eerst eens even zitten en bekijk de situatie rustig van een afstandje," zo vertelde een van mijn directeuren me enige tijd geleden. Die les had hij geleerd van zijn leermeester. "Het voorkomt dat je in het wilde weg dingen gaat doen, gejaagd naar oplossingen zoekt en zo een deel van de mogelijkheden niet eens in beeld hebt." Ga eerst eens even zitten… Het is alsof de HEERE aan Kaïn zo'n zelfde advies heeft. Waar kijken ze dan samen naar?
Een confronterende vraag
Het is haast een grapje, de tegenstelling die de HEERE tekent; ware het niet dat Hij bloedserieus is, wanneer Hij Kaïn achterna gaat en tot rede wil brengen. Tegenover het naar beneden gerichte, mokkende gezicht van Kaïn plaatst God de verhoging die er wacht, wanneer hij zal breken met de zonde en kiest voor 'weldoen'. Kaïn kijkt naar beneden, naar de aarde; God tilt als het ware Kaïns hoofd omhoog en laat hem opkijken naar de hemel.
We zijn in dergelijke situaties misschien snel geneigd om omzichtig te werk te gaan, niet al te direct; de kool en de geit sparend. De HEERE niet: "Waarom ben je boos? Ik zie het aan je gezicht; het is verwrongen van haat!" Zo'n zelfde confronterende vraag als Hij stelde aan Jona: "Is uw toorn billijk (terecht) ontstoken?"
Direct het mes erin. Ik zal niet zeggen dat dat altijd werkt, maar wees er wel altijd duidelijk in dat je niet van zin bent om om de hete brei heen te draaien. Stel aan je kinderen directe en concrete vragen. Maar laat ze merken dat liefde de drijfveer en het motief van je confronterende vragen is. Ik geeft toe dat dat soms erg lastig is. Als clubleider of -leidster speel je wel een andere rol, dan als ouders. Als ouders maak je je kinderen langer mee dan als clubleiding. In dat laatste geval is het soms ook zoeken naar 'andere' momenten dan die clubavond die vaak omvliegt en waarbij je ook je aandacht bij de les moet hebben. Het gesprek kan dan niet zomaar uitlopen.
Concrete vragen, als er pijn en moeite is; confronterende vragen, als er boosheid en zelfs onredelijke kwaadheid is. Tussen jongeren of… tussen een jongere en jou als leider/ouder. In het geval van Kaïn zette God hem als het ware op een bankje langs de weg neer en zette het mes er direct in. Scherp en toch… liefdevol. Wij hadden Kaïn misschien allang afgeschreven, maar onze tekstwoorden laten toch echt wel Gods liefdevolle pogingen zien om hem tot bedaren te brengen.
Een kalme overweging
De HEERE zet de dingen helder op een rijtje; geef eens eerlijk antwoord, Kaïn: is het niet zo dat… Eigenlijk zet je op deze manier voor die ander even de dingen helder tegenover elkaar. Je verbindt oorzaak en gevolg met elkaar, daad en beoordeling. Welk resultaat wil je bereiken? Verhoging of verwerping?
Nou, de HEERE omzeilt dat geladen woord zelfs. Hij spreekt over 'de zonde ligt aan de deur'. Als je het goede kiest – in dit geval ten opzichte van Abel – dan ontvang je verhoging, geluk. Maar als je bewust voor het kwade kiest – de haat tegen Abel met alle gevolgen van dien voor Abel – dan laat je de zonde, die op de loer ligt voor de deur van je hart, zijn gang gaan. En dan is de ramp niet te overzien, Kaïn! Welk doel wil je bereiken? Het schuurt haast tegen het punt van Kaïns vrije wil aan. Wat zal Kaïn kiezen? Of… vind je dat een remonstrantse gedachte en wuif je dat zonder na te denken weg met "Kaïn kan gewoon niet anders kiezen dan het kwade, want hij heeft een onbekeerd hart". Zou dat een ware constatering zijn? Zouden we daarmee recht doen aan Gods welmenende roeping? Wordt Zijn lokking dan niet juist uiterst sarcastisch? Gebruik niet te snel clichée-dogmatische termen om deze tekstwoorden in te kleuren. Welk beeld schets je dan van de HEERE? En klopt dat beeld met Hemzelf? Ik zeg niet dat Kaïn nog een vrije wil had; maar… de HEERE komt daar wel heel dicht bij; wellicht om hem te laten voelen dat hij die vrije wil is verspeeld en het dus helemaal van de HEERE moet leren verwachten!
Een mogelijke toekomst
"Is er niet, indien gij weldoet, verhoging?" Wat een bijzondere woorden! De Kanttekeningen beperken die 'verhoging' tot de toekomst die hem als eerstgeborene te wachten stond:
"Dat is, zult gij niet [als de eerstgeborene] verheven en verhoogd blijven boven uw broeder? Of anders vertaald: zult gij uw hoofd of aangezicht niet vrijelijk opsteken, in plaats dat het nu nedergeslagen of zo ontvallen is? Sommigen vertalen het met: Aanneming, aangenaamheid, of vergeving, overeenkomstig de verschillende betekenissen van het hebreeuwse woord."
Zou de HEERE dát bedoelen met deze woorden? Ik vraag het me eerlijk gezegd af; dit doet toch wat te kort aan Gods bedoeling. De woorden zijn niet enkel op aardse eer gericht, maar ook en vooral op de glorierijke toekomst in Gods heerlijkheid. Natuurlijk belooft de HEERE ook aan Zijn verbondsvolk dat, wanneer ze in Zijn geboden en inzettingen wandelen, zij een stil en gerust, ja een lang leven zullen hebben in het land dat Hij hen geeft. Maar het blijft niet steken in materialisme, in materiële voorspoed.
"Indien gij weldoet"; het woord 'weldoen' heeft ook de betekenis van 'vrolijk zijn' en 'aangenaam zijn'. Daar heb je die lijn weer, die we ook zagen in de vorige bijbelstudie: God zag het offer en de persoon van Abel aan, Hij had er een vermaak in. Zo is het ook met wat Hij aan Kaïn uitlegt: "Als je maakt dat Ik een vermaak in je heb… dan is er verhoging". 'Verhoging' betekent verheffing of waardigheid, maar is gerelateerd aan een ander woord dat 'opheffen' of 'dragen' betekent. De God des heils, Die Zich aan Kaïn bekend maakt zal in Psalm 68 worden bezongen als de God Die ons dag aan dag draagt. Zijn zorg, als je Hem tot vermaak bent, zal je door alles heen dragen, levenslang. Wat een stil en gerust leven heb je dan!
De HEERE wijst in het vervolg van het vers er nog op dat Kaïn krachtens de eerstgeboortezegen zal 'heersen' over zijn broer. Hij hoeft dus helemaal niet bedrukt te zijn of bang voor verlies van zijn positie op aarde. Dat heersen hoeft niet negatief te zijn, hoor! Deze orde heeft de HEERE in het eerstgeboorterecht ingezet. Kaïn, je hebt – zo stellen de Kanttekeningen – niets te mopperen of te toornen, want Abel zal er genoegen in hebben dat jij de eerste zult zijn en in de familie de eerstverantwoordelijke. Daarmee is Abel ook geacht zijn oudere broer lief te hebben en te dienen. De oudste broer mag stedehouder van God op aarde zijn. Heerschappij over de schepping en degenen die aan hem zijn toevertrouwd. En dat met het oog op het heil van zowel Kaïn als Abel.
Welnu, wat is je keuze, Kaïn? Wil je heersen en tegelijk gedragen worden door God Die je tot deze taak roept? Of loop je weg van je verantwoordelijkheid en daarmee ook van je zegen?
Tot dat moment was het, menselijkerwijs gesproken, nog een mogelijke toekomst voor Kaïn. Voordat we gaan zien wat Kaïn kiest, de vraag: wat kies jij? Ga eerst eens even zitten en bekijk jouw situatie rustig van een afstandje… en overweeg wat tot je eeuwige vrede zal dienen!