"En Hij zeide: Neem nu uw zoon, uw enige, dien gij liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moría; en offer hem aldaar tot een brandoffer op een van de bergen, dien Ik u zeggen zal."
Genesis 22 : 2
Daar waar in Davids tijd nog de berg Moria onbebouwd was, bouwde Salomo er de tempel op, dé offerplaats die God uitkoos om er door Zijn volk gediend te worden. |
Het was niet de eerste keer dat Abraham door God werd geroepen om te reizen naar het land dat Hij hem zou wijzen. Eindelijk in het beloofde land aangekomen, brak er hongersnood uit. Wat was dat voor een land der belofte? En nu? Het lijkt alleen maar meer bergafwaarts te gaan. Moria, hoe zal dat in Abrahams oren hebben geklonken? Je zoon offeren. Aan wat? Aan wie? Deden de heidenen rondom Abraham dat ook niet? Was Jaweh ook zo’n wreed en bloeddorstig God?
Gisteren werd er door ds. W. van Vlastuin gepreekt over Jezus' angst voor de toorn van Zijn Vader. Een zeer indrukwekkende preek, die een krater opende van peilloze diepte in God. Jezus was nooit bang voor iets of iemand. Maar nu wordt Hij intens bang, nu de scheiding van Zijn Vader eraan zit te komen. Hoe zal het in de hemel eraan toe zijn gegaan? Immers, de Vader kon Zijn toorn niet inhouden. Het moest ervan komen! Ook al kostte het Hem Zijn Zoon, Zijn Enige, Die Hij liefhad!
Neem Uw Zoon
Hier in onze tekst gaat het niet over toorn, vergelding of wraak over de zonde. Hier gaat het om een schier onmogelijke opdracht die nota bene is gegeven door God Zelf! "Neem nu uw zoon, uw enige, dien gij liefhebt, Izak…" Abraham had zijn oudste zoon, Ismaël, ook al verloren. Ik denk niet dat er na het wegsturen van Ismaël nog veel contact is geweest tussen Abraham en zijn oudste zoon (en Hagar); niet toen Hager een vrouw voor Ismaël koos; en op geen enkel kruispunt in het leven van Ismaël speelde Abraham verder nog een rol. God had hem uit de functie van vader ontheven. Alleen komen we Ismaël – heel ontroerend – nog tegen bij de begrafenis van Abraham in Genesis 25: "En Izak en Ismaël, zijn zonen, begroeven hem, in de spelonk van Machpela…"Deze zoon was Abraham dus al kwijt; er was geen escape meer. Als Izak nu dus óók van hem wordt weggenomen, is alle hoop voor de toekomst, maar ook hoop op de Messias, verkeken. De vraag van de HEERE aan Zijn vriend Abraham moest eigenlijk enorme vragen oproepen. Maar we horen Abraham geen enkele vraag stellen. Zelfs geen gedachten van "De HEERE zal wel weten wat Hij doet" of "Als het moet kan Hij Sara en mij nogmaals verblijden met een kindje". Let erop dat God Izak 'uw zoon, uw enige' noemt. Natuurlijk had Abraham zijn zoon in 'bruikleen'; maar de verantwoordelijkheid van zijn aanstaande daad lag in Abrahams eigen handen.
Ga naar Moria
Het zal ongetwijfeld een gebied zijn geweest dat de naam 'Moriah' droeg, maar toch krijg ik bij steeds meer teksten in de Bijbel de indruk dat plaatsen de naam kregen ná een bepaalde gebeurtenis. Moria, Moriah (die h is niet onbelangrijk, omdat het de letter van God is), heet in het hebreeuws Moriy-yah dat betekent 'uitgekozen door Jahweh'. Snap je wat ik dus bedoel? Het zou dus best zo kunnen zijn dat de je tekst zou moeten lezen op de volgende manier: "Ga naar het land dat Ik heb uitgekozen en offer dáár je geliefde zoon op juist díe berg die Ik je zal aanwijzen." Daarmee komt deze tekst heel dicht bij Abrahams eerdere roeping in Ur: "Ga gij uit uw land, en uit uw maagschap, en uit uws vaders huis, naar het land, dat Ik u wijzen zal." Moriah is hier dus dan nog niet een eigennaam, maar een aanduiding vanuit het gebeurde.Geen TomTom, ja zelfs geen concreet reisdoel. Hoe reis je dan? Hoe beweeg je je door onbekend gebied als je niet kunt zien? Je moet iemand in de buurt hebben die je instructies geeft. 'Gehaastheid' moet je wegdoen, maar 'lijdzaamheid' aandoen. Sterk luisterend naar de instructeur. Hadden de wijzen uit het Oosten nog een richtingbepaler in hun toenmalige TomTom (de sterrenhemel) en werden zij bevestigd door de plots weer opduikende ster, Abraham moet het hebben van de stem van God.
De HEERE brengt hem bij een plek waar eeuwen later zijn verre nazaat Salomo de tempel zal bouwen. Ook dat was voor Salomo een plek die God hem zou wijzen. God was altijd weer Degene die de plek van de dienst aan Hem bepaalde. Hij liet het ook lange tijd in het midden waar Hij wilde 'rusten' in de tabernakel. Die had niet altijd een vaste plek. God is niet persé aan plaats of tijd gebonden, maar áls Hij kiest, kun je daar maar beter zijn. Want daar gebeuren wonderen. Dat is voor jou de plek waar de gemeente samenkomt en Hij jou heeft gesteld. Waar het Woord opengaat en waar de Heilige Geest Zijn werkplaats houdt.
In het Oude Testament kostte het je leven als je Hem tóch op de door jou zelf gekozen plek of op de door jou zelf gekozen manier wilde dienen. In de tijd van de nieuwe bedeling is dat wat veranderd, maar toch is het niet 'om het even'. Moria, een prachtige naam voor je kerkgebouw. Dat is de plaats waar het offer wordt uitgestald, Jezus Christus wordt voorgesteld en de aanbidding of lofprijzing van God in alle toonaarden wordt ingesteld. Als Jahweh daar nou voor gekozen heeft, zou jij het dan op je eigen manier willen doen? Dat getuigt niet echt van onvoorwaardelijke liefde. Op Moria is God het Middelpunt. Ook voor Abraham, al ziet hij dat nog niet direct door die ingrijpende opdracht die hem in de maag wordt gesplitst.
Offer Hem tot een Brandoffer
Even een stapje terug: hoe beschrijft een andere vertaling die eerste twee verzen? Het treft me dat in de meeste nieuwere vertalingen bepaalde vragen niet meer in mij laten bovenkomen. De formulering van de tekst moet dus wel secuur en prikkelend blijven. Zodra we teveel gaan inkleuren, verdwijnt een dimensie in de meditatie over Gods Woord. Het kopje boven het gedeelte geeft de bril vaak al aan waardoor we het tekstgedeelte moeten bekijken.Fragment uit de Basisbijbel:
God test Abrahams vertrouwen
1 Op een keer wilde God Abrahams vertrouwen in Hem testen. Hij zei tegen hem: "Abraham!"
2 Abraham zei: "Ja, Heer." God zei: "Izaäk is je enige zoon en je houdt heel veel van hem. Ga nu met hem naar het gebied Moria en offer hem daar aan Mij op één van de bergen. Het moet een brand-offer worden. Ik zal je later zeggen op welke berg."
Fragment uit de Nieuwe BijbelVertaling:
Abraham op de proef gesteld
1 Enige tijd later stelde God Abraham op de proef. ‘Abraham!’ zei hij. ‘Ik luister,’ antwoordde Abraham.
2 ‘Roep je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, Isaak, en ga met hem naar het gebied waarin de Moria ligt. Daar moet je hem offeren op een berg die ik je wijzen zal.’
Fragment uit de Herziene StatenVertaling:
Het offer van Abraham
1 En het gebeurde na deze dingen dat God Abraham op de proef stelde. Hij zei tegen hem: Abraham! Hij zei: Zie, hier ben ik.
2 Hij zei: Neem toch uw zoon, uw enige, die u liefhebt, Izak, ga naar het land Moria, en offer hem daar als brandoffer op een van de bergen die Ik u noemen zal.
Voor wat betreft het onderdeel waar we nu bij zijn aangekomen, brandoffer, is het opmerkelijk dat de NBV het woord gewoon vervangt door 'offeren', terwijl de basisbijbel tóch weer vasthoudt aan 'brandoffer'. Daarmee hechten zij wel waarde aan het soort offer: brandoffer. Het maakt nogal uit wat je God aanbiedt. Over het brandoffer vond ik een mooie uiteenzetting op CIP die je op een rustig moment maar eens moet lezen. Ik knip er een paar fragmenten uit:
In Leviticus 1 lezen we over het brandoffer – dat een beeld is van onze totale overgave aan God als een offer. Het brandoffer moest eerst in stukken verdeeld worden om zeker te zijn dat er geen gebrek in enig deel van het dier zou zijn, voordat het geofferd werd.
Het brandoffer is een tevens een beeld van de wijze waarop de Heere Jezus zijn lichaam gedurende Zijn leven hier op aarde als een levend offer heeft gegeven aan Zijn Vader – resulterend uiteindelijk in Zijn dood aan het kruis. Gedurende Zijn hele leven heeft hij Zijn lichaam rein bewaard in elke verzoeking, voordat Hij het aan de Vader als offer gaf door aan het kruis te sterven. God zou Zijn offer aan het kruis niet hebben aangenomen als er ook maar één bezoedeling geweest zou zijn in de 33 ½ jaar van Zijn leven.
Jezus deed nooit iets zonder de aanwijzing van de Vader, zelfs als het iets onbeduidend scheen, zoals stenen in brood veranderen als men honger heeft! Dit is de norm van gehoorzaamheid tot welke God ook ons roept.
Bent u al tot zo’n besef van zonde gekomen? Hoeveel van ons denken dat het houden van opwekkingssamenkomsten een zonde kan zijn? Dit was de gevoelige afstemming waarop en besef van zonde waarin Jezus leefde. We denken vaak dat zonden alleen zoiets kan zijn als boosheid, onreine gedachten, jaloezie of bitterheid, etc. Natuurlijk zijn dit ook zonden – maar op kleuterschool niveau. Jezus houding tegen over de zonde was op Doctor-titel niveau. Beseft u dat, als God u niet geroepen heeft om ergens samenkomsten te beleggen of te spreken, u zondigt?
Als het offer in stukken opgedeeld is en geheel op het altaar is gelegd kunt u zeggen: "Heere, laat nu Uw vuur op het offer vallen en het verteren". We lezen in Leviticus 9:24 hoe het vuur van God neerdaalde op het brandoffer en het geheel verteerde. Dat vuur is een beeld van de doop met de Heilige Geest en met vuur dat ons offer geheel verteert en onze lichamen in vuur en vlam zet voor God. Maar het vuur zal nooit neerdalen voordat het laatste stukje van het brandoffer op het altaar gelegd is.Kernwoorden zijn 'totale overgave' en 'gehoorzaamheid' bij het brandoffer. Precies deze kenmerken komen om de hoek kijken als God Abraham hier opnieuw roept en deze opdracht geeft. In het CIP-artikel wordt nog een mooie aanvulling gegeven op het einde van de vorige serie bijbelstudies, waarin Jezus wordt gevraagd te blijven in Kapernaüm; waarom weigerde Hij? Zijn Vader had Hem iets anders bevolen. Dezelfde houding zien we hier terug bij Abraham: geen vragen, maar totale overgave en gehoorzaamheid.
Schitterend is ook de lijn naar de Heere Jezus, naar Zijn totale overgave aan Zijn Vader en Zijn gehoorzaamheid aan Hem. Tijdens de verzoekingen, maar zeker in Zijn lijden en sterven. Daarom kon er ook een opstandingsmorgen aanbreken. Op Golgotha klonk het: "Offer Uw Zoon!" Wie riep dat? Mijn zonden riepen daar om. Duidelijk bleek ook de volkomenheid van dát Offerlam!
Nog een laatste mooie lijn, die ik vond op Christipedia over het brandoffer:
Naast het brandofferaltaar was 'de plaats van as', waar de as van het altaar tijdelijk werd gelegd, om later afgevoerd te worden (zie Brandofferaltaar). Het lichaam van de Heere werd in een graf bij de plaats van de kruisiging gelegd.
Joh 19:41 En er was in de plaats, waar Hij gekruist (lees: geofferd) was, een hof, en in den hof een nieuw graf, in hetwelk nog nooit iemand gelegd was geweest.