zaterdag 27 september 2014

Wie Christus gezien heeft, heeft de Vader gezien (1)

"En er waren sommige Grieken uit degenen, die opgekomen waren, opdat zij op het feest zouden aanbidden; dezen dan gingen tot Filippus, die van Bethsaida in Galilea was, en baden hem, zeggende: Heere, wij wilden Jezus wel zien."

Johannes 12 : 20-21


Toen Mozes heel dichtbij de Heere was, op de berg Sinaï, durfde hij het aan om de Heere te vragen of hij Ziijn aangezicht mocht zien. Je weet vast wel dat God dat niet kon toestaan; dat zou Mozes' dood worden. Maar Hij liet Mozes wel de naglans van Zijn heerlijkheid zien. Het effect daarvan ken je vast ook wel. Toen Mozes van de berg kwam glinsterde zijn gezicht en het volk kon die glans niet aan! Mozes moest zijn aangezicht tijdelijk bedekken.

God zien én leven was onmogelijk. Het waarom daarvan is het waard te overdenken. God is veel te heilig. Het is goed om dat te beseffen, dat is geen eindpunt, maar wel een cruciaal punt. Gods heiligheid is in onze dagen een zo niet ondergewaardeerd, dan wel heikel punt! Wat vind jij daarvan? Het is niet om het even hoe je daar tegenover staat.


Zomaar tot God gaan, was in het Oude Testament ondenkbaar. Daar moest bloed voor vloeien. Laten we bedenken dat voor de meesten in Jezus' dagen de situatie van het Oude Testament nog onverkort gold! Zeker voor hen die in Jezus totaal niet de Messias zagen.

Hoe dubbel-bijzonder is het dan te lezen in onze tekst, dat Grieken Jezus begeren te zien! Het woord Grieken, 'Hellen', betekent eigenlijk letterlijk afkomstig uit Griekenland. Maar de Kanttekeningen trekken die kring breder:

Welke geweest zijn, òf onbesneden heidenen, die ook mochten komen in het voorste deel des tempels, om te bidden, 1 Kon. 8:41,42, òf Joden onder de Grieken wonende, òf Jodengenoten uit de heidenen bekeerd, gelijk de Moorman was, Hand. 8:27,28.

Wat was hun motief? Ze wilden, volgens diezelfde Kanttekeningen, Jezus graag begroeten. Toch is 'zien' in het Nieuwe Testament, volgens onze predikant, een veel breder begrip dan alleen met je ogen kijken. Het betekent ook 'kennen' en dieper leren kennen. Maar dat kunnen we natuurlijk niet voor elk woordje 'zien' invullen. Is dat dus hier ook zo? Ik denk dat die Grieken Jezus inderdaad gewoon eens van dichtbij wilden zien. Hooguit nader kennismaken, begroeten. Maar dat sluit niet uit dat zij misschien ook wel een bijzondere vraag hebben voor Jezus! Heidenen hoorden niet verder te komen dan het voorhof in de Tempel. Ze moesten afstand bewaren. En nu willen ze toch graag dichterbij komen.

Ze gebruiken daar een tussenstapje voor in de persoon van Filippus. Toch dringt de vraag aan ons op: waarom Filippus? Was hij zo'n bijzondere discipel? Waarom staat er in onze tekst bij "die van Bethsaida in Galilea was"? Was er nóg een Filippus? Of was zijn geboortestreek de aanleiding voor deze Grieken om hem dit te vragen? Ik weet het niet. Wel weet ik dat Filippus een bescheiden man was en misschien daarom een lage drempel vormde voor deze Grieken. Hij was ook een overtuigende en directe persoonlijkheid, die een beredenerende Nathanaël wist mee te trekken met die kenmerkende woorden die we juist hier in onze tekst herkennen: "Kom en zie!"
En bij de vermenigvuldiging van de broden (Johannes 6 : 5-6), was het toen niet juist Filippus, aan wie Jezus vroeg: "Waar halen we zoveel brood vandaan om deze mensen te eten te geven?" In dat zesde vers staat er dan zo uitdrukkelijk bij dat Jezus dat zei om hem te beproeven. Filippus, hij had toch een speciale plek bij Jezus al moest hij nog veel leren. En dat zou best eens de reden kunnen zijn waarom de Grieken juist naar hem toekwamen met hun vraag. 
We gaan daar de volgende keer nog wat verder op door. Voor nu de vraag: ben jij een drempel of een deur tot Jezus? Immers Filippus was er ook bij toen die kindertjes werden weggestuurd die bij Jezus werden gebracht om gezegend te worden! Toen was hij een drempel. Maar nu… is er iets veranderd dat bruikbaar is voor Christus om deze Grieken bij Hem te krijgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten