"De schare dan, die met Hem was, getuigde dat Hij Lazarus uit het graf geroepen, en hem uit de doden opgewekt had."
Johannes 12 : 17
Als Paulus in Handelingen 22 terugkijkt op zijn leven vertelt wat Ananias hem zei toen die hem in de dienst aan de HEERE aanstelde, zegt hij: "De God onzer vaderen heeft u te voren verordineerd, om Zijn
wil te kennen, en den Rechtvaardige te zien, en de stem uit Zijn mond te
horen. Want gij zult Hem getuige zijn bij alle mensen, van hetgeen gij gezien en gehoord hebt."
Ananias verbindt de werkwoorden 'zien' en 'horen' aan het getuige-zijn. Datzelfde bedoelt Jezus, als Hij vlak voor Zijn hemelvaart zegt: "Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde."
In beide gevallen wordt voor het woord 'getuige' het griekse woord μαρτυς 'martus' gebruikt. In juridisch opzicht betekent dat woord: iemand die ergens toeschouwer is geweest. In ethisch opzicht betekent het: zij die met hun voorbeeld de kracht en de echtheid van hun geloof in Christus bewezen door een gewelddadige dood te ondergaan. Bij dat laatste herkennen we in het griekse woord natuurlijk ons woord 'martelaar'.
'Getuige-zijn' is eigenlijk veel eenvoudiger. Daar hangt niet zo'n zwaar offer aan voor ons gevoel, dan 'martelaar'. Maar wát doet dat woord in onze tekst? Hier is toch sprake van een menigte die Jezus niet écht volgt? Hoe kunnen die nou getuigen? Zijn zij martelaren? Nee, zeker niet. Kijk maar: over enkele dagen roept het merendeel van deze meute: "Kruist Hem!"
De schare 'getuigde' dat Hij Lazarus had opgewekt. In jurisch opzicht zou je kunnen zeggen dat ze gewoon bevestigden dat zij zelf hadden gezien dat Jezus Lazarus opwekten. Maar als je getuigt, houdt dat expliciet in dat er ook een vraagstelling of zelfs een rechtzaak was. Wie riep hen ter verantwoording en aan wie legden zij hun getuigenis af? Dat is een interessante vraag, want die wordt niet zomaar in het tekstgedeelte beantwoord.
Als je de kanttekeningen bij deze tekst leest, zie je dat de zin ook vertaald kan worden met "de schare dan, die bij Hem was, toen Hij Lazarus uit het graf riep, en hem uit de doden opwekte, gaf Hem getuigenis". Dan betekent het niet dat ze aan Jezus getuigenis gaven, maar óver of ván Jezus. Dus nog is het adres van hun getuigenis niet duidelijk.
Het zou kunnen zijn dat ze dit roepen naar de omstanders, zij die wat op afstand staan toe te kijken, terwijl de getuigende schare fanatiek rond Jezus danst en Hem hulde brengt.
Wat beweegt deze menigte om opeens weer over die gebeurtenis te getuigen? Als we de Nieuwe Bijbelvertaling lezen, zien we: "De mensen die erbij waren geweest toen hij
Lazarus uit het graf riep en uit de dood opwekte, waren van die
gebeurtenis blijven getuigen."
Het getuigen is geen momentopname maar een voortgaande actie. Ik weet niet of dit een juiste vertaling is, maar dat woordje 'blijven' vind ik wel treffend! Getuigen doe je in een constante beweging. Wat zit daar achter? Dat houdt een ongelovig mens nooit vol!
Lees eens hoe Lukas deze geschiedenis beschrijft in hoofdstuk 19 : 39-40: "En sommigen der Farizeën uit de schare zeiden tot Hem: Meester, bestraf Uw discipelen. En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Ik zeg ulieden, dat, zo deze zwijgen, de stenen haast roepen zullen."
Je ziet ze staan, die farizeeërs met verwrongen kaken en het vuur spetterend uit hun ogen. Ze zijn niet bij machte om de schare aan zich te binden. Ze zijn zelfs niet bij machte Jezus' invloed in te perken. Dus nu stappen ze over hun schaduw heen en spreken die verachte Jezus aan, om Hem te commanderen dat Hij Zijn volgelingen het zwijgen Zelf maar moet opleggen. Jezus' antwoord is resoluut: "Dat gaat niet lukken! Want als zij het niet doen, dan zullen de stenen wel gaan spreken!"
Dat getuigen richt zich tegen die verzuurde en vergramde farizeeërs. Om hun het laatste restje onschuld te ontnemen! En natuurlijk heeft de schare dat niet zo bewust door gehad. Maar tóch gebeurt het. Het is één groot offensief van Christus' Koninkrijk tégen het rijk van satan. Getuige-zijn is enerzijds de satan inwrijven dat zijn macht gebroken en zijn plan mislukt is. Anderszijds is getuige-zijn een gereedschap in handen van mensen om mede-stervelingen van voor de poort der hel weg te roepen. En als getuige-zijn gepaard gaat met een krachtig gebed van de rechtvaardigen, zijn er grote wonderen te verwachten!
Of het getuigenis van deze schare die impact zal hebben gehad, betwijfel ik. Daarom is het niet zo verwonderlijk dat hun getuigenis voor Jezus ook binnen enkele dagen omdraait tégen Hem. Dat stelt ons voor de vraag: hoe zit het met jouw getuige-zijn? Waarom ben je daar niet mee bezig? Of waarom ben je daar zo druk mee bezig?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten