Johannes 12 : 14-16
Jezus vond een jonge ezel. Blijkbaar ligt het accent bij Johannes op iets anders, dan bij Mattheüs en Markus. In negen woorden vertelt hij datgene waar de andere twee meerdere verzen voor nodig hebben. Als je die andere twee evangeliën leest, krijg je niet het idee dat Jezus die ezel vond. Bij Mattheüs lezen we:
"Gaat heen in het vlek, dat tegen u over ligt, en gij zult terstond een ezelin gebonden vinden, en een veulen met haar; ontbindt ze, en brengt ze tot Mij. En indien u iemand iets zegt, zo zult gij zeggen, dat de Heere deze van node heeft, en hij zal ze terstond zenden. Dit alles nu is geschied, opdat vervuld worde, hetgeen gesproken is door den profeet, zeggende: Zegt der dochter Sions: Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig en gezeten op een ezelin en een veulen, zijnde een jong ener jukdragende ezelin. En de discipelen heengegaan zijnde, en gedaan hebbende, gelijk Jezus hun bevolen had, brachten de ezelin en het veulen, en leiden hun klederen op dezelve, en zetten Hem daarop."
Zijn discipelen vonden weliswaar die ezelin, maar het was de Heere Jezus Zelf Die hen de exacte plaats wees, waar ze haar vinden konden. Die ezelin moest er komen, want er stond iets bijzonders te gebeuren!
Als je de discipelen op dat moment had gevraagd wat het bijzondere aan dit moment was, hadden ze waarschijnlijk gezegd: "Nu gaat het dan toch gebeuren! Jezus wordt onze nieuwe Koning." En iets van die zinderende spanning moeten de mensen op straat ook hebben gemerkt. Ze maken al snel eenzelfde conclusie. De eer die ze Jezus brengen is die van een koning. Wat er werkelijk gebeurt, ontgaat hen!
Eerlijk schrijft Johannes in onze tekst dat de discipelen het toen nog niet begrepen. Hij sluit er zichzelf actief bij in. Kijk maar wat hij zegt, als ze na Christus' opstanding beginnen te begrijpen wat er is gebeurd: "toen werden zij indachtig, dat dit van Hem geschreven was, en dat zij Hem dit gedaan hadden." Zij zelf hebben moeten meewerken aan de vervulling van de profetie van Zacharia.
Zou het ook zo zijn gegaan als ze zich dat wél hadden gerealiseerd? Ik weet het niet.
Toch is het raadzaam om je Bijbel goed te kennen. Het bewaart je voor veel verwarring en onzekerheid in het geloof. Veel duisterheid in het geloofsleven is niet nodig, als we de beloften en voorzeggingen van de Heere maar beter hadden gelezen en begrepen. Je Bijbeltje is er juist voor om daarmee bezig te zijn. Je heb Gods Eigen Woord in handen! Dat voorkomt veel verdriet en gemis. Maar dan moet je wel (goed) lezen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten