Johannes 12 : 12 en 13b
Er hangt wat in de lucht. Het gonst van de geruchten over Jezus. En dat maakt wat bij de mensen los. "Hij komt!" "Jezus is in aantocht!" "Langs welke weg zal Hij komen?" "Makkelijk zat. Hij komt vanuit Bethanië." "Ja, daar is Hij enkele dagen geleden nog gesignaleerd, bij een maaltijd." "Precies. In het huis van Simon en Martha." "En die Lazarus was er ook." "Nou, dat was ook wat, met die Lazarus!" "Zou dat nou echt waar zijn, weer levend gemaakt?" "Het moet wel, want hij was al vier dagen begraven!" "Dan zal er in Jeruzalem ook wel weer wat gebeuren." "Hoe dat zo?" "Nou, de overpriesters willen Hem en Lazarus vermoorden. Dus als Hij er nu aankomt, dan gaat er zeker wat gebeuren!" "Kom, we gaan Hem tegemoet!"
Uit hun reacties in vers 13 kun je opmaken dat er nog meer moet zijn gezegd onderweg. Immers, het is niet zomaar dat ze opeens palmtakken van de bomen rukken. Maar daarover een volgende keer.
Niettemin, de schare gaat uit, Jezus tegemoet. En dat is een bijzonder facet! We zien bijvoorbeeld de wijze en dwaze meisjes in de gelijkenis ook uitgaan: de bruidegom tegemoet.
En later zal Paulus iets toelichten over de wederkomst, om de Thessalonisenzen te troosten: "Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. Zo dan, vertroost elkander met deze woorden" (1 Thess. 4 : 16-18).
Iemand tegemoet gaan is hem of haar verwelkomen en samenop terugwandelen naar de plek waar je voorheen was. Het Griekse woord heeft een tweeledige betekenis: ontmoeten/tegemoetgaan of een militaire confrontatie. Hoewel in deze vertaling en context voor het eerste is gekozen, zal blijken dat er in geestelijke zin toch ook een soort slagorde wordt opgesteld. Kijk ze daar maar staan, het Sanhedrin, als ze de stad binnenkomen in vers 19: "Ziet gij wel, dat gij gans niet vordert? Ziet, de gehele wereld gaat Hem na."
Het is opmerkelijk – daarom lezen we nog zo ver door – dat de schare hier zo hoog opgeeft van Jezus, omdat Hij Lazarus heeft opgewekt. Dat zet nog eens extra kwaad bloed!
Iemand tegemoet gaan of lopen heeft ook iets in zich van die persoon verwachten. Je staat al geruime tijd op de uitkijk, omdat je iemand verwacht, maar zodra je die persoon ontwaart, komen je voeten in beweging en loop je hem of haar tegemoet. Zo zie je de vader uit de gelijkenis van de verloren zoon in beweging komen als hij zijn zoon in het oog krijgt. Er spreek verlangen, ja hunker uit.
De vraag is: sta je dagelijks zo vol verwachting naar de hemel te kijken of Jezus er al aankomt? Deze schare, uit onze tekst, had misschien mindere motieven, maar is ons wel tot voorbeeld! En de tien meisjes uit de gelijkenis ook. Immers ze kenden alle tien een soort verlangen naar de Bruidegom. Weliswaar ging het bij vijf van de tien mis! Geen van tienen bleef wakker, maar vijf hadden er wel genoeg olie.
Het is niet om het even hóe je Hem verwacht, hoé je Hem tegemoet leeft. Wacht je op het einde aan jouw tegenslag en narigheid? Dat mag, hoor, maar er is meer! Verwacht je ook met een groot verlangen de totale aanbidding en eerbiediging van God, tot in alle eeuwigheid? Opdat de Heere weer volmaakt alle eer ontvangt die Hem toekomt en zoals het bij de schepping de bedoeling was? En zie je ernaar uit om voor altijd bij de Heere te zijn? "Maar blij vooruitzicht dat mij streelt!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten