maandag 8 februari 2021

Is de tabernakel een sta-in-de-weg?


Daarmee wilde de Heilige Geest laten zien, dat de toegang naar het hemelse heiligdom niet vrij was, zolang dit eerste heiligdom, de tent, nog bestond.
Hebreeën 9 : 8

Paulus somt in vers 2-6 op wat er allemaal in de tabernakel was te zien. Al is het tweederangs, toch benoemt hij het hier, om het plaatje compleet te maken. In vers 7 komt hij bij het Heilige der Heilige aan, de exclusieve woning van God Zelf, waarin enkel de Hogepriester eens per jaar mocht komen.

En dan zegt Paulus “Daarmee wilde de Heilige Geest laten zien…” (BB) of “Waarmede de Heilige Geest dit beduidde…” (SV). De Geest laat ons dus iets zien met die tabernakel. Wat?

Nou, zolang die tabernakel nog op de aarde stond en in bedrijf was, kon het nieuwe nog niet aanbreken. De tabernakel – met alle ceremoniën (rituelen) die erbij hoorden – was een heilige plaats en niet te vergeten: God woonde er. Ja, een heerlijke en ­wonderlijke plaats. En toch… hoe mystiek en heilig die plaats ook was, het was maar een illustratie!

Misschien nog wel meer: het was een belofte van iets beters. Toen nog onbereikbaar en onduidelijk, maar het zou ervan komen: er zou toegang komen naar de hemel. Maar hoe en waarom?

Zolang die tabernakel er nog stond was er geen vrije toegang naar het hemelse heiligdom. Die toegang was er dus op zich al wel, maar niet open! Was die tabernakel op aarde dan een sta-in-de-weg?

Als je er zo tegenaan kijkt – en wij kijken terug, terwijl de oudtestamentische mensen juist vooruit keken – irriteert je die tabernakel. Hij verhindert een vrije doorgang naar de hemel, zo zou je denken. Maar dat is niet wat er wordt bedoeld. De mensen uit het Oude Testament hadden wel toegang tot de hemel, maar geen toegang tot iets anders.

De Kanttekeningen: “Zolang de gemeente onder het Oude Testament enkel door deze ceremoniën in de tabernakel werd onderwezen, zonder dat het Evangelie haar in volle klaarheid werd gepredikt. Dat enkelen dit uitleggen alsof de gelovigen in het Oude Testament geen toegang tot de hemel hadden, vóór Christus ten hemel was opgevaren, strijdt tegen voorbeelden als Elia, Lazarus en de moordenaar aan het kruis; én met de hoop van de gelovige vaderen en met Christus’ beloften die ver voor Zijn verrijzenis zijn geschied.”

De toegang tot het hemelse heiligdom betekent dat Jezus Zijn bloed tot in dát Heiligdom voor God heeft gedragen en wij daardoor een beter zicht op de heerlijkheid krijgen, een bewijs dat het ook echt is ‘gelukt’, wat was beloofd. Geen illustratieve offers, geen wetten meer, maar het aanbidden van Christus’ eenmalige en volkomen offer… voor mij persoonlijk gebracht… Ik heb er eeuwig genoeg aan!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten