dinsdag 25 oktober 2016

Opbaring voor een openbaring

"En Jozef stierf, honderd en tien jaren oud zijnde; en zij balsemden hem, en men leide hem in een kist in Egypte."
Genesis 50 : 26

Het lichaam van Jozef wordt gebalsemd en opgebaard; illustratie uit de Holman Bijbel uit 1890

Gisteren zag ik een harde, zelfverzekerde en dictatoriale man. Zijn toon was dwingend, zijn gezicht emotieloos en zijn optreden was hard. Achter dat masker zat een mens met heftige levenservaringen; een mens die niet kon omgaan met tranen en emoties en die alles in eigen hand wilde houden. Er flitste door mij heen: als zo iemand in een rolstoel terecht zal komen, of erger… op zijn sterfbed, hoe zal dat dan voor hem zijn (en voor zijn omgeving)? Misschien wel eens goed om over na te denken, juist als je je in deze karakter-tekening herkent.
Jozef is waarschijnlijk geen hard en heerszuchtig mens geweest (al weten we dat natuurlijk niet 100% zeker). Niettemin had hij een heel heftig leven achter de rug, waarin familiebinding en presoonlijke hechting onder druk hebben gestaan. Overleven moet ook voor hem een mechanisme zijn geweest. Natuurlijk was er het geloof in God en Gods merkbare nabijheid. Maar laten we niet uitvlakken dat zelfs de meest intens gelovende mens kapot kan gaan aan kleinering en onrecht. We mogen het zeker aan God danken dat Jozef het geloof heeft behouden en ook de liefde tot zijn broeders.
Daarnaast heeft God hem rijk gezegend en grote macht gegeven. Maar al die macht heeft niet kunnen voorkomen dat ook hij op zijn sterfbed terecht kwam. Het was gedaan met Jozef. Hoe heerlijk hij ook in aanzien was, hij was nu een hulpbehoevende. Echter, hij weet dat sterfbed te gebruiken om zijn nabestaanden te troosten en zijn laatste wil bekend te maken. Daarin spreekt hij groot van de HEERE. Tot dat… zijn laatste adem zijn neusgaten verlaat, zijn longen niet meer volgezogen worden en zijn hart staakt met kloppen. Honderdtien jaar heeft zijn hart hem gesteund, maar nu staakt het en sijpelt het leven weg. Jozef is gestorven; overleden. En nu?

Zorg voor zijn ziel

De Bijbel zwijgt meer dan eens over de ziel van de overledene. In de gelijkenis van de rijke man en de 'arme' Lazarus krijgen we een inkijkje (in door Jezus met wijsheid gekozen woorden die voor ons mensen enigszins te bevatten zijn en dus niet persé letterlijk letterlijk zo behoeven te zijn) in het hiernamaals. Ook Jozef zal in de 'schoot' van opa Abraham zijn gedragen door de engelen. Die figuurlijke uitspraak lijkt te zijn ontleend aan de woorden van God 'in u zullen alle geslachten der aarde gezegend worden' en de geestelijke kinderen die uit Abrahams heup zouden voortkomen. Jozefs ziel is weliswaar in de hemel, maar daarmee is het nog niet klaar. Zijn lichaam blijft nog achter op aarde. Op de Jongste Dag zal dat lichaam, dat men nu aan het balsemen is, opstaan in een vernieuwde hoedanigheid, een herschepping. En lichaam en ziel zullen verenigd worden. Dan pas zal het compleet en eeuwig heel zijn.

Zorg voor zijn lichaam

Maar terwijl de ziel voor God verschijnt ontfermen de deskundigen zich over Jozefs lichaam. Het moet naar de gebruiken van Egypte gebalsemd worden. En na lange tijd (is het zeventig dagen?) begraven worden in een graf dat zich in de directe nabijheid van de nu heersende farao bevindt. De bekende rituelen zullen door de vaardige Egyptenaars zijn uitgevoerd en ik vermoed dat Jozefs familie het allemaal met een zekere scepsis heeft staan te bekijken.
Wat een overdreven zorg voor een dode en wat een bijgelovige handelingen allemaal. Althans, dat is het beeld dat bij me opkomt. Dat zou ook een hele juiste reactie zijn geweest. Of moeten we vaststellen dat ze al aardig gewend waren in Egypte en al deze dingen heel normaal zijn gaan vinden? Misschien wel een eye-opener voor ons; onze tijd is vergeven van oude en nieuwe rituelen (omdat men God ten diepste kwijt is). Rituelen zijn in en dat merk je bij ongemakkelijke momenten als overlijden en begraven, maar ook bij kerkdiensten waarin het Woord niet meer of niet écht centraal staat. Ik denk aan overdoop en aan handoplegging die een bijzondere emotie moeten oproepen, zodat het geloof weer tastbaar wordt en eigenlijk (ten diepste) niet meer geloven is doch 'aanschouwen'. Het moet allemaal emotioneler, tastbaarder. En ergens hoor je er die hang in die het volk Israël ook had toen het gouden kalf moest worden gemaakt. Een onzichtbare God is 'uit' en 'lastig uitlegbaar'. Velen haken af als iets ze niet aanstaat of als God op Zich laat wachten. Hij is je hondje niet!

Zorg voor zijn toekomst

Wat Jozefs familie ook heeft gedacht, ze wísten in ieder geval beter. Jozefs lichaam werd niet verafgood, maar 'bewaard' tot de exodus. Geen grafmaker vol attributen voor de lange reis naar de eeuwige horizon. Met recht kan Jozefs graf een 'wachtkamertje' worden genoemd. Het zou nog wel een flinke tijd duren (was het 1 eeuw of langer?), maar het lichaam lag er in afwachting. En dat heeft Jozef heel duidelijk kunnen maken aan zijn broers, voor hij overleed.
Het uiteindelijke graf was ook bekend bij de nabestaanden: Sichem. Wij Nederlanders zijn niet zo van de familie-verhalen en -tradities (hoewel…), maar Joden kennen dat heel sterk. Ik heb me laten vertellen dat families als Kahn, Cohen en Duhen etc. nazaten zijn van de stam van Levi (ik vind het juist daarom interessant omdat mijn overgrootmoeder ook Duhen heette). Er wordt beweerd dat zij de overlevering van de priesterdienst nog kennen. En wanneer ooit die derde tempel er zal staan, weet elke Leviet wat hem te doen staat.
Wat Jozef betreft: het bevel voor de toekomst van zijn sarcofaag is ook prima van vader op zoon doorgegeven. Luister maar wat er gebeurt bij en na de exodus:
  • "En Mozes nam de beenderen van Jozef met zich; want hij had met een zwaren eed de kinderen Israëls bezworen, zeggende: God zal ulieden voorzeker bezoeken; voert dan mijn beenderen met ulieden op van hier!" (Exodus 13:19)
  • "Zij begroeven ook de beenderen van Jozef, die de kinderen Israëls uit Egypte opgebracht hadden, te Sichem, in dat stuk velds, hetwelk Jakob gekocht had van de kinderen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds, want zij waren aan de kinderen van Jozef ter erfenis geworden." (Jozua 24:32)
Die eed, die Jozef liet zweren, werd dus écht gehouden en serieus genomen. Wat je er ook van vindt, dit moet ons Christenen toch wel aanspreken. De Heere Jezus roept ons op om niet te zweren, maar laat uw 'ja' ook 'ja' zijn. Houdt je belofte en wees eerlijk en oprecht/transparant. Hij heeft ons ook getoond dat Zijn Vader doet wat Hij belooft. De HEERE noemt Zich Jahweh, de Ik zal zijn Die Ik zijn zal. Wel hier wordt door Zijn volk dat beeld vertoond. Tot zover Jozef en diens beeldtenis van de komende Christus. Zijn onbeschrijfelijk en diepe vermogen om lief te hebben die hem in zoveel ellende hadden gestort. Geen kort lontje, maar steeds weer het goede zoekend voor zijn volk. Een echte Zaphnath Paäneah. Een schaduw van Christus, Die als Hem kwaad werd gedaan niet terugschold maar het overgaf in de handen van Hem Die rechtvaardig en ook accuraat oordeel velt: Zijn Vader.

  1. Jozef wilde in Egypte begraven worden; maar liet wel zweren dat zijn lichaam in Sichem zou worden herbegraven. Heeft dat ons in 2016 nog iets te zeggen?
  2. Jozef werd begraven. Heeft dat ons in 2016 nog iets te zeggen?
  3. Jozef werd als een hoogwaardigheidsbekleder begraven. Niettemin moest hij sterven zoals elk ander mens (ook een bedelaar). Wat zegt ons dat over het sterven? Mag er een zeker status en deftigheid getoond worden bij een begrafenis?

woensdag 12 oktober 2016

Het graf van Jozef als teken en zegel

"En Jozef deed de zonen van Israël zweren, zeggende: God zal u gewisselijk bezoeken, zo zult gij mijn beenderen van hier opvoeren!"
Genesis 50 : 25
Piramide van Djozer, waarbij sommigen het graf van Jozef vermoeden; let op het is slechts 'vermoeden'

Je kinderen wat laten beloven op je sterfbed… het heeft iets dieps en moois en tegelijk kan het ook iets beklemmends hebben. Ik herinner mij een verhaal – tijdens een familieonderzoek – van een stervende moeder die haar enigste dochter liet beloven dat ze niet zou trouwen zoland haar vader nog leefde. Wat een bizarre belofte werd dit meisje afgedwongen! En… ze heeft die belofte gehouden, want kort na het overlijden van haar vader trouwde ze. Dieper gaat het nog toen ik hoorde dat haar man al veel langer van haar hield maar vanwege die belofte haar niet ten huwelijk heeft gevraagd. Tegen een buurman vertelde hij later: "Ik heb ze wel al die tijd in mijn hart gedragen". Het is het verhaal van de oudste broer van Zwart Jannetje uit Veenendaal, Hendrik Hootsen, die trouwde met de buurvrouw van mijn opa, Leentje de Heer in Brandwijk.

Hoeveel familiegeheimen zijn bij een sterfbed bezegeld in zwijgen? Daarentegen ook: hoeveel familiegeheimen en -tragedies zijn openbaar gekomen op een sterfbed. Tv-programma's als Spoorloos zijn er meer dan eens mee gevuld. Maar laten we toch terugkeren bij een positieve belofte op een sterfbed: die van Jozef's familie aan de stervende Jozef, om zijn doodskist bij de exodus mee te nemen naar Kanaän.

Zweren voor een begraafplaats

Laten we nog even teruggaan naar het sterfbed van vader Jacob. Hij liet specifiek Jozef zweren dat hij zou worden begraven in het familiegraf in Kanaän. Lees maar hoe dat ging in Genesis 47:29-31: "Als nu de dagen van Israël naderden, dat hij sterven zou, zo riep hij zijn zoon Jozef, en zeide tot hem: Indien ik nu genade gevonden heb in uw ogen, zo leg toch uw hand onder mijn heup, en doe weldadigheid en trouw aan mij, en begraaf mij toch niet in Egypte; maar dat ik bij mijn vaderen ligge; hierom zult gij mij uit Egypte voeren, en mij in hun graf begraven. En hij zeide: Ik zal doen naar uw woord! En hij zeide: Zweer mij! en hij zwoer hem. En Israël boog zich ten hoofde van het bed."
Er moest duidelijk gezworen worden; Jacob nam met een mondelinge toezegging geen genoegen. De HEERE werd erbij gehaald en voor Diens aangezicht werd deze belofte gedaan, onder aanroeping van de Verbondsnaam. Bij die plechtigheid wees Jacob hoogstwaarschijnlijk Jozef aan als zijn 'executeur testamentair'.

Executeur testamentair

Blijkbaar had Jacob het meest vertrouwen in zijn lieveling Jozef, hoewel hij niet het kind van de belofte was, die de lijn naar de Messias zou voortzetten. Beging hij misschien ook dezelfde fout als zijn vader Izaäk? En Jozef? Wie nam hij in vertrouwen om zijn testament te gaan uitvoeren, wanneer hij overleden was? Het lijkt erop dat hij al zijn halfbroers en zijn broer Benjamin laat zweren, al denk ik dat velen van hen al zijn overleden. Dus dan zijn het de stamhouders van die elf families. Maar het is ook een belofte die op de schouders van volgende generaties wordt gelegd. Immers, Jozef wist niet precies wanneer de exodus zou zijn. Als hij Gods beloften even duidelijk had doorgekregen via overgrootvader Abraham, opa Izaäk en vader Jacob, dan dat wij ze hebben gekregen in de Bijbel, dan wist hij dat het echt nog wel een paar eeuwen zou duren voordat de exodus zou komen. Jozef wilde daarom dat al de dán levende nazaten precies wisten wat ze moesten doen. En als er tumult zou uitbreken bij deze exodus, dan nog moesten ze niet vergeten de sarcofaag met zijn gebalsemde lichaam mee te nemen naar het Beloofde Land. Om daarvan zeker te zijn, instrueerde hij al zijn broeder-families en liet hen een eed zweren, zodat ze die zware belofte ook zouden doorgeven aan hun nazaten. Tradities doorgeven, daar waren de aartsvaders – en de Joden tot op de huidige dag – meesters in; dat zijn wij wel een beetje kwijt geraakt!

Enkel traditie?

Hoe zit dat nu precies met die belofte die Jozef zijn broers laat doen? De meeste farao's werden begraven in het Dal der Koningen of op nog enkele andere plekken. De piramiden zijn er tot op de huidige dag getuige van. Gek genoeg werden zij wel met pracht en praal begraven, maar werd al die pracht en praal weggestopt in een kale, stenen prisma. Werd er voor Jozef ook zo'n piramide gebouwd? Of wellicht een statig bij-graf bij de piramide van de heersende farao? Goed mogelijk. Er schijnt een graf gevonden te zijn dat verder in tact was, maar waaruit de sarcofaag was verdwenen. Ergens in die ruimte werd een stuk van een stenen beeldje gevonden dat van een grootvizier van buitenlandse komaf moet zijn geweest. Hoe dát precies zat is misschien wel interessant, maar niet voor deze Bijbelstudie.
Waar het mij om gaat is met welk doel Jozef zó begraven wilde worden en wat de betekenis was van die eed over het meenemen van zijn gebeente naar Kanaän. Immers, het is zo dat Jozef van zijn vader een eigen begraafplaats had gekregen bij Sichem; waarom liet hij zich dáár niet begraven, net zoals zijn vader Jacob wel liet doen bij Machpéla? Waarom laat hij specifiek vastleggen dat hij wel in Egypte opgebaard wil worden, maar enkel in afwachting van de beloofde exodus? In de Kanttekeningen staat het volgende:
"Dit beveelt hij, niet uit superstitie, maar uit een vast geloof, waardoor hij voor zeker hield, dat zijn geslacht het land Kanaän bezitten zou, en dat hetzelve hun allen was tot een voorbeeld en onderpand van het hemelse Kanaän; begerende uit zulke oorzaak, dat zijn beenderen daar eindelijk zouden heengevoerd worden."
Verwezen wordt naar Hebreeën 11 : 22, waar we lezen: "Door het geloof heeft Jozef, stervende, gemeld van den uitgang der kinderen Israëls, en heeft bevel gegeven van zijn gebeente." De Kanttekeningen leggen uit bij 'heeft Jozef gemeld', dat dat niet een terloopse opmerking was, maar dat hij heeft "betuigd dat God Zijn belofte zou volbrengen, van de verlossing der kinderen Israëls uit Egypte." Jozefs begrafenis in Egypte was een belijdenis van zijn geloof over de toekomst. Daar was hij vast van overtuigd en die overtuiging hield hij niet voor zichzelf; lees nogmaals de Kanttekeningen over dat bevel over zijn gebeente: "Dat is, van het medenemen van zijn gebeente naar het land Kanaän, niet uit enige bijgelovigheid of om zijn gebeente daar te laten aanbidden, hetwelk nooit geschied is, maar om de gemeenschap die hij met zijne broederen aan de belofte van God had, en zijn hoop van de vervulling daarvan, ook na zijn dood, hierdoor te betuigen, en hunne nakomelingen daarin te versterken." Drie dingen dus. Hij wilde dat het gebalsemde lichaam mee ging naar Kanaän uit het verlangen om in gemeenschap met zijn broederen te zijn (en dat is een bijzonder wonder, als we bedenken dat die broers hem tot een heel ander besluit hadden kunnen doen komen door hun gedrag). Ten tweede dus die geloofsbelijdenis over de toekomst en ten derde als een versterking voor de verre nazaten van zowel Jozef als zijn broers; zij hadden wel een mondelinge toezegging, maar wanneer ze bij Jozefs graf stonden en de sarcofaag wellicht betastten met hun handen, dan was die stenen kist een onderpand van de belofte die nog op vervulling wachtte.

Met enige theologische vrijheid zou je het haast een sacrament kunnen noemen: een versterking van het zwakke en aangevochten geloof. Houd moet, want de HEERE is een Waarmaker van Zijn beloften. Jozef bleef nog in Egypte, en was een teken dat het hele volk eens in Kanaän zou komen. Onze Heere Jezus Christus is reeds in de Hemel, als een onderpand dat al de Zijnen veilig zullen aankomen in de Stad met paarl'en poorten. Het is een geweldig rijke gedachte, die Jozef hier zijn broers laten beloven. Maar eveneens werd ik zeer getroffen door die hunker om de onderlinge gemeenschap met zijn broers te zoeken; zelfs na zijn dood. Hier worden de contouren zichtbaar van de meerdere Jozef die niets liever deed dan zondaars, ja vijanden, met God Zijn Vader wilder verzoenen. Al kostte het zelfs Zijn heilige en reine leven! Waar kun je dat beter en dieper beseffen dan bij het kruis van Golgotha… waar kun je dat beter en dieper aanbidden en aanbidden dan aan Zijn tafel? Hij is het Onderpand bij uitstek! En dat Beloofde Land? Dat zal er zéker van komen! Daar staat hij 24/7 voor in. Jozef deed niets meer na zijn sterven. Zijn lichaam was een passief getuigenis. Maar Christus is fulltime actief met het bereiden van plaats in het Vaderhuis.

  1. Wat vind je van de vergevingsgezindheid van Jozef? Heeft dat ons iets te zeggen?
  2. Stel je eens voor dat jij een achterkleinkind van Jozef of Benjamin was; zou het jou dan troosten zo'n belofte op je schouders te hebben liggen, zoals de broers van Jozef hebben gedaan? Kun je je enigszins voorstellen hoe dat was? Of zijn wij dat helemaal verleerd: leven met een belofte?
  3. Naast het Heilig Avondmaal is ook de Heilige Doop een sacrament vol van beloften. Hoe ga jij daarmee om?