zaterdag 20 februari 2021

Een denkfout die Gods beloften vervaagt


Want wat er in het testament staat, gaat pas gebeuren als de persoon die dat testament heeft geschreven, is gestorven. Zolang hij nog leeft, gebeurt er niets mee.
Hebreeën 9 : 17

Wat me verdriet doet is dat in veel preken de heerlijkmaking van Gods kinderen zo weinig aan de orde komt. Het lijkt of dat iets is voor later. Rechtvaardigmaking, bekering en wedergeboorte en misschien wat heiligmaking, maar veel meer zit er vaak niet in preken. Maar is dat wel zoals Paulus ook preekte? En is dat ook de bedoeling en de essentie van het Evangelie?

De tekst spreekt over dingen die pas realiteit worden als de ‘testamentmaker’ is gestorven. Ik krijg bij veel preken de indruk dat ook de werkelijke dingen van het geloof pas realiteit worden, wanneer de zondaar (die wedergeboren is) sterft. Men weet niet zo goed raad met de hemel, de heerlijkheid en vooral de heerlijkmaking. Als het moet, worden er wat ruwe lijnen geschetst, maar woorden vinden die verlangen naar Huis wekken is nog wat anders!

Het gevolg van deze manier van preken is dat mensen in onzekere uitzichtloosheid ronddolen en zij nemen anderen op die duistere dwaalweg mee. Twijfel lijkt een proeve van een waar geloof. ­Overigens ontken ik daarmee aanvechting van het geloof niet!

Toch spreekt de tekst niet over zaken die pas bij onze dood een realiteit worden, maar die nú reeds een realiteit zijn. Het gaat over Gods beloften die ­realiteit zijn geworden nadat Zijn Zoon, onze Heere en Heiland, is gestorven! Zijn dood zorgde voor een nieuwe realiteit: een nieuw normaal.

Ja, er moest Iemand sterven, wilde dit nieuwe testament in werking treden. Maar Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke genade: Gods Zoon ís gestorven. En wat meer is: Hij is opgestaan! Juist Zijn opstanding is het bewijs dat Zijn offer aanvaard is!

De Testamentmaker stortte Zijn bloed, dat net als bij de stieren en de bokken uit het Oude Testament bewijs was van Zijn werkelijk dood. Maar… Hij is opgestaan. Dat kan geen van de bokken en stieren ooit zeggen! Zie daar het betere, dat nú is.

Op één punt heeft die dwaling over dat ‘in werking treden na je dood’ gelijk; je moet eerst sterven, wil dit testament voor jou in werking treden: sterven aan jezelf. De oude mens moet de doodsteek krijgen en de nieuwe mens moet een feit zijn… dán treden de beloften van dit testament per direct in werking!

Gods beloften zijn geen fopkadootjes zonder inhoud, maar onuitgepakte geschenken die erop liggen te wachten om uitgepakt te worden. En dat uitpakken doe je niet pas straks, maar dat dient nu, ín dit leven, te gebeuren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten