"Ga uit de ark, gij, en uw huisvrouw, en uw zonen, en de vrouwen uwer zonen met u."
Genesis 8:16
Wat als onze lockdown, hoe intelligent ook, weer wordt opgeheven? Wat, toen de bevrijders onze vijanden versloegen en het vrijheid voor ons werd, 75 jaar geleden? Schud je als een hond het water van je vacht, laat je de ellende achter je of heeft die ellende je veranderd? Wát heeft het uitgewerkt. Graag wil ik ook een lijn uitwerken in het geestelijk leven; een lijn die te maken heeft met de vrijheid van Gods kinderen.
Bevrijd uit de ark
Toen God Zijn oordelen over de aarde liet gaan, was Hij niet alleen daarmee bezig. Aan het begin van Genesis 8 staat dat God aan Noach en zijn gezin 'gedacht'. Ja, dat heeft ook te maken met het verbond dat Hij met Noach maakte. Maar we denken vaak te klinisch over Gods barmhartigheid en genade. Als we zo erg benadrukken dat Zijn genade en ontferming is 'verbeurd', onverdiend, zetten we onszelf meer in de picture dan Gods Vaderhart! Probeer niet zelf te shinen als het over Gods genade gaat! Híj moet alle eer ontvangen.
God gedacht en maakte dat Noach ook op een goede manier uit de ark kon gaan. Hij hoefde niet eerst balancerend over allerlei lijken van dieren en mensen, een stuk grond te zoeken om er een tent neer te zetten. God heeft er even de tijd voor genomen, maar de aarde was opgedroogd en schoon toen Noach uit de ark ging. Als het een enorm kerkhof met rottende kadavers was geweest, had Noach er niet kunnen leven. Als God Korach, Dathan en Abiram levend ter helle kon laten varen, dan kon Hij ook met gemak die hele mensheid met watermassa en al begraven.
De vraag is niet hoe het allemaal precies in zijn werk is gegaan, maar wat Noach met die vrijheid ging doen. Was de aarde nu beter dan vóór de zondvloed? Was door de vloed ook de zonde weggespoeld? Was het maar zo'n feest! Nee, in de ark werd niet alleen de mensheid en het dierenrijk bewaard, maar lifte ook de zonde mee in Noach. En tóch was dat voor God geen beletsel. Denk daar maar eens over na, als je het weer eens te druk hebt over hoe God een mens moet bekeren!
Noach kreeg direct onderwijs over wat hij mocht eten en wat hij moest doen met zijn leven. Dat kun je in het vervolg van Genesis 8 lezen. Na dat onderwijs bouwt Noach eerst een altaar en offert een brandoffer aan de Heere. Die hele ark zat vol met dieren en Noach doet uit die beperkte oplage reine dieren een ruimhartige greep om aan de Heere te offeren. De Heere zou laten zien dat Hij van het geven niet armer wordt en dat ook Noach met dit offer geen kaalslag op het dierenrijk deed, maar dat God de geur als liefelijk ervoer. God zou ervoor zorgen dat dit offer geen debet maar credit saldo op de schepping zou zijn. Zo moest Noach ook met de gehele schepping en zijn eigen gezin omgaan: een offer voor de HEERE. Daar wordt je nooit armer van.
Bevrijd uit de verdrukking
Eenzelfde vraag zouden we ons kunnen stellen over de bevrijding na de Tweede Wereldoorlog. De strik brak los en wij zijn vrij geraakt. Maar wat voor soort vrijheid was dat? En wat heeft het ons gebracht. Beter gezegd: wat heeft het de Heere gebracht dat we door Hem zijn bevrijd? Hoe zag ons offer eruit? En hoe ziet dat offer eruit bij de herdenking van 75 jaar bevrijding?
De oudere generatie, die de oorlog nog heeft meegemaakt, had er een hard hoofd in dat de herdenking van 75-jaar bevrijding goed en inhoudsvol zou zijn. Nou, er is dan ook niets van terechtgekomen door de coronacrisis! Het grootse festijn – waarbij een offer waarschijnlijk niet stond ingepland – is door één piepklein virusje geskipt en miljonen euro's zijn in het afvoerputje van onze verspilzucht weggestroomd! Of ze gaan nog omgezet worden in spektakel in het najaar of volgend jaar.
De vraag is: is de oudere generatie tevreden dat de festiviteiten niet zijn doorgegaan? Zijn ze blij dat Nederland zich niet als een zeug in de modder heeft omgewenteld? Wat heeft deze generatie ons voorgeleefd? Het zijn onze ouders of grootouders, maar hebben zij ons ook geleerd hoe we ons leven moesten inrichten als een offer voor de HEERE? Hebben ze ons iets geleerd over Wie de Heere werkelijk is? Ik hoop het en in een aantal gevallen is dat ook zeker zo.
Beter nog is de vraag: wát herdenken wij eigenlijk? Wij, die de oorlog niet hebben meegemaakt. Als we God dankbaar zijn voor de bevrijding, wáár zijn we dan zo dankbaar voor? Is ons leven een dankoffer? Zijn we met Noach en Adam uitbater van Gods goede schepping? Of uitbuiter?
Wat heeft de bevrijding van de vijand ons gebracht? We hebben die Duitsers nooit gekend als vijanden. Sterker nog: onze generatie is de laatste decennia gaan inzien dat ook de geallieerden geen lieverdjes waren; ze molden en verkrachtten duitse vrouwen en lieten een spoor aan bevrijdingsbaby's achter bij meisjes en jonge vrouwen in ons land en daarbuiten, nadat ze naar Amerika, Canada of Engeland terugkeerden. We zijn gaan zien dat het kaalscheren en bepekken van meisjes en vrouwen die 'iets' met Duitse militairen hebben gehad in de oorlog nou niet bepaald een heldendaad was. En dat de kinderen van NSB'ers niet zomaar iets te verwijten valt. Wie was fout in de oorlog? En wie goed? Was de bluf van verzetstrijders altijd heldenmoed? Of was het oogluiken van sommige Duitse officieren misschien ook een heldendaad?
Welke gezindheid heeft ons bevangen met het oog op de oorlog? Haten wij de Duitsers omdat onze grootouders dat ook deden? Verdrukken wij in het klein misschien wel net zo, als toen in het groot? Nee, er zullen geen levens worden vergast, maar wellicht wel verzuurd, verminkt, verdorven? Heeft de vrijheid in Christus ons leven gestempeld en wát dragen we daarvan uit? Bestrijden we alles wat die vrijheid bedreigt en vooral de eer van Christus? Of zakken we in de kerk weer af in de krochten van het wetticisme, waarin niets mag; of juist die van het wetteloze, waarin álles moet kunnen?
Bevrijd uit de lockdown
Diezelfde vragen zouden we ons ook moeten stellen als het gaat over de intelligente lockdown van nu. Wat heeft die ons gebracht? En wat gaat de bevrijding daarvan ons brengen? Is de wereld om ons heen beter geworden door die coronacrisis? En als zij dat niet is geworden, zijn wij het dan wel? Of zijn wij net als Noach in de ark, de dragers van een veel gevaarlijker virus: de zonde? Dat virus is nog springlevend. Daar is geen vaccin tegen… hoewel… Daar doe ik toch het werk van Christus mee te kort! Hij heeft hét vaccin, medicijn, tegen de zonde. Ja, dan moet ik het wel juist zeggen: Hij heeft de vloek van de wet weggehaald en de zonde weggenomen met Zijn offer. Een offer van de bovenste plank! Door Zijn offer zijn we zelfs dood voor de zonde (mits we in Hem geborgen zijn)!
Maar nog even over die lockdown… Hoe gaan we de hopelijk binnen afzienbare tijd weer ontvangen vrijheid besteden? Gaan we over tot de orde van de dag? Zou de Heere ook tegen ons iets te zeggen hebben, zoals bij Noach, hoe we onze tijd moeten besteden, en hoe we met de schepping moeten omgaan? Hoe we voor Hem leven en daarmee voor anderen? Zou er helemaal geen les te trekken zijn uit deze situatie? Ja toch? We worden geroepen om een leven van dankbaarheid te leiden, als een levend reclamebord voor Gods genade. Een leesbare brief. Nee niet in zuinige vroomheid, en zwarte godsdienstigheid, maar in een levend getuigenis – ja ook met onze mond! – van Wie de Heere is en Wie Hij wil zijn voor zondaren? Leg de mensen om je heen het vuur maar aan de schenen. Geef maar hoog op van God, want Hij is het waard. En bid tot God voor de zielen van deze mensen.
Bevrijd uit de wet
Mits je natuurlijk zelf ook door Hem gered bent, ja. Want wat heb je te vertellen, als je zelf nog onbekeerd bent – misschien wel 75 jaar lang – elke zondag tweemaal een appellerende (dat hoop ik althans, want wat is een preek zonder evangelische oproep?) preek hoort en er nog steeds niets mee hebt gedaan? Ook dat is reclame voor de HEERE; anti-reclame wel te verstaan!
Maar waarvan heeft God dan bevrijd? Van ellende? Nee. Van zonde? Ja. Van godsdienstig leven en kerkgang? Nee. Van de wet? Ja.
Aan het begin van Galaten 5 zegt Paulus: "Staat dan in de vrijheid, met welke ons
Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der
dienstbaarheid bevangen." En een paar verzen verderop zegt hij het iets genuanceerder: "Want gij zijt tot vrijheid geroepen,
broeders, alleenlijk gebruikt de vrijheid niet tot een oorzaak voor het
vlees; maar dient elkander door de liefde." Er is dus een gevaar aan vrijheid. Een dubbel gevaar. Let maar eens op dat veel dominees en degelijke mensen vooral één kant benadrukken: dat we de vrijheid gebruiken om de zonde aan de hand te houden. Ze hebben het dan over mensen die zeggen: God is toch liefde? En Jezus is voor de zonde gestorven, dus het maakt niet meer uit hoe je leeft. De zonde bestaat niet meer. Nou, dat is zeker niet de bedoeling. Het is zelfs de vraag of je God wel kent als je zo praat. Dat is zeker een gevaar.
Maar je kunt ook een ander gevaar lopen met die vrijheid in Christus. En dat is dat je je weer aan de wet gaat houden om daarmee tot God op te klimmen. Door naar anderen toe te laten zien hoe vroom je leeft. Ons geestelijk leven moet meetbaar zijn en zelfs dáár wordt dan weer een nieuwe godsdienst van gemaakt. Maar dat is het offer van Christus verachten. Alsof Hij niet helemaal genoeg heeft gedaan. We creëren dan de vrijheid om Zijn werk (deels) over te doen. Zo zullen we dat natuurlijk niet zeggen, want ja, als je het zó zegt dan voel je wel aan dat dat laster tegen God is. Maar als je daden dit laten zien, zeg je eigenlijk met zoveel woorden precies hetzelfde.
Leef je uit Christus? Of leef je langs de maatlat van de wet? Het is één van beiden! Wie uit Christus leeft, put uit Zíjn volbrengen van de wet. Die heeft net zo'n hekel aan de zonde als Christus Zelf. Die zal nog wel in zonde vallen, maar leeft niet meer in (voelt zich niet meer thuis in) de zonde. Over Christus' werk raak je dan niet uitgesproken en uitgedacht! Net zoals mensen die wettisch leven niet raken uitgesproken en uitgedacht over de wet… echter die weg eindigt in de dood. De wet en de dood zeggen nooit: het is genoeg. Christus zegt: Mijn genade is genoeg.
Als je het beter wilt weten dan Christus dan heb je evenveel bravour als verzetstrijders in de oorlog die de vijand een poets wilden bakken. Met het risico dat ze zelf en een aantal onschuldige burgers gevangen of gedood werden. De werkelijke geestelijke heldenmoed is niet die van het inleven van je zondigheid van van het inleveren van je vrome wapens en meetlatten en het volledig genoegen nemen met Christus' offer.
En bevrijd leven als een levend dankoffer (want een brandoffer hoeft niet meer: dat heeft Christus gedaan) voor de Heere. En ook van dat offer zegt de HEERE dat het een liefelijke reuk in Zijn neus is. En ja, dat kan een mens. Daar hoef je geen remonstrant voor te zijn, om dat in de Bijbel te lezen. De wet is geen weg tot God gebleken; daarom kwam Christus, zoals beloofd. Hoor wat Petrus zegt: "Nu dan, wat verzoekt gij God, om een juk
op den hals der discipelen te leggen, hetwelk noch onze vaders, noch
wij hebben kunnen dragen?" Of je houd je aan de wet óf je leeft in de vrijheid van de kinderen Gods, door het verlossingswerk van Christus. Wie tot die laatste groep behoort leeft een blij en vrij leven. Maar die zal de zonde blijven haten. De zonde van de goddeloosheid in deze wereld én de zonde van de godsdienstigheid in deze wereld.
In het formulier voor de bediening van het Heilige Avondmaal staat als tweede punt van het echte zelfonderzoek: "Ten tweede onderzoeke een ieder zijn hart, of hij de vaste en zekere
belofte van God gelooft dat hem al zijn zonden alleen vanwege het lijden
en sterven van Jezus Christus vergeven zijn, en dat de volkomen
gerechtigheid van Christus hem als zijn eigendom is toegerekend en
geschonken. En dit zo volkomen alsof hijzelf, in eigen persoon, voor al
zijn zonden heeft betaald en alle gerechtigheid volbracht." Hoeveel komt er van dit punt van de zelfbeproeving terecht bij je als je in de mens en de wet blijft hangen? Als je dit niet serieus beaamt – en dus ook niet laat staan wat er staat! – wat zoek je dan aan de tafel van Christus? Moet Hij daar dan gaan kijken wat jij meebrengt? Je zuchten en je constatering dat het niet genoeg en erg gebrekkig is? Schaamte over je eigen falen is o zo snel een eigenwillige godsdienst. Schaamte over je eigen falen is niet de reden om aan te gaan. Belijdenis dat je álles buiten jezelf in Christus hebt gevonden, dát is de reden om aan te gaan.
Veel kerkmensen lezen dit genoemde punt uit het formulier, maar begrijpen het niet (werkelijk). En omdat ze dit niet begrijpen – en dus niet in de vrijheid leven – grijpen ze naar houvast in de wet in plaats van in Christus. Maar die wet vertelt alleen maar dat het niet genoeg en niet acceptabel is. Als de wet ooit tegen iemand zou zeggen dat hij of zij het goed heeft gedaan, dan zou de wet liegen. Simpel: daar is de wet ook helemaal niet voor bedoeld. De wet laat ons druk zijn met het leven op aarde, maar Christus wil ons vervullen met het leven in Zijn heerlijkheid in de hemel. Daarom zegt Paulus ook tegen de Filippenzen dat onze wandel in de hemel moet zijn, waar Christus is. Daaraan kun je een goede bediening van het Avondmaal ook herkennen, wanneer wordt gezegd: "Laat ons onze harten opwaarts in de hemel verheffen, waar Jezus Christus
is, onze Voorspraak, aan de rechterhand van Zijn hemelse Vader". Dus: ben je bevrijd? Leef uit Christus, verheerlijk Hem en de Vader door de werking van de Heilige Geest! En leef toe naar de grote dag van Christus:
Maar (blij vooruitzicht, dat mij streelt!)
Ik zal, ontwaakt, Uw lof ontvouwen,
U in gerechtigheid aanschouwen,
Verzadigd met Uw Godd'lijk beeld.