dinsdag 29 december 2020

Het Evangelie is beter dan de wet (1 en 2)


Want het woord van God is vol leven en kracht. En het is scherper dan het scherpste zwaard. Het dringt zó diep in ons door, dat het ziel en geest van elkaar kan scheiden. Het laat ons zien wat er in ons is, al zit het nóg zo diep verborgen. (Eigenlijk staat hier: '... het scheidt gewrichten en merg van elkaar.') Het brengt onze diepst verborgen gedachten en plannen aan het licht.
Hebreeën 4 : 12

Bijna had ik er langsheen gelezen, zoekend naar Christus in deze brief. Maar bij deze tekst kwam in de Kanttekeningen Christus toch even aan bod: Hij is het Woord van God. Daarmee werd deze tekst in mijn overdenking geplaatst en wilde ik deze ook met je delen.

Kijk, in het eerste deel van hoofdstuk 4 gaat Paulus nog even dieper in op die rust, die God voor ons heeft klaarliggen. We moeten ons 'benaarstigen', ervoor zorgen dat we die rust wél zullen binnengaan. Hij bemediteert deze rust nog enkele verzen en leest er het Oude Testament naast, waarin het volk onder Jozua (Jezus is de meerdere Jozua!) die rust (het Beloofde Land) binnenging. Dit laat ik nu liggen, omdat het teveel afleidt van waar we in deze serie mee bezig zullen zijn.

Onze dagtekst lijkt zomaar plompverloren uit de lucht te komen vallen. Het gaat over het volk, dat de rust niet inging, koppig en ongehoorzaam bleef… Waar doelt Paulus eigenlijk op als hij hier opeens spreekt over de werkwijze van Gods Woord?

Hij grijpt terug naar vers 2, waar Paulus een contrast gaat maken tussen ‘ons nu’ en ‘hen toen’. “Het zit namelijk zo: Eerst is het goede nieuws (het Evangelie) aan hén verteld. Maar ze hebben er niets aan gehad, omdat ze het niet geloofden. Nu is het goede nieuws ook aan óns verteld. Maar wíj hebben het geloofd, en daarom gaan wij die rust wél binnen.” Wat is het toch opmerkelijk dat Paulus niet telkens spreekt over ‘Ja, maar wij kunnen het Woord niet aannemen’, ‘Wij kunnen niet geloven’, ‘Wij blijven zondaar tot onze laatste snik en verdienen enkel de rampzaligheid’, maar hij zegt: “Wij hebben het goede nieuws, het Evangelie, wél geloofd”. Waarom hoor ik die taal zo weinig in de kerken?

Als ik vandaag zeg “Ik geloof God op Zijn Woord” dan ben ik al snel remonstrant in de ogen van een refo; die zal komen met “wij kunnen niet geloven”. Waar komt dat andere geluid vandaan dat zich beroept op de gereformeerde leer en de geschriften? Het zijn toch ook kerkmensen die dit zeggen? Ze lezen toch hetzelfde Woord van God? Moeten we hen dan niet respecteren en hoger achten dan onszelf?
Nee, moet ik met grote stelligheid zeggen. Omdat zij met Gods Woord in de hand Hem laten buik­spreken en divers met Zijn Woord omgaan. Daarom moet ik er nóg een overdenking aan wijden.

 

[deel 2]

Wat is het verschil tussen de wet en het Evangelie? Beiden kun je toch met de hand op de Bijbel Gods Woord noemen? Ja en nee. Paulus legt dat kraakhelder uit in 2 Korinthe 3. De wet heeft niet kunnen bewerken wat het Evangelie wél deed: werkelijk geestelijk leven wekken.

In vers 6 staat “de letter doodt, maar de Geest maakt levend”. De Kanttekeningen merken daarbij op:
“Namelijk omdat de wet, hoewel zij de weg tot het leven aanwijst, de verdorven mens de kracht niet geeft om die te onderhouden; ook geeft zij niet de beloften om de overtreder zijn zonden te vergeven, maar ze vervloekt een ieder die niet blijft in alles wat er geschreven is…”.

Ik citeer 2 Kor. 3 : 4-11: 4 Ik durf dit zo te zeggen, want zo groot is mijn vertrouwen op God door Christus. 5 Het is niet zo dat wij zélf zulk goed werk doen. Maar de goede dingen die gebeuren, zijn het werk van God door ons heen. 6 Hij heeft ons geschikt gemaakt om Hem in het nieuwe verbond te dienen. Dat nieuwe verbond is geen wet waar we ons aan moeten houden. Het is een verbond in de Geest. Want de wet brengt uiteindelijk de dood. (Doordat we ons niet aan de wet kunnen houden, worden we schuldig verklaard.) Maar de Geest van God maakt levend. 7 De wet van Mozes, waarvan de tekst in steen was uitgehakt, bracht uiteindelijk de dood. Toch liet die wet al heel veel van Gods macht en majesteit zien. Zóveel zelfs, dat het volk Israël niet naar Mozes' gezicht kon kijken toen hij hun de wet gaf. Want zijn gezicht straalde van hemels licht. Maar dat licht verdween ook weer. 8 Maar het werk van de Geest brengt leven. Daarom laat dat werk nog veel méér van Gods macht en majesteit zien. 9 De wet van Mozes liet de mensen zien dat ze schuldig waren omdat ze ongehoorzaam waren aan God. Toch waren Gods macht en majesteit er in te zien. Het werk van de Geest spreekt de mensen door het goede nieuws vrij van hun schuld. Dat laat nog veel méér van Gods macht en majesteit zien. 10 Iets dat vol is van Gods macht en majesteit (de wet van Mozes), is dus toch nog niet echt vól daarvan, als iets anders (het goede nieuws) nog méér macht en majesteit heeft. 11 Want als iets dat verdwijnen zou (de wet van Mozes) al vol van Gods macht en majesteit was, dan is iets dat blijven zal (het goede nieuws), nog veel voller van Gods macht en majesteit.

De wet was niet fout, maar miste het juiste effect in de gelovigen. God maakte een nieuwe verbond, het Nieuwe Normaal voor Christenen. Helaas lijken veel kerkmensen liever in het oude te blijven hangen!
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten