De duivel heeft niet langer de macht over de dood. En zo kon Hij (Jezus) alle mensen bevrijden die hun leven lang slaven van het kwaad waren door hun angst voor de dood. Want Jezus ging niet de ongehoorzame engelen redden, maar Hij ging het ongehoorzame volk van Abraham redden.
Hebreeën 2 : 14b-16
Het nadeel van eenvoudiger vertalingen is, dat ze zich soms vergalopperen aan bepaalde belangrijke woorden. Hier wordt gesproken over de duivel die macht had over de dood. En zondaars die bang waren voor de dood. Maar bedenk wel dat het hier niet gaat over het sterven van je lichaam, maar de eeuwige dood. Dat had van mij wel wat duidelijker en anders vertaald mogen worden!
Jezus deed de eeuwige dood teniet; en juist om dát feit moeten we het hoogste lied zingen. Ik las een blog over de satan, wiens macht gebroken is met de dood van Jezus. Dr. K. Schilder preekte op Eerste Paasdag 1916 over de dood en opstanding van de Heere Jezus en dat er allerlei heiligen uit de graven opstonden. Hij begon zijn preek met een beschrijving van een schilderij van de Russische schilder Sacha Schneider.
“Een geweldig doek is het, dat hij schilderde. Met een aangrijpende voorstelling. Wat het dan tekent? Zie het onderschrift. Daaronder staat: Satan bij het dode lichaam van Jezus. Reeds dit onderschrift toont, dat we hier een voorstelling hebben, die de aanschouwing waard is. Satan – in wien alle haat is vertegenwoordigd en die bij het dode lichaam van Jezus! Welk ’n gedachte. Twee vijanden. De een heeft den ander gedood! Dat is weelde voor den levende. Op den voorgrond staat Satan. Zijn gestalte is groot. Bovenmenselijk helder is zijn blik. Doordringend is zijn oog. Fier dat hoofd. En op het gelaat de uitdrukking van genot. Leedvermaak. Zelfgenoegzaamheid. ’t Is de uitdrukking van het gevoel van triumf, die spreekt. En al maar door houdt hij zijn ogen gevestigd op dat dode lichaam. Dat heeft hij gedaan. En toch… en toch, er is iets in dit duivels gelaat, dat niet van vreugde spreekt. Er is toch nog enige angst in die trekken! 0, daar ligt dat dode lichaam aan Satans voeten. Het spreekt van stille majesteit. Zelfs in den dood vertoont dat gelaat nog de sporen van heiligheid. En die majesteit verschrikt Satan. Althans zij doet hem huiveren. Bovendien er is een zekere angst in die ogen van Satan. Satan vertrouwt dat lijk niet. ’t Wil hem niet bevredigen. ’t Is, alsof hij vreest, dat ’t weer levend wordt. Hij is niet gerust van zijn bezit. Dit schilderstuk tekent volkomen juist, dat Satans triumf slechts schijntriumf is. Hij heeft wel Christus’ verzenen vermorzeld. Hem wel ter dood gebracht. Maar — hij voelt reeds, dat nog niet alles is, gelijk hij wil.”
Die angst van satan niet langer te delen, maar verrukt te zijn over Jezus’ triomf over hem, is de ultieme bevrijding van angst voor de eeuwige dood!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten