Toch zien we nu niet dat de mensen over alles heersen. Maar we zien wel Jezus. Hij had voor een korte tijd een lagere plaats gekregen dan de engelen, omdat Hij moest sterven. Maar daarna kreeg Hij alle eer en macht en majesteit. Hebreeën 2 : 8b-9a
Na een flink betoog dat Jezus belangrijker is dan de engelen, gaat Paulus in op iets onbegrijpelijks. Jezus, de Zoon van God, vele malen hoger dan de engelen, werd mens! Hoe kan dat ooit bevat worden? De Basisbijbel vat dat mooi samen in een kopje ‘Jezus werd mens om mensen te kunnen redden’.
En nee, Jezus is niet gelijk aan de mensen gebleven. Door Zijn verlossingswerk is Hij in alle heerlijkheid verheven en is Hem alle macht in hemel en op aarde gegeven. Ook daarin onderscheidt Hij Zich van de engelen en de mensen.
Paulus citeert Psalm 8 en stamelt in opperste verbazing: “Hoe kan het dat U aan de mens denkt? Hoe kan het dat U Zich met hem bezighoudt? U heeft hem een iets lagere plaats gegeven dan de engelen. Maar U heeft hem ook alle eer en macht en majesteit gegeven. En U laat hem over alles heersen.”
Inderdaad dacht God in genade aan de mens. Maar deze Psalm krijgt hier een diepere dimensie op Jezus. Want we zien nu nog geen mens over alles heersen. Al helemaal niet over 'alles'!
“Maar we zien wél Jezus. Hij had voor een korte tijd een lagere plaats gekregen dan de engelen, omdat Hij moest sterven. Maar daarna kreeg Hij álle eer en macht en majesteit.” Hoe geweldig is die wetenschap!
Blijkbaar is er in dat machtige werk van Jezus alle reden om Hem te loven en te prijzen. Paulus komt woorden tekort. Dat is een herkenbaar iets; woorden te kort komen om Hem groot te maken. Ken je dat?
Jezus bracht een offer voor de zonde. Niet van Hemzelf maar van ons. Hij betaalde onze schuld. Maar let dan even goed op hoe Paulus dat verwoordt in deze tekst! Hij zegt niet 'Jezus kwam' en 'Jezus stierf' en 'Jezus nam de straf op Zich', maar juist hier accentueert Paulus het werk van de Vader door de Zoon, zoals bij de schepping! Luister maar: “Want God liet zijn Zoon in onze plaats sterven. Hij nam zo onze straf voor al onze ongehoorzaamheid, en legde die op Zijn Zoon. Dat deed Hij omdat Hij zoveel van ons houdt.”
Dus in al dat werk toont Jezus ons Zijn Vader. En dat vraagt van ons dat we ons beeld van God moeten bijstellen. Vers 11 stelt dat de Eersteling Zijn werk zó volmaakt heeft gedaan, dat Zijn Vader allen die door Hem worden wedergeboren gelijkstelt aan Zijn Zoon.
En Jezus schaamt Zich er niet voor om jou en mij Zijn broers en zussen te noemen. Dat klinkt heel plat maar het is een pijlloos genadig diepe werkelijkheid! Snap je Paulus opgetogenheid als hij Jezus ziet?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten