vrijdag 20 november 2020

Het risico van God niet serieus nemen

Nu heeft de Heere ons Zélf het goede nieuws verteld. Dan kunnen jullie wel begrijpen dat er een nog veel zwaardere straf volgt, als we dáár niet aan gehoorzamen. En andere mensen die het goede nieuws van Hem hebben gehoord, hebben ons laten zien dat dat nieuws de waarheid is. Ook God Zelf laat zien dat het de waarheid is. Namelijk door de wonderen die Hij doet, en doordat Hij de gaven van de Heilige Geest geeft. Hebreeën 2 : 3-4a

Er zijn mensen die hun hele leven tobben over de vraag of God hen wel wil zaligmaken. Of Zijn Woord ook wel voor hén bestemd is. Dat heeft hele generaties kapotgemaakt en wantrouwig tegenover een welmenend God. Overal wordt wat achter gezocht. Achterdocht maakt meer kapot dan je lief is.

De dagteksten gaan nog een stapje verder. Er is een risico, dat je loopt, als je achterdochtig bent over Gods goede nieuws. Mensen die de wet graag hanteren zeggen: wie de wet niet houdt, kan niet zalig worden. Zondaars kunnen immers niet met God omgaan, omdat God de zonde haat.

Nou, ze gaan wel gemakkelijk voorbij aan de offers die in die wetten waren aangeprezen. Voor allerlei gelegenheden waren offers bedacht door de Heere. Er moest bloed vloeien. Daarmee kon (in zekere zin) de zonde verzoend worden.

Was het daarmee ook weer goed tussen de zondige Jood en God? Ja en nee. Het is iets té ­gemakkelijk als je zou zeggen dat die offers de zonde wegnamen. Het bloed van stieren en bokken was geen verzoening op zich. Het was een tegoedbon voor hét Lam dat komen zou, de Messias.

Daarnaast ging het God niet om het bloed op zich, maar om de gezindheid. Dat zit zo. Toen er giftige slangen in de woestijn waren die de Israëlieten een dodelijke beet toebrachten, moest Mozes in allerijl een kopie-slang van brons of koper maken. Die slang van metaal kon niets. Het ging God ook helemaal niet om dat koper of brons, maar om de houding van de Israëlieten: gehoorzaamheid.

God gebood de offers, maar dat bloed, noch die dieren, deden iets. Het offeren zoals God het had geboden vereiste diezelfde gehoorzame houding. En daarbij vertelde het van het betere, volmaakte Lam, Dat eens zou komen.

Het gehoorzamen van de wet was voor de mens nog een stuk gemakkelijker dan het gehoorzamen in dit ‘nieuwe normaal’: geloven in de Zoon van God. Sommige orthodoxe Joden stellen die Godheid van Jezus onder kritiek. Sommige orthodoxe christenen stellen de bedoelingen van God in de zending van Zijn Zoon onder kritiek. Ze zeggen, hoe vroom ze het ook aankleden: “Het is wel waar, maar niet echt voor mij gebeurd.” Maar aan die houding hangt hetzelfde risico als bij de door slangen gebetenen: de dood!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten