woensdag 30 november 2016

De praktijk van de prediking

"De Geest des Heeren […] heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen […] om te prediken het aangename jaar des Heeren."
Lukas 4 : 18a en 19b

Een predikant die mij zeer boeide met zijn preken was ds. Hendrik Huslij Viervant over wie ik een glossy maakte.
Zijn preken over de engelen hebben een diepe indruk op mij gemaakt. En ook zijn vermogen om kinderen aan te spreken met speciale kinderpreken, zonder afbreuk te doen aan de inhoud, zonder kinderachtig te zijn.

Wat is het referentiekader voor de predikant? Moet hij – in mijn optiek – voldoen aan mijn verwachtingen? Nee, niet persé. Moet hij – in zijn optiek – die gedeelten bepreken die hij interessant vindt of juist overbekende gedeelten gebruiken als uitgangspunt van de preek? Nee, niet persé; en wat dat laatste betreft zelfs liefst niet. Het referentiekader is Geest en verstand: het gebed om de Heilige Geest Die hem brengt bij dat gedeelte dat bepreekt moet worden én verstandig nadenken over de vraag hoe dat gedeelte het beste zal landen in de gemeente die voor hem zit. Het is het spel tussen Zender en Ontvanger: tussen de Heilige Geest Die hem zendt en God de Vader en de Zoon, aan Wiens voeten de luisteraars moeten terechtkomen.


Maar onze dagtekst toont dat er doelgericht gepreekt moet worden: de armen… En dat er zorgvuldig gepreekt moet worden; immers, het gaat om het Evangelie. En tenslotte – maar eigenlijk boven alles verheven – moet de luisteraar duidelijk worden dat de boodschap rechtstreeks van God komt. Ik geloof dat veel predikanten wel aan deze aandachtspunten denken, maar dat ze die totaal verschillend invullen. Ik ga er nu eerst rustig over nadenken en ga straks verder met schrijven.

Doelgericht preken

Ik kom net terug van de Avondmaalskring; bijzonder dat het daar juist ging over de Heilige Geest en het gebed vóór het Avondmaal dat roept om die Geest. Hij deelt uit en past toe. Hij is het ook Die de motor is achter de prediking, als het goed is. Preken is geen bedenksel van mensen en moet niet retorica als uitgangspunt hebben; al is het fijn als de prediker welbespraakt is en je meeneemt tijdens de preek. Het is zeker een pré als de predikant je kan enthousiasmeren voor het Woord van God! Maar de Woordverkondiging is vóór alles het werk van de Heilige Geest Die een boodschap voor zondaren heeft. Armen, noemt Jezus hen: bedelaars staat er letterlijk. Jesaja specificeert deze doelgroep als 'zachtmoedigen' (armen en ellendigen); daarnaast gebruikt hij ook beelden van 'gebrokenen van hart', 'gebondenen' (gevangenen) en 'treurigen'.
Het is ook wat te simpel om te stellen dat de predikanten de zonde moeten preken. Ze moeten die aanwijzen, maar niet preken. Ze moeten behoud voor zondaren preken, maar ook weer niet als een blindeman zaaien, zonder op te letten waar het zaad valt. Daarover straks meer. Doelgericht preken: de Heilige Geest gooit maar niet lukraak een brief door een willekeurige postbus. Nee, Hij komt met een persoonlijk woord en heeft jou op het oog! Er is dus zeker sprake van een adressant. Gastpredikanten kunnen dat misschien wat moeilijker inschatten, maar de 'eigen' predikant weet wat er speelt en leeft in de gemeente. Als het goed is gaat hij daarmee in gebed tot de HEERE en bidt om de werking van de Heilige Geest. Wat zou het goed zijn als predikanten tijdens de dienst goed naar de gemeente kijken om te zien hóe en óf het Woord landt.

Zorgvuldig preken

Het is nogal een kostbare schat die mag worden uitgestald, ja, uitgedeeld! Jesaja spreekt over 'basar': nieuws brengen, verkondigen, prediken, aantonen. Nieuws, ja goed nieuws: redding. Het ging daarstraks op de Avondmaalskring over kinderen die spullen te koop aanboden op een kleedje. "Kom maar, alles is te koop", riepen ze. Zo stalt de Heilige Geest Zijn waren ook uit: "Komt, koopt zonder geld, zonder prijs…" De prijs is namelijk al betaald. En tegelijk moet je bedenken dat dat een enorm kapitaal heeft gekost in de hemel: God schonk daarvoor Zijn Eniggeboren Zoon!
Dus is zorgvuldigheid geboden. De Joden maakten een kloof tussen 'de schare die de wet niet kent' en 'de Schrifgeleerden'. De ultra-orthodoxe kerken (in ons land) maken scheiding in de verkondiging tussen 'Gods Volk' en 'de gewone kerkmensen'. Ongelofelijk dat er na Jezus' hemelvaart zich kerk noemende instanties zijn die het Evangelie slechts voorbehouden aan 'ware kinderen Gods'. Alsof je eerst bekeerd moet zijn, voordat je het Evangelie mag horen als 'een aan jou aangeboden zaligheid'. Men is Jezus' Eigen woorden helemaal vergeten: "Verkondig aan alle volken". Maar spaarzamelijkheid, zeeuwse zuinigheid en mondjesmaat kent de Evangelieverkondiging niet. Dat is verkeerde zorgvuldigheid. Die zaaier, die uitging om te zaaien, strooide het zaad niet enkel op de weltoebereide aarde, maar ook op de weg. Dat is niet zonde… dat is opdracht. Hij ging niet over de wasdom, maar hij had slechts zorgvuldig Gods opdracht uit te voeren, zodat de Geest vrij baan had. Wie zal zeggen of Gods Geest die een verharde weg met pikkende vogels niet kan omploegen tot goede aarde?! Zaaien! En zorgvuldig ook… want aan het zaad ligt het niet als er niets groeit! Juist, als er niets groeit, zou het dan kunnen zijn dat er te weinig of zelfs helemaal niet gezaaid is? Dat zal wat zijn! Je zult maar tot zaaier zijn aangesteld en je hebt niet gezaaid. Onbegrijpelijk toch dat er predikers zijn die het Avondmaal bedienen, maar vooral druk zijn met het afhouden van mensen… Natuurlijk moet het eerbiedig en ordelijk gaan en moet er toezicht zijn op het leven van de Avondmaalsgangers, maar Gods kinderen verhinderen – omdat je niet wist dat hij of zij Gods kind was, vanwege kleine gedachten van zichzelf – kan rekenen op een ferme reprimande van de Heiland!

Gods boodschap

En wat verkondigt de HEERE? Wat houdt dat Evangelie in? In Lukas staat dat het gaat om 'het aangename jaar des Heeren', vrijvertaald 'het welkome jaar van de Messias'. In de Kanttekeningen kun je lezen:
Zo wordt de tijd van de toekomst van den Messias en van de predicatie des Evangelies genaamd, omdat het aangename jubeljaar daarvan een voorbeeld is geweest, op welke alle goederen die vervreemd waren, tot hun eersten eigenaar kwamen, en alle dienstknechten uit de Israëlieten in vrijheid gesteld werden, Lev. 25:8, enz.
Dus de Evangelieverkondiging heeft tot doel dat de Heilige Geest 'vervreemden' weer terugbrengt bij hun Eerste Eigenaar! Vrijheid voor gebondenen. Of, zoals het ook wel wordt gezegd: mensen brengen aan Jezus' voeten. Als nu Jezus deze woorden in Zijn mond neemt en zegt "deze taak ga Ik uitvoeren", wat is het dán in goede handen! Zou je willen dat Jezus jouw Herder en Leraar was? Misschien wel omdat je zoveel nare ervaringen met een van Zijn onderherders hebt gehad of dat andere ambtsdragers of gemeenteleden tussen jou en Hem in stonden. Wel, de Geest van God is uitgestort en heeft die taak van Jezus overgenomen. Je zou kunnen zeggen – ik weet niet of dat theologisch helemaal juist is – dat de rollen zijn omgekeerd: eerst werd Jezus toegerust door de Heilige Geest en nu wordt de Geest toegerust door de verheerlijkte Jezus in de hemel. Hij draagt er zorg voor dat Zijn Woord niet alleen gepreekt, gelezen, maar ook beleefd wordt. Bidt om de krachtige doorwerking door deze Geest, in jouw leven, in jouw gemeente en wereldwijd! Want bij Hem is het in goede handen!

dinsdag 29 november 2016

Jezus' profielschets van de Messias

Hij heeft Mij gezonden,
om den armen het Evangelie te verkondigen,
om te genezen, die gebroken zijn van hart;

om den gevangenen te prediken loslating,
en den blinden het gezicht,
om de verslagenen heen te zenden in vrijheid;
om te prediken het aangename jaar des Heeren.
Lukas 4 : 18b-19

Welke verwachting heb jij van de Messias? Zou je deze woorden van Jezus op jouw Kerstkaart 2016 zetten?

Als vacante gemeenten een profielschets voor de nieuw te beroepen predikant opstellen, zetten zij daarin een aantal criteria waaraan deze herder en leraar moet voldoen. Soms zijn het wensen op het gebied van de balans prediking-pastoraat. Soms zijn het aspecten die te maken hebben met de inhoud van de prediking. De vragende gemeente/kerkenraad vraagt dus een predikant met deze aspecten in zijn missie. Maar… wat is de missie van de predikant zelf? Moet hij voldoen aan al die eisen, of is er een ander referentiekader waaraan hij gebonden is?

Jezus geeft vandaag een profielschets van Zijn missie. En eerlijk gezegd had bijna niemand zich bemoeid met die profielschets. God had in de profetiën door de eeuwen heen wel enkele aspecten uit de profielschets van de Messias gegeven, maar die waren na verloop van eeuwen door de kerkelijke leiders uit hun verband gehaald en óf uitvergroot óf gereduceerd tot minimale zaken. Zo was de profielschets tot een karikatuur verworden. Vind je het gek dat de Messias onherkenbaar was tóen Hij eenmaal verscheen? Hoe desastreus zijn dus theologische brillen die het volk worden opgezet, als ze niet worden getoetst aan het Woord! Niet zo verwonderlijk dat Jesaja uitriep: "Toen wij Hem uiteindelijk zagen, was er geen enkel aspect in Zijn uiterlijk waarom wij Hem ook maar enigszins zouden hebben begeerd!" Sterker nog, toen de Messias moest gaan lijden, dachten wij dat Hij door God Zelf werd gestraft, omdat Hij Zich Gode gelijk had gemaakt. Hoe finaal kun je ernaast zitten!

Precies zoals beloofd

Toen Jezus kwam voldeed Hij perfect aan de profielschets die God had gegeven aan het volk. Het probleem zat hem echter in de verwrongen theologie. Men had het plaatje zelf ingekleurd, zonder te weten welke kleur waar moest komen. Men was aan het redeneren gegaan en had zich een Messias ingebeeld die totaal afweek van de Messias Die komen zou. Om maar iets te noemen: in het rijtje in onze dagtekst komen slechts twee dingen voor die in de buurt komen van de profielschets die de schriftgeleerden hadden gemaakt: bevrijding uit de gevangenis én het uitroepen van het Jaar des Heeren: de Grote Verzoendag. Als die andere zaken die in de tekst worden genoemd waren zaken die niet duidelijk aan de orden waren gekomen, voordat Jezus werd geboren. Dat maakte ook dat de mensen Hem helemaal niet herkende, ja zelfs dachten dat Hij een bedrieger was. Aan het begin van Zijn rondwandeling op aarde, voordat Hij Zichzelf ging offeren, zette Jezus alle zaken in de profielschets weer netjes op een rijtje. Hieraan hadden jullie Mij kunnen herkennen!

Toetsmateriaal

Jezus vat in onze tekst twee schriftgedeelten samen: Jesaja 42 en 61:
Jesaja 61:
1 De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis;
2 Om uit te roepen het jaar van het welbehagen des HEEREN, en den dag der wraak onzes Gods; om alle treurigen te troosten;
3 Om den treurigen Sions te beschikken dat hun gegeven worde sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwden geest; opdat zij genaamd worden eikebomen der gerechtigheid, een planting des HEEREN, opdat Hij verheerlijkt worde.

Jesaja 42
5 Alzo zegt God, de HEERE, Die de hemelen geschapen, en dezelve uitgebreid heeft, Die de aarde uitgespannen heeft, en wat daaruit voortkomt; Die den volke, dat daarop is, den adem geeft, en den geest dengenen, die daarop wandelen:
6 Ik, de HEERE, heb u geroepen in gerechtigheid, en Ik zal u bij uw hand grijpen; en Ik zal u behoeden, en Ik zal u geven tot een Verbond des volks, tot een Licht der heidenen.
7 Om te openen de blinde ogen, om de gebondenen uit te voeren uit de gevangenis, en uit het gevangenhuis, die in duisternis zitten.
8 Ik ben de HEERE, dat is Mijn Naam; en Mijn eer zal Ik geen anderen geven, noch Mijn lof den gesneden beelden.
9 Ziet, de voorgaande dingen zijn gekomen, en nieuwe dingen verkondig Ik; eer dat zij uitspruiten, doe Ik ulieden die horen.
Als je de andere woorden uit deze tekstgedeelten leest snap je wel een beetje waarom de mensen zijn gaan denken dat de Messias hen van de vijanden zou verlossen door een grote oorlog. Immers, als de HEERE spreek over een dag der wraak, dan heb je het plaatje – als je slecht leest – snel ingekleurd. En… wat ook moet worden opgemerkt is dat veel profeten de komst en de wederkomst van de Messias als 1 gebeurtenis hebben gezien. Ze hebben de tijdsspanne die ertussen ligt niet kunnen zien. De dag der wraak komt zeker, maar nu nog niet. Eerst komt Silo, de Messias, in gunst en genade, voordat Hij komt om te oordelen de levenden en de doden.

Merkwaardige adventsteksten

De teksten die Jezus hier nu citeert vanuit Jesaja zijn moedgevende en hoopgevende teksten. De woorden schilderen Zijn komst als troostvol, beschermend. Zacharias zong: Hij neemt Zijn Israël op (God neemt het op voor Zijn Verbondsvolk). Maar Jezus doet ook heel andere uitspraken in de komende tijd. Op ruwe wijze schudt Hij de Joden wakker met schokkende uitspraken. Wat dacht je van de 'adventsteksten' als:
  • "Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen." Mattheüs 5:17;
  • "Ik wil barmhartigheid, en niet offerande; want Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering." Mattheüs 9:13
  • "Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard." Mattheüs 10:34;
  • "…want Ik ben niet gekomen, opdat Ik de wereld oordele, maar opdat Ik de wereld zalig make." Johannes 12:47b
Op tal van andere plaatsen corrigeert Jezus het beeld dat men van Zijn komst had. En wees eerlijk, niemand zet een tekst zoals Mattheüs 10:34 op zijn of haar kerstkaart. Zou trouwens wel een mooie aanleiding tot gesprek zijn misschien. Juist de aversie die deze woorden van Jezus oproepen vragen om uitleg. Hoe zou jij zo'n gesprek aangaan? En wat is jouw verwachting van Jezus tweede komst op de wolken? Behoor jij tot Zijn ware adventsgemeente?

dinsdag 15 november 2016

De gezalfde Voorganger spreekt



"De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden…"
Lukas 4 : 18a
 
Jezus Christus kon met recht zeggen dat Hij de vervulling van Jesaja 61:1 was

Je hebt weleens van die Bijbelteksten, die je heel herkenbaar voorkomen als je ze leest, maar wanneer een dominee ze tijdens de preek in een bijzondere context plaatst lijken ze opeens totaal nieuw voor je. Dat kan twee dingen met je doen: je bent verrast en je laat je er door verrassen; het kan ook vraagtekens oproepen en je gaat kritisch lezen of je die zienswijze kunt volgen. De mogelijkheid dat het je niet eens opvalt of dat je het achteloos naast je neerlegt vind ik geen mogelijkheid. Dan zit je totaal nutteloos in de kerk en de geloofwaardigheid en eerbiedwaardigheid van al je godsdienstig vertoon en gepraat verdampt tot niets. Die laatste reactie vermoed ik dan ook totaal niet in de synagoge van Nazareth. Integendeel! De mensen zitten op scherp. Zeker, als Jezus met de deur in huis valt en zegt: "Heden is deze Schrift in uw oren vervuld."

De spanning is te snijden, maar niet pas ná die woorden van Jezus, vermoed ik. Al tijdens de Schriftlezing moet Jezus' intonatie dit Bijbelgedeelte hebben ingekleurd en levend gemaakt. Juist Hij, de Schepper van de hemel, de aarde en van de mens met zijn stem, kende het effect van het gehoor op de ziel. Immers, het geloof is door het gehoor… Dan gaat er opeens een luik voor je gezicht weg, de schellen vallen van je ogen. Er gaat je iets dagen en opeens zie/lees je zoals je nog nooit hebt gedaan. Opeens zie je wat God bedoelde met de woorden die Hij in Zijn Woord liet optekenen. Voor jou persoonlijk!
Het is van het grootste belang dat predikanten goed leren voorlezen. Dan kun je tijdens de Schriftlezing al horen waar de accenten liggen en gaat de Schrift al op voorhand voor je leven. Predikanten en kandidaten die monotoon het Bijbelgedeelte voorlezen op dreunende wijs, doen afbreuk aan de heiligheid en de zeggingskracht van Gods Woord. Het is niet alleen irritant en aanstootgevend, maar ook totaal wezensvreemd aan God Zelf. Je had moeten horen hoe Gods stem klonk, toen Hij daar boven de Jordaan predikte vanuit de hemel: "Deze is Mijn Zoon, Mijn geliefde in Wie Ik ál Mijn welbehagen heb!" De adoratie van de Vader voor Zijn Zoon droop er vanaf. Dat heeft zeker niet geklonken als een monotoon computerstemmetje dat – net als je TomTom – vertelt wat je wel en niet moet doen. Ik snap dat soort voordracht (en je hoort dat vaak ook terug in het bidden; dat is nóg aanstootgevender!) ook helemaal niet; wie heeft dat bedacht? Of is het een gevolg van dat onze oudere generatie eigenlijk diepweg ook een hekel aan (voor)lezen had/heeft? Als jij zo'n voorlezer bent (thuis aan tafel of voorin de kerk): bekeer je. God de Vader heeft je intonatie en klankkleur in je stem gegeven; veronachtzaam Zijn scheppingsgave dan niet!

Wat Jesaja bedoelde

Jezus pakt de boekrol van de overste aan. Of moet ik zeggen: Hij laat de overste de boekrol voorzichtig op de lezenaar leggen en rolt het boek zorgvuldig uit, op zoek naar de beoogde passage: Jesaja 61. En passant rolt Hij de boekrol nog wat verder open naar rechts (terug), zodat ook Jesaja 42 zichtbaar wordt. Dat moet een aardige breedte zijn geweest, want Jesaja houdt van lange teksten.
Bekende klanken, maar uit Jezus’ mond moeten ze toch anders-dan-anders hebben geklonken. Niettemin is de eerste laag, fonetisch, onze Jesaja 61:1 "De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft… Hij heeft Mij gezonden…". Volgens ds. C. den Boer houdt Lukas zich aan de Septuaginta-lezing; als je goed leest lijken deze twee teksten zo diagonaal tegenovergesteld. Bij Jesaja wordt gesteld dat Gods Geest op de profeet (eigenlijk de Messias) is omdat God hem/Hem heeft gezalfd. Maar in de lezing van Lukas lijkt het andersom: Jezus is gezalfd door God, omdat de Geest op Hem was uitgestort.
Isaac da Costa wijst erop dat Jezus dus met deze woorden zegt dat Hij de Messias, de Christus, de Gezalfde is. Daarmee krijgen Zijn woorden ook gezag. Hij ís gezalfd, dus Hij heeft dat niet zelf gedaan. "Toen de Heer dit sprak, was de Heilige Geest op Hem uitgegoten op een enige wijze, in al Zijn volheid," aldus Da Costa, "Dit was het eerste en voorname kenmerk van de beloofde Messias, de Bron van al de andere kenmerken."
Da Costa legt er de vinger bij dat God Hem heeft gezonden: "De Zoon noemt Zich vooral de Gezondene des Vaders, in de zin van de onmiddellijke Gezondene des Vaders; niet zo als Mozes en de profeten door een uiterlijke roeping, maar door de nederdaling van de Heilige Geest op Hem, in Hem."

Wat de Joden lazen

Als Jesaja wordt gelezen komt allereerst de associatie met de algemeen geldende exegese van de rabbi's van dat moment bovendrijven bij de mensen. En dat is op zijn zachtst gezegd een vertekend ingekleurd beeld van de Messias. Ik vermoed dat men ook nog in gedachten hield dat Jesaja hier over zichzelf sprak, omdat hij 'mij' zegt. De Statenvertalers hebben dat wel met een hoofdletter geschreven (terecht), maar dat is vooruitgrijpen op de vervulling van deze profetie.
Er zijn nogal wat verschillende visies op deze tekst uit Jesaja 61; ik geef een leestip: dit document (en als je het juiste hebreeuwse lettertype laadt in je computer kun je het vanuit het hebreeuws volgen) geeft een goede hulp bij het onderzoek naar dit gedeelte. Ik citeer hieruit:
Wie spreekt er in Jesaja 61? Iedereen is het er over eens dat in vers 8 en 9 de Verbonds Jehowah spreekt. Maar wie spreekt er in vers 1-7 en wie spreekt (of spreken) er in vers 10-11? Uiteraard is het gehele bijbelboek Jesaja door de profeet Jesaja uitgesproken of uitgeschreven. De vraag is echter:
• Spreekt de profeet Jesaja direct in naam van Jehowah: “Zo zegt de HEERE…”?
• Spreekt de profeet Jesaja namens zichzelf?
• Beschrijft de profeet Jesaja een visioen aangaande de toekomst?
• Voert hij de Messias sprekende in?
• Laat hij de vervolgde, schuldige, ootmoedige of verloste kerk of Joodse volk spreken?

Volgens Vitringa spreekt de Messias in vers 1-7 en in vers 10-11. De meeste Joodse uitleggers en de Targumim laten de profeet Jesaja zelf spreken. Calvijn geeft aan dat de Heere Jezus hier niet alleen spreekt maar alle profeten. Volgens Alexander wordt in dit Hoofdstuk de Grote Persoon beschreven die de veranderingen uit Hoofdstuk 60 en 61 zal bewerkstelligen. Beuken zit in de lijn van Alexander. Volgens hem is het te massief als men een keuze moet maken tussen de profeet (Jesaja) of de Knecht (des HEEREN). Hij stelt: ”Meer en meer luidt het dat de spreker van vers 1-7 zich wel niet “knecht” noemt, maar zijn taak toch beschrijft in bewoordingen die bij ons de gelijkenis van de Knecht moeten oproepen”.
Ik denk dat ik er niet ver naast zit als ik zeg dat de meeste toehoorders voor Jezus in de synagoge bij deze woorden direct aan Jesaja zelf hebben gedacht. Des te groter is de schok, als Jezus die woorden op Zichzelf gaat betrekken.

Wat Jezus laat zien

Nog een keer dat uitlegdocument van dr. Jan Weststrate:
"Toen de Heere Jezus aan het begin van Zijn bediening in de synagoge in Nazereth Jesaja 61 voorlas gaf Hij aan dat die woorden in Hem vervuld waren. […] Alleen de Heere Jezus heeft als dé Christus (dat is de Gezalfde!) de opdracht uit vers 1 tot 3 van Jesaja 61 ten volle vervuld. Dit is voor mij de reden om aan te nemen dat in vers 1 tot 7 de Knecht des Vaders door Jesaja sprekende wordt ingevoerd. Deze teksten worden echter ook – al is het slechts in aanvang – vervuld in alle door God gezalfde knechten. Deze verzen worden zelfs vervuld in alle ware gelovigen om het ambt der gelovigen uit te oefenen. Ieder predikant, evangelist, ouderling, iedere arbeider in Gods Koninkrijk zal deel moeten hebben aan de Heilige Geest (zie 1 Cor. 12). Dat blijkt ook uit de Heidelbergse Cathechismus (Vraag en Antwoord 32). “Waarom wordt gij een Christen genaamd? Omdat ik door het geloof een lidmaat van Christus en alzo Zijner zalving deelachtig ben; opdat ik Zijn Naam belijde en mijzelven tot een levend dankoffer Hem offere, en met een vrije en goede consientie in dit leven tegen de zonde en de duivel strijdde en hiernamaals in eeuwigheid met Hem over alle schepselen regere”
En hier gaat 'em de schoen wrikken. Ze kwamen – wees eerlijk – uit een stukje nieuwsgierigheid. "Dat nieuwe kandidaatje, weet je wel – die zeun van Maria en wijlen Jozef de timmerman, die hier een paar straten verderop zijn werkplaats had – komt aanstaande sabbath. Ja, Die wil ik wel graag er 'es effe horen. Es kijken hoe die 't doet." Zo wellicht ging het gekonkelefoes in Nazareth. Herken je dat ook vandaag de dag? Maar zo'n zogenaamde 'kandidaatje' is als het goed is wel een gezondene van de Vader. Ik zeg niet dat je daar voetstoots altijd vanuit kunt gaan, maar ten diepste zou je daar wel voetstoots vanuit behóren te gaan! Hoor je het verschil? Dat geldt voor zowel de luisteraar als de prediker… Want als de Geest zendt, zou ik dan wijzer willen zijn?

maandag 14 november 2016

Jezus' tekstkeuze voor Zijn preek

"…en (Jezus) stond op om te lezen. En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja;
en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was:"
Lukas 4 : 16b-17

We staan vandaag stil bij Jezus' tekstkeuze in de rol van Jesaja

Hoe komen predikanten aan het tekstgedeelte waar zij hun preken over maken? Dat kan heel verschillend zijn. Soms nemen ze zich voor een serie preken te houden over een bepaald persoon of thema; al dan niet met een specifiek doel. Dan zoek je Bijbelgedeelten bij het onderwerp. Soms is er aanleiding om in bepaalde situaties of probleemgevallen Gods Woord op een bijzondere plaats te laten openvallen voor de gemeente, om te horen wat God tot de gemeente zegt over dat of dat onderwerp. Ik ga even voorbij aan het gebed en de afhankelijke houding aan God, die een specifieke plek in de tekstkeuze behoren te hebben. Vroeger had je predikers – en ze er nog wel; ze zijn vaak niet universitair geschoold – die pas op de kansel tot een tekstkeuze kwamen. Zij lieten de Bijbel willekeurig openvallen, lazen een heel hoofdstuk en kozen tijdens het lezen de tekst die voor hen begon 'op te lichten'. Het klinkt heel mysterieus – of hoe je dat ook wilt noemen – maar die fractie van een seconde bepaalde waar de dienst over ging. Je vraagt je dan wel af wat de functie van de te zingen psalmen in de dienst dan is/was; het zullen vaak cliché-psalmen zijn, vrees ik.

Dat klinkt allemaal wel heel religieus en mystiek, maar of dat de bedoeling is van Gods Woord betwijfel ik. Je moet de gemeente toch duidelijk bouwen en leiden. En als je dan al zo omgaat met je tekstkeuze, dan moet er ook een stuk pastoraat aan verbonden zijn, voor allen die dit niet kunnen volgen of er juist door in de knoop geraken. Ik meen dat dit niet verstandig is – vooral niet voor gastpredikers; zo maken we van de gemeente van God een soort sektarische karikatuur. Om maar te zwijgen van alle merkwaardige, soms zelfs cliché-matige, dwalingen die dan vanaf de kansel kunnen klinken!
Een goed voorbereide preek kan evenzeer harten treffen en de gemeente merkt heus wel of het Woord door de dienaar is heengegaan of dat hij slechts een formele mededeling van iets statisch – en zelfs iets doodigs – verkondigt. We leven in een tijd waarin toehoorders vaak vindingrijker en breder georiënteerd zijn dan de doorsnee predikant, omdat zij wel met twee benen in de maatschappij van deze tijd staan en de predikant het 'echte leven' helaas menigmaal enkel kent van de verhalen die gemeenteleden hem vertellen. Gemeenteleden worden overspoeld met prikkels, meningen en leerstellingen uit de politiek en het bedrijfsleven en over allerlei maatschappelijke zaken, die aan teveel predikanten voorbijgaat, omdat die zich daarvoor vaak afsluiten.

Liturgie

Het is vooraf misschien handig vast te stellen dat een joodse synagogedienst er heel anders uitzag dan onze reformatorische kerkdienst. Wij kennen een veel passiever liturgie. Er gaat niemand opstaan om het woord te nemen of te vragen. Men volgt gedwee de keuze van de te zingen psalmen. Men aanvaardt de lezing van het Bijbelgedeelte als een voldongen feit; evenals de tekstkeuze die de predikant maakt of heeft gemaakt. Hooguit vindt daar in de daaropvolgende dagen mail- of telefooncontact over. Men zingt en geeft geld in de collecte en dat is dan zo'n beetje de enige bezigheid – naast het gaan zitten en weer opstaan – van de kerkganger in de dienst. Verder is het luisteren; ook als er namens jou of voor jou wordt gebeden door de predikant.
De synagogedienst moet ons refo's tamelijk rommelig en wellicht zelfs onheilig overkomen. Er wordt daarentegen ook extreem heilige waarde gehecht aan zaken die bij ons heel 'gewoon' zijn. De boekrol wordt met een grote eerbiedigheid behandeld en men wil zelfs het papier niet aanraken; men gebruikt de bekende jat om de woorden aan te wijzen die men gaat lezen.
Als de Schriftlezing heeft plaatsgehad, wordt de rol weer opgeborgen en begint de 'preek'; eigenlijk de 'exegese'. Ik zou niet weten of er ook sprake is van 'toepassing' in de betekenis zoals wij die kennen. Jezus zal daar in ieder geval zometeen een bijzonder tintje aan geven; met alle gevolgen van dien.
Er is iemand die de boekrol 'aangeeft'. Wat voor iemand zou dat zijn? De overste van de synagoge? Hebben wij ook zo'n figuur? Wellicht de koster of de voorlezer? Maar wat mij bijzonder opvalt is dat die man aan Jezus niet de totale vrijheid laat om zelf een tekstgedeelte uit te kiezen. Hij beperkt Diens keuze tot 'De profetie van Jesaja'. Daaruit moet in deze dienst worden gepreekt. Is Jesaja dus aan de beurt? Was dat een algemeen geldende liturgie? Dat kennen wij in de wat oecumenischer ingestelde kerken ook, alsmede de Rooms Katholieke Kerk. Elke zondag heeft een naam en thema. En die vastgestelde liturgie trekt soms zelfs door in de gebeden die worden gedicteerd. In de kerkgeschiedenis van Engeland is het beruchte 'Book of Common Prayer' (met alle aversie daartegen) er een aardig voorbeeld van. Iemand als Koelman zette zich juist scherp af tegen alle vormen van 'voorgeprogrammeerde liturgie'; hij noemde formuliergebeden dan ook 'stilstaand water'.
Zelf ben ik ook altijd wat allergisch voor zulke vastgestelde liturgische lijnen. Dat beperkt ons ook in de confrontatie met de gehele Schrift. Elk jaar hetzelfde protocol? Nee, dat lijkt me bepaald ongezond. En wees eerlijk, het is heel verfrissend als een predikant eens een totaal onbekend Bijbelgedeelte openslaat. Als hij de gave heeft de gemeente mee te nemen in dit gedeelte, brengt hij ook een stuk enthousiasme voor het Woord over. Hoewel we voorzichtig moeten zijn met menselijk enthousiasme en op het gevoel in spelen, kan dit toch ook weer niet geheel ontbreken. Als een predikant fungeert als een soort pianola of draaiorgel en slechts zijn 'draaiboek' afwerkt, is hij keihard bezig de gemeente af te stompen en jongeren weerzin te doen ontwikkelen tegen de kerk(dienst). Dus een levende liturgie doet er wel degelijk toe. Prof. Immink heeft over de protestantse liturgie een mooi boek geschreven, met de titel 'Het Heilige gebeurt'.

Tekstkeuze

We lezen in de tekst dat Jezus opstond om te lezen. Een tekstverwijzing wordt gemaakt naar Nehemia 8 : 5-6 waar de wet van God weer aan het volk wordt voorgelezen en waarbij het volk staat en luistert; terwijl de uitleggers tussen het volk door liepen om alles uit te leggen. Vanaf een soort kansel klonk de verkondiging van Gods Woord en Wet.
Hoe dat in Jezus dagen precies was in de synagoge, weet ik niet, maar ik vermoed dat het volk daar wel zat en luisterde naar de lezing van de Schrift die staande werd gedaan; echter als Jezus gaat preken, gaat Hij weer zitten.
Het beeld dat ik hiervoor schetste – over een type charismatisch-mystieke voorgangers dat de Bijbel met een klap laat openvallen en dan lukraak ('geleid door de Geest') een tekst prikt – lijkt hier opeens door Jezus te worden uitgebeeld. Weliswaar heeft de schifting al plaatsgehad (de rol van Jesaja was vooraf uitgekozen), maar die Bijbelrol bestaat nog steeds uit een groot aantal chapiters. En denkend aan het boek van de profeet Jesaja, heb je denk ik levenslang stof genoegd. Abraham Hellenbroek schreef er een achttal dikke pillen over (de Evangelische Jesaja), dus menig predikant zou er ook prima vier jaar lang mee uit de voeten kunnen.
Echter, Jezus rolt het bijbelboek niet lukraak open. Er staat "als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats…". Blijkbaar zocht Hij heel bewust naar juist dát specifieke gedeelte dat over Hem ging. Dit hadden Zijn toehoorders niet zien aankomen, omdat zij iets anders lazen op die plaats; maar dat gaat Jezus veranderen! Sterker nog, Jezus gaat twee schriftgedeelten met elkaar in verband brengen en aan elkaar plakken, zo zal blijken. De Kanttekeningen merken hierbij op: "want sommige van deze woorden staan Jesaja 61:1 en sommige Jesaja 42:7".
Uiteraard is Jezus alwetend, want Hij is God! Het Woord dat hier wordt opengerold, kende Hij al vanuit de eeuwigheid. Hij en Zijn Vader hadden het er al over gehad, dat 'in de tijd' Jesaja dit zou gaan verkondigen. Jesaja ontving deze woorden en profeteerde deze als de mond van God op aarde. Maar de woorden waren bedacht in de hemel. En er is niets verborgen voor de Zoon, dat de Vader wel weet of van plan is. Wat moet dit voor Jezus in Zijn mensheid een enorme versterking zijn geweest, dat Zijn Vader Hem die woorden aanreikt! Want ik vermoed wel dat de overste van de synagoge Hem deze rol van Jesaja aanreikte, maar ten diepste is het Zijn hemelse Vader Die Hem deze rol aanreikt. God de Vader is – met eerbied – de 'Jat' Die Jezus de tekst aanwijst. Hij zocht wat Zijn Vader hem aanwees en… Hij vond de plaats die Zijn Vader bedoelde.
Wat Zijn Vader aanwees zullen we de komende keren bespreken, maar ik wens alle predikers toe dat ze zó gepassioneerd, betrokken en verwachtingsvol de Bijbel openen, biddend tot God om hen dát aan te wijzen wat Hij tot de gemeente te zeggen heeft. Ik denk dat dat heel Bijbels is. Maar ik ben er ook vast van overtuigd dat dit heel heilzaam en zegenrijk voor de gemeente is.

vrijdag 11 november 2016

Als Gods Zoon Voorganger is in jouw kerk

"En Hij kwam te Nazareth, waar Hij opgevoed was, en ging, naar Zijn gewoonte, op den dag des sabbats in de synagoge, en stond op om te lezen."
Lukas 4 : 16
 
Bidden en lezen in de synagoge op Yom Kippoer
Nagespeelde scene van het schilderij















Een kandidaat met preekconsent kent ongetwijfeld kanselvrees, zeker als hij voorgaat in de gemeente waar hij woont of is geboren; en menig predikant houdt dat. Zeker als hij zich te zeer inleeft dat hij het Woord zo zuiver mogelijk moet brengen. Predikanten die mogen arbeiden vanuit de vrijheid van de kinderen Gods – en zich in afhankelijkheid van hun hemelse Zender – geheel kunnen overgeven in Zijn hand, zullen dat misschien iets minder hebben. Niettemin is het blijft het spanning om niet tussen God en de gemeente in te blijven staan. En het blijft heilige grond, waar God en mens samenkomen.

Maar… heb je je weleens afgevraagd hoe het voor Jezus was om voor te gaan in de synagoge? Nota bene de synagoge van de stad waar Hij opgroeide: Nazareth! Mocht een aardse predikant nog weleens vermoeden – of zelfs stellig weten helaas – dat zijn toehoorders zeer kritisch naar hem zullen luisteren, Jezus kénde de harten van Zijn hoorders! En wat daarin leefde was niet bepaald geruststellend.

Kerkelijke opvoeding

Hoeveel tijd er ligt tussen Jezus’ vertrek uit Nazareth en Zijn terugkeer – na de doop in de Jordaan en de verzoeking in de woestijn – weet ik niet, maar het moet toch bijzonder voor Hem zijn terug te zijn in de stad van Zijn jeugd. Wie weet is Hij nog wel even naar Bethlehem gegaan, de plaats waar Hij Zich liet geboren worden.
Waar je wordt geboren en naar de kerk leert gaan, blijft je vaak hangen. Als je gaat trouwen of verhuizen kan er een wissel komen, maar in voorgaande generaties bleef men vaak trouw aan de kerk waarin men geboren was. Die tijd is – helaas – over. Men zoekt veelal een gemeente (zelfs geen kerk) naar eigen smaak. Die smaak is vaak verbonden met de dan actuele toestand en huidige prediker. Gaat die laatste weer, dan staan voor sommigen alle keuzes weer open. Ik stel het wat ongenuanceerd, maar leg er de praktijk van je vrienden eens naast en misschien wel jouw eigen praktijk. De vraag is: is dat goed? Trouw in goede en slechte dagen… is dat misschien geen heilzamer weg? Ik weet en (h)erken dat het soms uitzichtloos is – dat de sfeer omslaat en je je een vreemde in je eigen gemeente voelt. Maar wat is de reden om te 'verkassen'? Jezus keert terug naar die plek, waar Hij opgroeide en… zoekt het contact/gesprek. Dat wel, maar…

Kerkelijke traditie

Wat moet dat voor Jezus geweest zijn, de hemel verlaten te hebben en de jas der tradities van mensen aan te trekken. Mensen die door Hem zijn geschapen en gemaakt met maar één doel: Zijn Vader verheerlijken. Die mensen hebben die dienst aan Zijn Vader op hun eigen manier ingekleurd in felle, wettische tinten en rijke – maar helaas ook holle – rituelen. Jezus had kunnen opstaan en zeggen: "Beste mensen, kunnen jullie me uitleggen waar jullie in hemelsnaam mee bezig zijn?!" Hij had een gesel van touwtjes kunnen nemen en die synagoge legmaken, om hem opnieuw volgens hemelse normen te vullen en op te bouwen.
Gek genoeg deed Hij dat niet. Hij liet al die menselijke tradities (waar Hij er wellicht nog enkelen herkende als van Zijn Vader ingesteld) voor wat ze zijn. Beter gezegd, Hij voegt Zich er naar. Maar Hij richt Zich op één doel: het Woord. Hij staat op en gaat lezen. De boekrol die Hem door een mens wordt gegeven; hoogstwaarschijnlijk mag Hij hem niet zelf aanraken. Nota bene het Woord dat Zijn Vader aan mensen had gegeven ten leven, geeft een mens Hem om er op traditionele wijze uit te lezen. Nou… dat laatste zal blijken onmogelijk te zijn. Het zal er allesbehalve traditioneel aan toe gaan!

Geestelijke verbinding

Dat lezen uit het Woord (misschien moet je lezen 'dat leven uit het Woord') is voor Hem de schakel tussen de traditie, de gewoonte om naar Gods huis te gaan en Zijn opvoeding. Wat was dat immers voor een opvoeding? Zijn lieve moeder, was een zondares die ook moest leven van genade en verzoening. Nota bene zo'n schepsel (alsmede haar dito man) voedde Gods Zoon op aarde op!
De verbinding in dat alles wat het Woord. Daar leefde Hij van en daar leefde Hij uit.
Is dat bij ons ook zo? Kunnen we ook niet zonder? Is dát het, wat ons bindt aan een gemeente, een kerk en een gezin? Is dat het meest essentiële elke dag? Jezus leest… hoe zal dát geklonken hebben? Zou Hij de Naam van Zijn Vader wel hebben uitgesproken? Of onderwierp Hij Zich ook aan díe traditie? Hij kwam om ons Zijn Vader te tonen… en hier maakt Hij een indrukwekkend begin!





woensdag 2 november 2016

Hoe gaat het met de dominee?

"En Jezus keerde weder door de kracht des Geestes naar Galiléa; en het gerucht van Hem ging uit door het gehele omliggende land. En Hij leerde in hun synagogen, en werd van allen geprezen."
Lukas 4 : 14-15

Spurgeon was ook een geprezen en bekritiseerd redenaar; soms zaten er duizenden onder zijn gehoor.


Daarnet las mijn vrouw uit de kinderbijbel het verhaal over Naäman die melaats was en bij Elisa kwam om genezen te worden. Het is in korte tijd al de derde keer dat dit verhaal wordt gelezen in huis. Ik blijf het een fascinerende geschiedenis vinden met veel lessen. Dit bracht me bij Jezus' woorden over hem in Lukas 4. Bij dit begin van Jezus' optreden wil ik de komende tijd stilstaan.

Er is nog een reden dat ik het hierover wil hebben, juist naar aanleiding van de tekst van vandaag. Op CIP stonden twee artikelen over het leven van de predikant. Het eerste is een artikel met de titel 'Hoe gaat het met de dominee', dat aandacht vraagt voor de overbelasting en overwaardering van de predikant. Het tweede artikel was als het ware een illustratie hierbij, een interview met onze 'eigen' (lees oud-)predikant, ds. W.J.C. van Blijderveen. Welke verwachtingen worden er aan een prediker gesteld? En waar zijn die verwachtingen op gestoeld? In Jezus’ geval kijken we in een peilloosdiepe krater van het listige mensenhart: de tomeloze zoektocht naar een God, omdat men God Zelf kwijt is.

De geruchtmakende prediker

Jezus keert terug, door de kracht van de Heilige Geest. Als je het voorgaande leest, weet je dat hij kort daarvoor door de satan werd verzocht in de woestijn. En dat aangrijpende gedeelte eindigt met spanningsvolle woorden: "En als de duivel alle verzoeking voleindigd had, week hij van Hem voor een tijd." Denk niet dat hij zijn Prooi loslaat! Verleiding 2.2 zet in bij het volgende vers: de mensen worden als willoze kuddedieren door het gerucht van Jezus aangetrokken. Willoos. Misschien denk je dat ik negatief over Jezus wil gaan worden of dat ik gelovigen altijd in het porceleinkastje van de kritiek wil stellen. Maar dat is allerminst zo. Ik lees deze verzen, net als jij, met in mijn achterhoofd hoe het allemaal gaat aflopen. Dan is dat enthousiasme voor die Jezus van Nazareth toch weinig minder dan euforie of hang naar sensatie? Zo worden predikanten en vooral kandidaten nog steeds bekeken: men wil die of die ook weleens horen. Soms omdat het een familielid is of een zoon van een neef van een goede bekende van een buurman… Maar soms ook omdat zijn gerucht hem al vooruit ging. En dat is niet ongevaarlijk! Sensatie is in kerkelijk Nederland een grote valkuil. Zowel onder refo's als onder evangelischen. Je merkt dat die uitersten elkaar vaak raken!

De geprezen prediker

Maar laat ik nog even terughoudend zijn met kritiek. Want ik heb nog niet vastgesteld wát het gerucht precies inhield, waarop men is afgekomen. Dat laat ik even rusten. Ik wil vanuit de tekst duidelijk laten zien dat de mensen niet alleen een gerucht hoorden, maar ook kwámen. Juist dat aspect zal Jezus Zelf fors onder kritiek zetten, wanneer Hij tegenover die quasi-geïnteresseerden die weduwe uit Zarfat en Naäman de Syriër zet. In Lukas 11 en Mattheüs 12 haalt Hij er zelfs de Koningin van Scheba bij alsmede Ninevieten uit Jona's tijd. Waarom? Wel Hij zal in de komende verzen de beoordeling van de mensen op de proef gaan stellen. Hun beoordeling lezen we aan het einde van de tekst: "en werd van allen geprezen"! Als je een veelgeprezen prediker of publicist bent kun je eigenlijk alleen nog maar 'vallen' en 'afgaan'. De roem van mensen is net als hun leven: een damp. En… als je mensen aan je wilt binden, door jouw manier van preken of publiceren, dan zul je vroeg of laat bedrogen uitkomen. Ook een prediker heeft weleens zijn dag niet. Hij is ook maar een mens. Het gaat daarom niet om hem, maar om zijn Zender.

De listige luisteraar

Het staat er argeloos: Jezus leerde in hun synagogen. Misschien niet persé met die bedoeling, maar mijn oog viel er wel op. Ik moet denken aan Saul die het vertikte om Agag te doden en met een grote buit terugkwam, terwijl Gods bevel geheel anders was. Samuël leverde kritiek op hem en maakte hem duidelijk dat God hem had verworpen. Let eens op wat Saul dan zegt tegen Samuël: "Bidt tot uw God". God was niet Sauls God blijkbaar!
Hier is het precies andersom: die godsdienstige centra waar God centraal zou moeten staan, waren verworden tot dogmatische lippendienst van de bovenste plank. Veel kritiek op uiterlijkheden, veel verwrongen theologisch gebazel over God, maar… het bleken 'hún' synagogen. Het lijkt wel alsof God hier Zijn handen aftrekt van dergelijke godsdienst.
En juist daar komt Jezus! Hij gaat preken, hoewel Hij weet wie zijn luisteraars zijn! Hij komt niet op beroep, maar doet een beroep op Zijn toehoorders. En Hij maakt het hen bepaald niet gemakkelijk om eerlijk onbekeerd te blijven. Van dik hout zaagt met planken, zo zullen we zien. En dan zal blijken hoe listig deze luisteraars zijn. Want vergeet niet: Jezus komt hier (naast het feit dat Hijzelf God is) geleid door de Heilige Geest! Tot slot de hand in eigen boezem: hoe luister jij naar de verkonding van Gods Woord?