maandag 14 november 2016

Jezus' tekstkeuze voor Zijn preek

"…en (Jezus) stond op om te lezen. En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja;
en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was:"
Lukas 4 : 16b-17

We staan vandaag stil bij Jezus' tekstkeuze in de rol van Jesaja

Hoe komen predikanten aan het tekstgedeelte waar zij hun preken over maken? Dat kan heel verschillend zijn. Soms nemen ze zich voor een serie preken te houden over een bepaald persoon of thema; al dan niet met een specifiek doel. Dan zoek je Bijbelgedeelten bij het onderwerp. Soms is er aanleiding om in bepaalde situaties of probleemgevallen Gods Woord op een bijzondere plaats te laten openvallen voor de gemeente, om te horen wat God tot de gemeente zegt over dat of dat onderwerp. Ik ga even voorbij aan het gebed en de afhankelijke houding aan God, die een specifieke plek in de tekstkeuze behoren te hebben. Vroeger had je predikers – en ze er nog wel; ze zijn vaak niet universitair geschoold – die pas op de kansel tot een tekstkeuze kwamen. Zij lieten de Bijbel willekeurig openvallen, lazen een heel hoofdstuk en kozen tijdens het lezen de tekst die voor hen begon 'op te lichten'. Het klinkt heel mysterieus – of hoe je dat ook wilt noemen – maar die fractie van een seconde bepaalde waar de dienst over ging. Je vraagt je dan wel af wat de functie van de te zingen psalmen in de dienst dan is/was; het zullen vaak cliché-psalmen zijn, vrees ik.

Dat klinkt allemaal wel heel religieus en mystiek, maar of dat de bedoeling is van Gods Woord betwijfel ik. Je moet de gemeente toch duidelijk bouwen en leiden. En als je dan al zo omgaat met je tekstkeuze, dan moet er ook een stuk pastoraat aan verbonden zijn, voor allen die dit niet kunnen volgen of er juist door in de knoop geraken. Ik meen dat dit niet verstandig is – vooral niet voor gastpredikers; zo maken we van de gemeente van God een soort sektarische karikatuur. Om maar te zwijgen van alle merkwaardige, soms zelfs cliché-matige, dwalingen die dan vanaf de kansel kunnen klinken!
Een goed voorbereide preek kan evenzeer harten treffen en de gemeente merkt heus wel of het Woord door de dienaar is heengegaan of dat hij slechts een formele mededeling van iets statisch – en zelfs iets doodigs – verkondigt. We leven in een tijd waarin toehoorders vaak vindingrijker en breder georiënteerd zijn dan de doorsnee predikant, omdat zij wel met twee benen in de maatschappij van deze tijd staan en de predikant het 'echte leven' helaas menigmaal enkel kent van de verhalen die gemeenteleden hem vertellen. Gemeenteleden worden overspoeld met prikkels, meningen en leerstellingen uit de politiek en het bedrijfsleven en over allerlei maatschappelijke zaken, die aan teveel predikanten voorbijgaat, omdat die zich daarvoor vaak afsluiten.

Liturgie

Het is vooraf misschien handig vast te stellen dat een joodse synagogedienst er heel anders uitzag dan onze reformatorische kerkdienst. Wij kennen een veel passiever liturgie. Er gaat niemand opstaan om het woord te nemen of te vragen. Men volgt gedwee de keuze van de te zingen psalmen. Men aanvaardt de lezing van het Bijbelgedeelte als een voldongen feit; evenals de tekstkeuze die de predikant maakt of heeft gemaakt. Hooguit vindt daar in de daaropvolgende dagen mail- of telefooncontact over. Men zingt en geeft geld in de collecte en dat is dan zo'n beetje de enige bezigheid – naast het gaan zitten en weer opstaan – van de kerkganger in de dienst. Verder is het luisteren; ook als er namens jou of voor jou wordt gebeden door de predikant.
De synagogedienst moet ons refo's tamelijk rommelig en wellicht zelfs onheilig overkomen. Er wordt daarentegen ook extreem heilige waarde gehecht aan zaken die bij ons heel 'gewoon' zijn. De boekrol wordt met een grote eerbiedigheid behandeld en men wil zelfs het papier niet aanraken; men gebruikt de bekende jat om de woorden aan te wijzen die men gaat lezen.
Als de Schriftlezing heeft plaatsgehad, wordt de rol weer opgeborgen en begint de 'preek'; eigenlijk de 'exegese'. Ik zou niet weten of er ook sprake is van 'toepassing' in de betekenis zoals wij die kennen. Jezus zal daar in ieder geval zometeen een bijzonder tintje aan geven; met alle gevolgen van dien.
Er is iemand die de boekrol 'aangeeft'. Wat voor iemand zou dat zijn? De overste van de synagoge? Hebben wij ook zo'n figuur? Wellicht de koster of de voorlezer? Maar wat mij bijzonder opvalt is dat die man aan Jezus niet de totale vrijheid laat om zelf een tekstgedeelte uit te kiezen. Hij beperkt Diens keuze tot 'De profetie van Jesaja'. Daaruit moet in deze dienst worden gepreekt. Is Jesaja dus aan de beurt? Was dat een algemeen geldende liturgie? Dat kennen wij in de wat oecumenischer ingestelde kerken ook, alsmede de Rooms Katholieke Kerk. Elke zondag heeft een naam en thema. En die vastgestelde liturgie trekt soms zelfs door in de gebeden die worden gedicteerd. In de kerkgeschiedenis van Engeland is het beruchte 'Book of Common Prayer' (met alle aversie daartegen) er een aardig voorbeeld van. Iemand als Koelman zette zich juist scherp af tegen alle vormen van 'voorgeprogrammeerde liturgie'; hij noemde formuliergebeden dan ook 'stilstaand water'.
Zelf ben ik ook altijd wat allergisch voor zulke vastgestelde liturgische lijnen. Dat beperkt ons ook in de confrontatie met de gehele Schrift. Elk jaar hetzelfde protocol? Nee, dat lijkt me bepaald ongezond. En wees eerlijk, het is heel verfrissend als een predikant eens een totaal onbekend Bijbelgedeelte openslaat. Als hij de gave heeft de gemeente mee te nemen in dit gedeelte, brengt hij ook een stuk enthousiasme voor het Woord over. Hoewel we voorzichtig moeten zijn met menselijk enthousiasme en op het gevoel in spelen, kan dit toch ook weer niet geheel ontbreken. Als een predikant fungeert als een soort pianola of draaiorgel en slechts zijn 'draaiboek' afwerkt, is hij keihard bezig de gemeente af te stompen en jongeren weerzin te doen ontwikkelen tegen de kerk(dienst). Dus een levende liturgie doet er wel degelijk toe. Prof. Immink heeft over de protestantse liturgie een mooi boek geschreven, met de titel 'Het Heilige gebeurt'.

Tekstkeuze

We lezen in de tekst dat Jezus opstond om te lezen. Een tekstverwijzing wordt gemaakt naar Nehemia 8 : 5-6 waar de wet van God weer aan het volk wordt voorgelezen en waarbij het volk staat en luistert; terwijl de uitleggers tussen het volk door liepen om alles uit te leggen. Vanaf een soort kansel klonk de verkondiging van Gods Woord en Wet.
Hoe dat in Jezus dagen precies was in de synagoge, weet ik niet, maar ik vermoed dat het volk daar wel zat en luisterde naar de lezing van de Schrift die staande werd gedaan; echter als Jezus gaat preken, gaat Hij weer zitten.
Het beeld dat ik hiervoor schetste – over een type charismatisch-mystieke voorgangers dat de Bijbel met een klap laat openvallen en dan lukraak ('geleid door de Geest') een tekst prikt – lijkt hier opeens door Jezus te worden uitgebeeld. Weliswaar heeft de schifting al plaatsgehad (de rol van Jesaja was vooraf uitgekozen), maar die Bijbelrol bestaat nog steeds uit een groot aantal chapiters. En denkend aan het boek van de profeet Jesaja, heb je denk ik levenslang stof genoegd. Abraham Hellenbroek schreef er een achttal dikke pillen over (de Evangelische Jesaja), dus menig predikant zou er ook prima vier jaar lang mee uit de voeten kunnen.
Echter, Jezus rolt het bijbelboek niet lukraak open. Er staat "als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats…". Blijkbaar zocht Hij heel bewust naar juist dát specifieke gedeelte dat over Hem ging. Dit hadden Zijn toehoorders niet zien aankomen, omdat zij iets anders lazen op die plaats; maar dat gaat Jezus veranderen! Sterker nog, Jezus gaat twee schriftgedeelten met elkaar in verband brengen en aan elkaar plakken, zo zal blijken. De Kanttekeningen merken hierbij op: "want sommige van deze woorden staan Jesaja 61:1 en sommige Jesaja 42:7".
Uiteraard is Jezus alwetend, want Hij is God! Het Woord dat hier wordt opengerold, kende Hij al vanuit de eeuwigheid. Hij en Zijn Vader hadden het er al over gehad, dat 'in de tijd' Jesaja dit zou gaan verkondigen. Jesaja ontving deze woorden en profeteerde deze als de mond van God op aarde. Maar de woorden waren bedacht in de hemel. En er is niets verborgen voor de Zoon, dat de Vader wel weet of van plan is. Wat moet dit voor Jezus in Zijn mensheid een enorme versterking zijn geweest, dat Zijn Vader Hem die woorden aanreikt! Want ik vermoed wel dat de overste van de synagoge Hem deze rol van Jesaja aanreikte, maar ten diepste is het Zijn hemelse Vader Die Hem deze rol aanreikt. God de Vader is – met eerbied – de 'Jat' Die Jezus de tekst aanwijst. Hij zocht wat Zijn Vader hem aanwees en… Hij vond de plaats die Zijn Vader bedoelde.
Wat Zijn Vader aanwees zullen we de komende keren bespreken, maar ik wens alle predikers toe dat ze zó gepassioneerd, betrokken en verwachtingsvol de Bijbel openen, biddend tot God om hen dát aan te wijzen wat Hij tot de gemeente te zeggen heeft. Ik denk dat dat heel Bijbels is. Maar ik ben er ook vast van overtuigd dat dit heel heilzaam en zegenrijk voor de gemeente is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten