maandag 30 november 2015

De oogst komt naar je toe

Korenveld met maaier, 1889, Vincent van Gogh, Saint-Rémy-Blanzy, France, olieverf op canvas, 73 x 92 cm

"Zegt gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden, en dan komt de oogst?
Ziet, Ik zeg u: Heft uw ogen op en aanschouwt de landen; want zij zijn alrede wit om te oogsten."
Johannes 4 : 35

Vincent van Gogh heeft nogal wat schilderijen gemaakt van korenvelden. Hij hield van de wijdsheid, weg van een verstikkende wereld. Ik herken het en loop ook graag aan de rand van de stad, waar ruimte en lucht nog volop te vinden zijn. Maar de Heere Jezus leert ons ook anders naar de werkelijkheid kijken. Er is niet alleen de bedreigende woede van satan (in welke vorm dan ook) die ons in deze eindtijd benauwt, maar er is ook de aanstaande oogst. En vergeet niet dat de oogst vaak eerder komt dan de Jongste Dag. Dat is niet alleen bedreigend, maar ook zeer vertroostend; vooral voor Avondmaalsgangers die de wereld weer in moeten.

De oogst die eraan komt (1)

Nog vier maanden, dan komt de oogst. Wat dat spreekwoord in Jezus' dagen precies beduidde weet ik niet. Bijbelverklaarders uit oude tijden hebben er hun hoofd op gebroken, maar laten het meestal maar voor wat het is. De oogst die begon met Pascha en eindigde met Pinksteren, zou dus nog vier maanden duren. Voor Jezus Zelf zou het Pascha een enorm diepe dimensie krijgen.
Jezus laat de discipelen bij die oogst naar de velden richting Sichar kijken. Er staat 'landen', maar het grondwoord duidt op het buitengebied, buiten een stad; de velden buiten Sichar dus. Het lijkt erop dat daar nog niets van de komende oogst te zien is. Alles zal er nog wel groen en onrijp bij staan. Toch drukt Jezus hen op het hart dat de oogst zál komen. Er is – die opmerking vond ik bij diverse verklaarders – totaal geen reden om achterover te gaan leunen. Er is werk aan de winkel, alleen al om het feit dat de oogst eraan komt.
Die drive moet elke christen hebben, die in deze wereld loopt temidden van een 'krom en verdraaid geslacht'. Je dagelijks werk is een goddelijk beroep, maar daarmee is niet alles gezegd. Hoe treffend komt die attendering ook bij de Avondmaalstafel naar voren: "Verkondig Zijn dood totdat Hij komt." Hoe doe je dat? Als er vroeger iemand was overleden dan ging dat als een lopend vuurtje door het dorp. Als was het een nieuwtje waar je met smaak over zou kunnen babbelen met je buurvrouw of kennisen verderop. Ik heb het idee dat het onder de oudere generatie nog steeds gespreksonderwerp 1 is. Ik blijf het merkwaardig vinden.
Nu worden we aan de Tafel opgeroepen om Jezus' dood te verkondigen. En – met eerbied – ook dit nieuws zou als een lopend vuurtje door stad en land moeten blijven gaan. In de tijd van Jezus' omwandeling liep soms heel Judea uit (of Samaria!) om Hem te zien. Zijn gerucht was een gerucht van hoop (en helaas voor diversen ook een gerucht van sensatie). Dan is het gerucht van Zijn offer (Zijn dood) al helemaal een gerucht van hoop. Hoeveel te meer het gerucht van Zijn opstanding, Zijn hemelvaart én het gerucht van Zijn wederkomst. Dat is met recht een 'Goed Gerucht'!

De oogst die eraan komt (2)

Maar kijk eens goed naar de velden. Wijst Jezus naar de velden die er nog onrijp en groen bij liggen? Immers, Hij zegt: nog vier maanden; de rijping moet nog plaatsvinden, wil er een goede oogst binnengehaald kunnen worden. We zien de discipelen met een schuin oog naar de gewassen op de velden kijken, maar Jezus blijft wijzen: "Kijk eens goed! De velden zijn wit om te oogsten!" Wit? Rijp? Waar dan? Kijk dan, dáár! De oogst komt naar je toe, discipelen. En die Samaritaanse oogst, die daar aankomt onder leiding van de vrouw uit Sichar, zal een levende illustratie zijn bij het ambt van visser-van-mensen. Jezus weet dat juist dit voorbeeld hen tegen de haren instrijkt. Haal echter je neus maar niet op voor Samaritanen, want zij vormen een beschamend voorbeeld van Messias-verwachting en van het vinden van deze Messias.
De oogst komt er een, ze drommen de stadspoort van Sichar uit, op weg naar de plek waar de vrouw de Messias in Eigen Persoon had ontmoet. Ze komen aan, door Goddelijk licht geleid… Ik zou hun ogen hebben willen zien, de glans op hun gezichten. Ze wisten nog helemaal niet precies Wie Jezus was, maar ze waren tóch naar Hem op weg. Johannes was erbij, toen dit gebeurde en ik ben jaloers op hem.
Het waren Samaritanen, maar het kunnen vandaag de dag even goed vluchtelingen uit Syrië zijn, of bootvluchtelingen uit Lybië, ontheemden uit Irak of waar vandaan ook. Op zoek, zonder zelf nog precies te weten hoe en wat. Er zaten ongetwijfeld sensatiebeluste figuranten tussen. Het was niet alles Israël, dat Israël werd genoemd. Maar Jezus noemt het oogst. Zullen wij de oogst niet voortijds afkeurend inschatten?
Kom en help ons oogsten,
dat Gods Rijk zal komen.
Wie met tranen zaaien,
maaien met gejuich.
Werkers bindt uw schoven,
want de Allerhoogste
roept ons om te oogsten,
voor Zijn rijk.
Uit de grootheid van Zijn oogst spreekt de heerlijkheid van de hemelse Landman.

2 opmerkingen:

  1. Dank je wel voor deze mooie blog en Bijbelstudie. Ik ben blij dat ik hem gelezen heb vanavond.

    BeantwoordenVerwijderen