dinsdag 24 november 2015

Ik heb geen Man

"Ik heb geen man", zei ze, maar ten diepste miste ze de Man, Die voor haar stond!

"De vrouw antwoordde en zeide: Ik heb geen man.
Jezus zeide tot haar: Gij hebt wel gezegd: Ik heb geen man.
Want gij hebt vijf mannen gehad, en dien gij nu hebt, is uw man niet;
dat hebt gij met waarheid gezegd."
Johannes 4 : 16-17

De jongste zoon uit de gelijkenis, dacht dat hij wel veel vrienden had in zijn zondige leventje, maar uiteindelijk stond hij er alleen voor. Al helemaal als je bedenkt dat hij zo, onbekeerd, de eeuwigheid in had kunnen gaan. Hoeveel mensen buiten de kerk leven ook zo achteloos door. Maar… hoeveel mensen binnen de kerk liggen ook niet echt wakker van hun onbekeerde leven. En als je wel bekeerd bent, lig je dan ook weleens 'wakker' van de zonde die je zomaar weer aankleeft? Ook sinds de vorige Avondmaalstafel?

Niet eenzaam

Er is op internet een boekje te vinden waarin aantekeningen bij diverse Bijbelgedeelten staan; zo ook bij ons tekstfragment "ik heb geen man". Daarin wordt nogal breed ingegaan op de vraag hoe het nu precies zat met die vijf voorgaande mannen en wat die huidige 'man' nu voor iemand was. Omdat er niet speciaal negatief over die vijf voorgaande mannen wordt gesproken, zou je ook kunnen denken dat deze mannen waren overleden. Of dat zij door middel van een scheidbrief deze vrouw hadden verlaten, ingewisseld voor een andere.

Ik moet eerlijk zeggen dat – hoe ik ook naar deze tekst kijk – ik nergens hard kan maken dat deze vrouw een overspelige vrouw was. Wij hebben er al snel van gemaakt dat ze vijf mannen had versleten… maar onze dagtekst zwijgt daarover. Wel is Jezus scherp, als Hij zegt: "Die je nu hebt is je man niet". Het voornoemde boekje draait de situatie zelfs om: "De man die je nu hebt, gedraagt zich niet als je man". Hij onttrekt zich aan de verantwoordelijkheid en plichten, die een man voor zijn vrouw zou moeten hebben. Zo naar deze vrouw kijkend, zou je haar beklagenswaardig gaan vinden.
Echter, ik blijf toch nog zitten me haar eigen woorden in vers 29: "Komt, ziet een Mens, Die mij gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb…" Het lijkt er toch wel op dat deze vrouw eerlijk voor de HEERE is geworden en haar leven zelf ook bestempelt als zondig. Ze zegt niet: "… alles wat mij is overkomen"! Dat is een waardevol aspect.
Ze is eerlijk: Ik heb gedaan wat kwaad was in Uw oog. Ken je dat? Al heeft de hele wereld gezondigd en was iedereen om je heen veel slechter dan jij, dan nog blijft het onverteerbaar dat jij ook niet tot Gods eer hebt geleefd. Om de vraag van gisteren te herhalen: wat moet jij gaan 'halen' van Jezus? Waar moet jij mee breken? Welke zonde moet jij aan Zijn voeten kwijt raken? Wat staat er in de weg naar de Avondmaalstafel? Ga dan heen… en kom terug!

Maar wel alleen

Laten we de situatie van de vrouw toch weer even terugplaatsen in de setting van "vijf mannen versleten en samenwonen met een man die eigenlijk met een andere vrouw was getrouwd". Onze tijd is vergeven van zulke relaties. Juist deze dagen hoorde ik die walgelijke reclame weer op de radio van SecondLove: "Ben jij gelukkig getrouwd? Ik ook. Ga naar…" Getrouwd zijn en flirten met iemand die de jouwe niet is en zelfs niet kán zijn, want jij bent getrouwd!
Er moet uitdaging in het leven blijven, vindt de mens anno 2015. De Samaritaanse vrouw had die uitdagingen ook intens gezocht, net zoals de bloedvloeiende vrouw hulp en heil had gezocht bij allerlei doktoren. Maar haar leven was een aaneenschakeling geworden van teleurstellingen. Alleen was ze niet; ze hoefde nooit alleen te zijn. Aan elke vinger één. En toch…
Dorst; onlesbare dorst. En toen was er dat Levende Water, dat haar om niet werd aangeboden. Nou, om niet, ze moest er wel haar man voor gaan halen. De zonde moest eraan! Want anders zou ze niet alleen temidden van haar turbulente leven alleen zijn; als ze voor God moest verschijnen zou ze 'moederziel alleen' staan, met lege handen, zonder Borg.
Wat een wonder dat deze onmisbare Borg haar zocht… en vond! In een ferme streek haalde Hij de wond open: "Dat heb je naar waarheid geantwoord: ik heb geen man". Ik ben een godsdienstige Samaritaanse, met wel zes mannen, maar … dé Man Die ik nodig heb, heb ik niet. Met recht heb je gezegd – amen gezegd op – dat je er buiten staat. Misschien besef je het nu nog niet, maar later zul je begrijpen wat je hier bij deze Jacobsbron hebt beleden. We hebben Jacob tot een vader, maar wat helpt het? Je moet God tot een Vader hebben! Pas dan, ja, pas dan ben je nooit meer alleen. In leven en in sterven, het eigendom, de Bruid, van mijn getrouwe Zaligmaker!
Zou deze vrouw naast je aan de Avondmaalstafel mogen zitten, aanstaande zondag?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten