maandag 9 november 2015

Een buitenbeentje komt water halen

Waterputten is een intensief werk dat moeilijk kan concurreren met de kraan in huis.


Het was omtrent de zesde ure. Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten.
Johannes 4 : 6c-7a

We gebruiken teveel water. De komende jaren zal de prijs van drinkwater (waarmee we ook de vaat doen en douchen) flink stijgen. Als je je drinkwater helemaal buiten de stad uit een put zou moeten halen en met een kruik op je schouder naar huis zou moeten zeulen, ja, dan zou je heel wat minder water verbruiken. Om over stroom en gas maar te zwijgen!

Waterverbruik

Afgelopen week werd bij ons de waterleiding vernieuwd. Vier dagen na het aansluiten op de nieuwe waterleiding moesten we het water gedurende 3 minuten koken. Een heel gedoe en bij onze kinderen gat het nogal wat gestress over de drinkbaarheid van het water na die dagen. De meest extreme ideeën spookten rond over zogenaamde beestjes in het water en waar die dan bleven, wanneer je het kookte. Echter, het was slechts een veiligheidsvoorschrift, omdat er een kans bestond dat het water even niet veilig je huis binnen zou komen, na het overzetten van de waterleiding.

Op zo'n moment kijk je naar de flessen en emmers water die alvast getapt zijn voordat de overzetting plaatsvindt en je denkt: hoe ging dat vroeger? Hygiëne was sowieso een nog onontgonnen gebied. Vies drinkwater kan je gezondheid inderdaad in gevaar brengen. Maar is met de kraan werkelijk alles beter geworden? En hoe kwetsbaar zijn we als een of andere terroristische beweging ergens in de buurt de waterzuivering saboteert? Niet teveel over nadenken, maar toch spoken die verhalen wel door je hoofd.
Ook het verbruik van water is explosief toegenomen ten opzichte van vroeger. Het is allemaal zo gemakkelijk geworden, je draait de kraan open en er stroomt zomaar koel en schoon drinkwater uit. Hoe gaan we om met dat water? En denken we nog wel eens aan mensen die dit moeten ontberen? Waar een vieze put de enige toevoer van drinkwater is. Of misschien is die put nog wel schoon, maar moet je door de verzengende hitte je water gaan halen, kilometers van je huis verwijderd? De pomp op de brink of het dorpsplein is ver verleden tijd. Ik verlang er niet naar terug, maar toch is het goed om deze dingen eens te bedenken. Om dankbaar te zijn voor de kraan in huis, waar zomaar koud en warm water uit stroomt. Voor ons gemak zelfs geholpen door een mengkraan of thermostaatkraan in de douche. Op het moment dat je combiketel in storing schiet merk je hoe kort je lontje is over het water dat maar niet warm wordt, precies als jij wilt gaan douchen of – erger nog – als je net je haar in shampoo hebt zitten en wilt gaan uitspoelen!
God danken voor de luxe van mijn watergebruik… ik zou het haast zijn vergeten. Deze tekst hielp het mij weer te herinneren.

Herinnering

Sichem of Sichar herinnert ons, in combinatie met Jacob, aan nog een bijzonder moment. Toen Jacob terugkwam in het land Kanaän, vestigde hij zich vlakbij Sichem. Plots verschijnt de HEERE aan hem en draagt hem op om naar Beth-El terug te reizen. Daar was God aan hem verschenen en Jacob krijgt de opdracht om er een altaar te gaan bouwen. Maar voordat het hele gezelschap op reis gaat, roept Jacob ze eerst samen voor een stuk bezinning en bekering. Er waren inmiddels nogal wat afgodische zaken zijn huisgezin binnengekomen. Je zou daar een heel actuele Bijbelstudie over huisgodsdienst van kunnen maken, maar dat wijdt nu te veel uit. Waar het mij om gaat is dit, wat we lezen in Genesis 35 vers 2-4:

"Toen zeide Jakob tot zijn huisgezin, en tot allen, die bij hem waren: Doet weg de vreemde goden, die in het midden van u zijn, en reinigt u, en verandert uw klederen; en laat ons ons opmaken, en optrekken naar Beth-el; en ik zal daar een altaar maken dien God, Die mij antwoordt ten dage mijner benauwdheid, en met mij geweest is op den weg, die ik gewandeld heb. Toen gaven zij Jakob al die vreemde goden, die in hun hand waren, en de oorsierselen, die aan hun oren waren, en Jakob verborg ze onder den eikeboom, die bij Sichem is."
Jacob had dus nog iets anders gegraven dan alleen een waterput. Hij had er ook een put gegraven om er de afgoderijen die zijn gezin waren binnengekomen in te begraven. Hij had korte metten gemaakt met de zonde in zijn leven en gezin. En nu zit hier de grote Zoon van Jacob, wachtend op de vrouw die hier naar Hem komt toelopen, om ook in haar leven schoon schip te zullen gaan maken. Ze beroemde zich erop een nazaat van 'vader Jacob' te zijn. Welnu, volg hem dan ook hierin! Maar tot dit moment is zij zich nog niet bewust van de grote ommekeer die er voor haar 'deur' staat!

Buitenbeentje

Ik wil je nog op één detail wijzen. Het is de zesde ure, midden op de dag. Wie komt er nu op het snikheetste tijdstip van de dag water putten? Je zou er zo overheen lezen, maar het staat er volgens mij niet voor niets. Dat Jezus hier bij de put zit, doet wel vermoeden dat er wat bomen om deze put hebben gestaan. Immers, het is onverstandig om, wanneer de zon op haar heetst is, in de felle zon te gaan zitten.
Maar de vrouw moet met haar waterkruik wel het hele stuk lopen tussen de stad en de put. Waarom zou ze juist dit tijdstip uitkiezen? Zou haar zondige levensstijl daar misschien mee te maken kunnen hebben? Zou ze de roddels van de buren, de afkeurende blikken en wijzende vingers van haar stadsgenoten wellicht willen ontwijken?
Dan is het wel heel bijzonder, dat Jezus vooraf Zijn discipelen naar de stad heeft gestuurd om eten te halen, zodat hij precies op dit 'veilige' moment deze vrouw alleen treft. Zorgvuldig uitgekozen, dit pastorale bezoek. De stadsgenoten kunnen dan wel wijzen, roddelen en afkeuren, maar Jezus ontvangt de zondaren en zondaressen en praat met hen!
Zijn wij echte christenen? Lijken we op onze Heere en Heiland, waar het dat opzoeken betreft én waar het het oproepen tot bekering en wederkeer betreft?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten