dinsdag 3 mei 2016

Ezau's ethische ontwikkeling

Farao, uit 'Icons of the Bible',
gefotografeerd door James C. Lewis;
in dit geval Thutmoses III, vader van de
vermoedelijke farao (Amenhotep II) die
tijdens de Exodus regeerde en verdronk
Op ethisch en sexueel gebied kunnen kinderen sterk worden gevormd en beïnvloed door hun ouders. Om enkele voorbeelden te noemen: de uitspattingen van David en Bathséba hebben hun sporen getrokken in de levens van diverse van Davids kinderen. De slappe houding van Eli verergerde de goddeloosheid van Hofni en Pinéhas. De voortrekkerij van Jacob jegens Jozef stimuleerde de jaloezie en goddeloosheid bij zijn andere zonen. De voortdurende verdachtmaking van Jezus door de farizeeën maakte dat een heel volk kon roepen: "Kruist Hem!"
We hebben al even iets gezegd over opa Abraham die God een handje wou helpen met de realisatie van Diens belofte van een zoon. Daar is Ismaël de dupe van geworden. Deze jongen heeft tijdens zijn leven moeten ervaren dat hij er eigenlijk niet behoorde te zijn. Zo sterk heeft God dat niet geaccentueerd, want Hij gaf Ismaël grote zegeningen en beloften voor zijn toekomst. Maar niettemin was zijn moeder zwanger gemaakt en was hij op een oneigenlijke wijze, zeg maar liefdeloos, verwekt. Als jaren later Izaäk wordt geboren ervaart Ismaël heel duidelijk dat hij een tweederangs kind is geworden. Zijn vader zal dat niet zo hebben laten merken, maar dat móet iets met die jongen hebben gedaan. Hij zocht een leven waarin hij voor zichzelf wilde opkomen. "Ik heb niemand nodig… Ik red mezelf wel!"
Zowel bij Abraham als bij Izaäk gebeurde nóg iets raars: beiden hebben op een gegeven moment ontkend dat hun vrouw hun vrouw was! Welk effect had dat op zoon Izaäk en (klein)zoon Ezau?

"Als nu Ezau veertig jaren oud was,
nam hij tot een vrouw Judith, de dochter van Beëri, den Hethiet,
en Basmath, de dochter van Elon, den Hethiet.
En deze waren voor Izak en Rebekka een bitterheid des geestes."

Genesis 26 : 34-35

"Als nu Ezau zag, dat Izak Jakob gezegend,
en hem naar Paddan-aram weggezonden had om zich van daar een vrouw te nemen;
en als hij hem zegende, dat hij hem geboden had, zeggende:
Neem geen vrouw van de dochteren van Kanaän;
en dat Jakob zijn vader en zijn moeder gehoorzaam geweest was,
en naar Paddan-aram getrokken was;
en dat Ezau zag, dat de dochteren van Kanaän kwaad waren in de ogen van Izak, zijn vader;
zo ging Ezau tot Ismaël, en nam zich tot een vrouw boven zijn vrouwen,
Mahalath, de dochter van Ismaël, den zoon van Abraham, de zuster van Nebajoth."
Genesis 28 : 6-9

Ontrouw 1 en 2

Honger is een kwade rode draad door de geschiedenissen van Abraham, Izaäk en Jacob. Als Abraham enige tijd in het beloofde land woont, weliswaar als vreemdeling, breekt er honger uit. En geloof me, dat is een enorme aanvechting voor hem geweest. Waar is nu Gods belofte? Abraham kiest voor de vlucht; dat kon ook gemakkelijk, want hij was een nomade die voor zijn vee mals gras en water zocht. Die noodzaak gaf hem een reizend bestaan. Al zoekend leek hij af te zakken naar Egypte; maar als ik goed lees in de Bijbel dan lijkt hij toch heel bewust voor Egypte te hebben gekozen. Eerst is hij inderdaad op zoek naar voedsel (Genesis 12 : 9) "gaande en trekkende naar het zuiden." Maar later maakt hij een welbewuste keuze voor Egypte: "En er was honger in dat land; zo toog Abram af naar Egypte, om daar als een vreemdeling te verkeren, dewijl de honger zwaar was in dat land."
Of dat goed of slecht was laat ik even in het midden. Maar er gebeurt iets merkwaardigs: "En het geschiedde, als hij naderde, om in Egypte te komen, dat hij zeide tot Sarai, zijn huisvrouw: Zie toch, ik weet, dat gij een vrouw zijt, schoon van aangezicht. En het zal geschieden, als u de Egyptenaars zullen zien, zo zullen zij zeggen: Dat is zijn huisvrouw; en zij zullen mij doden, en u in het leven behouden. Zeg toch: Gij zijt mijn zuster; opdat het mij wel ga om u, en mijn ziel om uwentwil leve. En het geschiedde, als Abram in Egypte kwam, dat de Egyptenaars deze vrouw zagen, dat zij zeer schoon was."
Saraï wordt opgenomen in het harem van de Farao met alle gevaren van dien. Daarom wordt ook zo heel duidelijk in de Bijbel onderstreept dat uit die relatie GEEN kind is voortgekomen.
Nadat Farao erachter is gekomen – door plagen van God – dat Sara niet alleen de halfzuster van Abraham is, maar ook zijn huwelijksverbondspartner, weet hij niet hoe deemoedig hij die grote en vreselijke God moet tevreden stellen. Hij geeft enorm veel geschenken aan Abraham en zendt hem weg. En – zo vertelt het apocriefe Boek des Oprechten – farao gaf zijn dochter Hagar als dienstmeisje aan Saraï. Dat liep met een sisser af, zou je denken.
De eerste barst ontstaat reeds in het volgende hoofdstuk, Genesis 13, wanneer de herders van Lot en van Abraham ruzie krijgen. Daar wordt met geen woord over gerept, maar zou het niet zo kunnen zijn dat Lot zich is gaan schamen voor deze ongeloofsdaad van zijn oom? Er staat met dikke woorden "Alzo toog Abram op uit Egypte naar het zuiden, hij en zijn huisvrouw, en al wat hij had, en Lot met hem. En Abram was zeer rijk, in vee, in zilver, en in goud." Ja, hoe komt Abraham aan zoveel rijkdom? Is dat een beloning op zonde? Lot moet dat niet hebben gesnapt. Direct daarop ontstaat dan ook ruzie tussen Lot en Abraham en ze gaan uiteen.
Maar wie schetst onze verbazing als Abraham in Genesis 20 – nota bene na de verbondsvernieuwing en de belofte dat Sara een kind zal krijgen (!) – opnieuw in dezelfde fout valt. Hij heeft een tijd bij de eikenbossen van Mamré gewoond maar trekt verder richting Gerar in het land van de latere Filistijnen. De koning daar (die Abimelech als aanspreektitel heeft, zoals farao de aanspreektitel van de koning van Egypte is) laat zijn oog op de inmiddels 89-jarige Saraï vallen. En hij vindt haar 'schoon'. Ze was op haar oude dag nog een knappe verschijning. Ook hij komt erachter dat Abraham liegt. Maar… in deze geschiedenis is Ismaël al geboren en besneden! Hij heeft dit als 12-jarige jongen meegemaakt. En plots had hij een heel ander beeld van zijn godvrezende en diepgelovige vader! Het mag voor Ismaël nooit een stok zijn om de hond te slaan, maar het heeft er zeker niet aan meegewerkt dat hij de HEERE oprecht ging dienen. En dat zal zijn moeder Hagar natuurlijk ook hebben onderstreept. Is dat nou de dienst aan de HEERE? De goden van Egypte waren wel anders!

Ontrouw 3

Al deze dingen zijn op zich buiten het blikveld van Izaäk gebeurd. Mogelijk heeft zijn broer Ismaël er wel iets over verteld toen ze wat herinneringen ophaalden bij de begrafenis van moeder Saraï (Genesis 23) of wellicht bij die van vader Abraham (Genesis 25).
In Genesis 26 breekt er opnieuw honger uit en maakt Izaäk dezelfde reis als zijn ouders: naar Gerar. "En er was honger in dat land, behalve den eersten honger, die in de dagen van Abraham geweest was; daarom toog Izak tot Abimelech, de koning der Filistijnen, naar Gerar. En de HEERE verscheen hem en zeide: Trek niet af naar Egypte; woon in het land, dat Ik u aanzeggen zal; woon als vreemdeling in dat land, en Ik zal met u zijn, en zal u zegenen; want aan u en uw zaad zal Ik al deze landen geven, en Ik zal den eed bevestigen, dien Ik Abraham uw vader gezworen heb. En Ik zal uw zaad vermenigvuldigen, als de sterren des hemels, en zal aan uw zaad al deze landen geven; en in uw zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde, daarom dat Abraham Mijn stem gehoorzaam geweest is, en heeft onderhouden Mijn bevel, Mijn geboden, Mijn inzettingen en Mijn wetten. Alzo woonde Izak te Gerar."
Izaäk gaat niet voor niets naar Gerar; al weet ik niet precies waarom. Wellicht had het verbond van Abimelech met Abraham daar een bepaalde rol in. En ook in deze geschiedenis gaat de Abimelech van Gerar een verbond aan met Izaäk. Maar eerst verkoopt Izaäk dezelfde leugen als zijn vader: die vrouw is niet mijn vrouw, maar mijn zus. Izaäk loog nog sterker dan zijn vader. Zijn schoonvader was zijn neef en Rebekka was zijn achternichtje.

Naast deze leugen wijs ik op nog één detail: God zegt expliciet tegen Izaäk dat hij níet naar Egypte mag afdalen. Waarom? Het wordt nergens toegelicht. Was het vanwege het voorval van Abraham in Egypte? Ik geloof het niet. Want hij gaat hier wel naar Gerar, waar eenzelfde intrige had plaatsgevonden. Er zijn bronnen die zeggen dat Izaäk in het beloofde land moest blijven van God. Dáár moest zijn toekomst zijn. Men ziet in Hem de contouren van Christus Die in de hemel blijft na Zijn hemelvaart, en op afstand, door Zijn Geest, mensen toebrengt tot Zijn Koninkrijk. Het is mooi, maar waarom mocht Jacob later dan wél naar Egypte gaan? En zou er niet gewoon een praktische oorzaak voor dit verbod kunnen zijn? De oorzaak: Ismaël? Bedenk namelijk dat in deze geschiedenis Ezau en Jacob al zijn geboren en opgroeiende kinderen zijn. Ook zij zien hier gebeuren, wat Ismaël jaren geleden op deze zelfde plek heeft meegemaakt: vader doet alsof moeder niet bij hem hoort. Dit moet Jacob zijn bijgebleven; maar dit heeft ook Ezau sporen getrokken!

Ontrouw 4

Ezau zou eens laten zien dat hij dit soort praktijken er nooit op na zou houden. Hij is net als zijn vader 40 jaar als hij een vaste relatie met een vrouw begint. En ik denk dat ik weinig fantasie gebruik als ik stel dat er al wat losse escapades hebben plaatsgevonden met Ezau en de meisjes. Hij is niet alleen dierenjager maar, als ik mij niet vergis, ook een rokkenjager. En als pa Izaäk daar iets van vindt, dan kan hij ongezouten een verslag van 'Papa in Gerar' krijgen. Natuurlijk gebruikt Ezau hier een stok om de hond te slaan. Want Izaäk heeft in Gerar – in de affaire met al die waterputten en de ruzies eromheen – ook laten zien dat hij de minste kon zijn. Izaäk heeft in zijn leven echt wel laten zien wat de dienst aan de HEERE inhield. En welke vader is zonder zonde? Maar voor afhakers zijn dat geen vergoeilijkende omstandigheden!
Met het huwelijk dat Ezau sluit zet hij een definitieve stap buiten de traditie en het Verbond. Hij trouwt met een heidens meisje: Judith. En… hij treedt in de sporen van Kaïns nageslacht door ook nog een tweede vrouw te nemen: Basmath; hoewel… drukte hij de voetstappen misschien van zijn opa Abraham die naast Sara ook Hagar als vrouw nam? En als Izaäk het idee van Ezau probeerde af te raden, dan zou hij fors de waarheid te horen krijgen: "Kijk eens naar je eigen vader?!" "Ja maar, jongen, je bent besneden. De HEERE heeft recht op je hart en leven." "Daar heb ik niet om gevraagd. Laat mij met rust en geef me de ruimte. Ik zal niet doen alsof Judith en Basmath mijn vrouwen niet zijn. Ik verloochen ze niet! Ze zijn me lief en met hen is het leven ooit saai!" Die zit. Ja, de Kanaänieten kunnen er wat van op sexueel gebied. Sex was hun godsdienst. Wat wil je nog meer… Het lijkt wel alsof ze in de 21e eeuw leven!
Maar… als Jacob de boel bedriegt en nog een extra afscheidszegen krijgt van zijn vader (!), is de maat voor Ezau vol. Hij ziet dat zowel zijn moeder (maar daar had hij toch al nooit wat mee) als zijn vader al hun liefde aan Jacob besteden. Ze voorzien hem van goede adviezen om naar de familie in Paddan-aram te gaan en daar een vrouw te zoeken; vooral niet in Kanaän, net zoals Ezau! Niet handig, want Ezau heeft het gehoord. En hij irriteert zich mateloos aan die schijnheilige broer die 'gehoorzaam' doet wat zijn pappie en mammie zeggen. Jacob gaat netjes in het vrome spoor; ja ja; maar wel met allerlei leugens en slimmigheidjes. Ezau is erin geluisd!
Bruut draait hij zich om en gaat – wat Izaäk niet mocht doen – naar Ismaël. Hij neemt zijn twee vrouwen mee en wellicht zijn er ook al wat kinderen geboren, want waarschijnlijk is Ezau dan al 30 jaar getrouwd! Oom Ismaël ontfermt zich over zijn neef en zal het anti-godsdienstige vuur best hebben aangewakkerd. Tot overmaat van ramp trouwt Ezau met de oudste dochter van Ismaël, die toch ook al op jaren moet zijn geweest. Alleen maar om zijn ouders te stangen. Wat moet daarvan terecht komen?
Voor Rebekka (ik denk vooral dat het haar betreft; moeders zijn daar feller in) en Izaäk waren Ezaus twee eerste vrouwen al een drama: een bitterheid des geestes. Het hield hen wakker en legde een venijnige domper op het gezinsleven. Daaronder is Jacob ook nog 30 (!) gebukt gegaan. Dat kon dan ook best eens de reden zijn dat hij bij zichzelf heeft besloten dat Ezau dat eerstgeboorterecht echt niet meer verdiende; dat moest Jacob op de een of andere manier veiligstellen; anders zouden de bezittingen van vader en moeder zo naar de 'Filistijnen' gaan… En die belofte van de Messias al helemaal!
Maar voor Ezau was het ook zuur om constant te voelen dat zijn vrouwen niet welkom waren. Hij hield van ze en hij had ervoor gekozen. Ja, het was een keuze tegen God en hij kon weten en snappen dat zijn ouders er verdriet van hadden. Maar er wordt in de tekst niet gesproken over stil verdriet, maar over 'bitterheid des geestes'. Dat schuurt tegen haat. Ligt daarin misschien een les voor ouders in dergelijke situaties? Hoe moeilijk dat ook is, hoezeer je niet blij bent met de keuze van je zoon of dochter, laat haat de deur naar je hart niet dichtklappen. Houdt het voor mogelijk dat jouw liefde een brug kan zijn waarover Gods liefde een heidens hart kan bereiken. Hoe moeilijk die weg ook is. In die twee heidense schoondochters kregen Izaäk en Rebekka namelijk ook twee zielen met een eeuwige bestemming: twee schepselen Gods. Ben ik te gemakkelijk in dit oordeel? Ik weet dat dit heel, heel moeilijk kan zijn, maar het is de prijs waard om je hart open te houden voor deze voor jou onwelgevallige schoonkinderen. Gebed is nodig om niet je gevoel, maar je hart te laten spreken. Want de haat van zijn ouders jegens de twee meiden, is voor Ezau de druppel die de emmer doet overlopen: het ontrouwe verbondskind vertrekt en wordt zo onbereikbaar voor zijn ouders. Hoewel hij voor de volle 100% verantwoordelijk is voor zijn eigen daden!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten