dinsdag 13 augustus 2019

'Onze God' lijkt een God op afstand

De HEERE, onze God, heeft een verbond met ons gemaakt aan Horeb. […] En het geschiedde, als gij die stem uit het midden der duisternis hoordet, en de berg van vuur brandde, zo naderdet gij tot mij, alle hoofden uwer stammen, en uw oudsten, en zeidet: Zie, de HEERE, onze God, heeft ons Zijn heerlijkheid en Zijn grootheid laten zien, en wij hebben Zijn stem gehoord uit het midden des vuurs; dezen dag hebben wij gezien, dat God met den mens spreekt, en dat hij levend blijft. Maar nu, waarom zouden wij sterven? Want dit grote vuur zou ons verteren; indien wij voortvoeren de stem des HEEREN, onzes Gods, langer te horen, zo zouden wij sterven. Nader gij, en hoor alles, wat de HEERE, onze God, zeggen zal; en spreek gij tot ons al wat de HEERE, onze God,
tot u spreken zal, en wij zullen het horen en doen. (Deuteronomium 5 : 2, 23-27)


Regelmatig wordt ’s morgens in de kerk de wet uit Deuteronomium 5 gelezen in plaats van Exodus 20. Rondom deze tweede wetsvoorlezing vinden we een paar opmerkelijke feiten over de houding van het volk ten opzichte van de HEERE.

Leven in een verbond

In Deuteronomium komt Mozes nog een keer terug op het gebeuren bij Horeb. Op Jozua en Kaleb na wist niemand uit eigen ondervinding wát daar had plaats gevonden. Theoretisch moeten ze allemaal hebben geweten dat God daar Zijn wet gaf. Ook moeten ze iets hebben geweten van het verbond dat de HEERE met Zijn volk had; maar hoe en wat, dat wordt niet echt duidelijk. Maar Mozes speelt er wel op in!
Al direct in vers 2 van dit hoofdstuk schetst hij het kader waarin deze geschiedenis plaatsvindt: “De HEERE, onze God, heeft een verbond met ons gemaakt aan Horeb.” Daar slaat het ‘onze’ op Mozes zelf. Hij is één met zijn volk, wanneer hij dit vertelt. Samen kijken ze terug naar wat God deed. Hij kwam bij de mensen wonen! Weliswaar hoog op een berg (terwijl ze later de ark zouden gaan maken en de tabernakel waar God dichtbij de mensen wilde wonen).
De HEERE kwam niet alleen met angstaanjagend vertoon van wolken en donkerheid, maar ook met daverende donder. En… via Mozes, de middelaar van het Oude Testament, maakte Hij duidelijk dat Hij met Zijn volk wilde spreken. Spreken? Dat vulde het volk met huiver; zoals bij Adam in het paradijs.

Huiveren voor het verbond

We vinden dat overigens ook voor Exodus 20, waar de wetsafkondiging wordt aangekondigd als een gebeuren binnen de context van het verbond! “Nu dan, indien gij naarstiglijk Mijn stem zult gehoorzamen en Mijn verbond houden, zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is Mijne. En gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk en een heilig volk zijn.” (Exodus 19:5-6)
God zoekt – wat een onbeschrijfelijk wonder – het gesprek met Zijn volk, maar Zijn volk deinst achteruit en zoekt de distantie! Er is huiver voor deze nabijheid van de HEERE.
Ja, het is waar dat de HEERE Zelf ook heeft aangedrongen op distantie; ze mochten de berg waarop Hij zou neerdalen, niet aanraken. Ieder die dat tóch deed zou met pijlen worden doorschoten. Er moest, om ongelukken te voorkomen, een hekwerk om de berg worden gemaakt.
Vervolgens – na een grondige heiliging van het volk – gaat Mozes de berg op en pendelt vervolgens tussen de HEERE en het volk heen en weer. Het is opmerkelijk dat in Exodus 20 wel wordt gesproken over de wet, maar er klinkt vanuit het volk nergens ‘onze God’ of ‘mijn God’. Het lijkt er veel meer afstandelijk aan toe te gaan dan in Deuteronomium 5.
Niettemin is er – ondanks de ompaling van de berg – grote huiver voor de HEERE. Met wil het minste en geringste risico niet lopen om buiten de lijntjes te kleuren; want dat betekent je dood!

Spreken dankzij het verbond

En toch… toch spreekt God met Zijn volk! Weliswaar via de tolk Mozes, maar toch… En het is niet zomaar iets wat God vertelt: het zijn de leefregels die passen bij Zijn verbond. Mozes krijgt die regels woord voor woord te horen en hij moet ze goed onthouden en doorgronden. En vervolgens moet hij afdalen naar het volk, om alles door te geven.
Uit al die regels van God blijkt nog eens te meer hoe heilig Hij is en dat interpreteert het volk weer als iets huiveringwekkends. Zij kunnen niet goed omgaan met heiligheid die passend is bij de HEERE. Nota bene hún God! God maakt scheiding tussen Jood en heiden en buiten Hem is geen enkele hoop op leven! In plaats van dat het volk in pure aanbidding en lofprijzing uitbreekt, deinst het terug.
Om het contrast nog duidelijker te laten zien pakken we er de versie van Deuteronomium 5 bij. Want daar spreekt het volk wel over ‘onze God’, maar het doet, alsof die God een huiveringwekkende bedreiging voor hen is. Een God op afstand! En dat is raar. Daar geeft de HEERE ten diepste geen enkele reden toe. Als er al afstand is, dan zit die bij ons.

Vrezen ondanks het verbond

God en Zijn volk waren bij Horeb ‘on speaking terms’, althans, er ontstond een heel merkwaardige en onhandige communicatie, waarin Mozes als tussenpersoon fungeerde. Maar was dat nodig?
“Dit heeft de Heere met een luide stem vanuit het vuur en de donkere wolken op de berg tegen jullie gezegd. En dat was alles wat Hij zei. Hij schreef alles op twee platte stenen en gaf die aan mij. Jullie hoorden dus de stem uit de donkere wolk en zagen het vuur op de berg. Toen kwamen jullie leiders naar mij toe en zeiden: ‘Onze Heere God heeft ons Zijn hemelse macht en majesteit laten zien. We hebben Zijn stem uit het vuur gehoord. Vandaag hebben we gezien dat God met een mens spreekt en dat die mens toch in leven blijft. Maar toch zijn we bang dat we zullen sterven! Want dit grote vuur zal ons nog verbranden. Als we nog langer de stem van onze Heere God horen, zullen we erdoor worden gedood. Want hoe kan een mens de stem van de levende God uit het vuur horen spreken en in leven blijven? Wil jij alsjeblieft naar Hem toe gaan om te horen wat onze Heere God te zeggen heeft. Vertel ons daarna wat Hij tegen jou heeft gezegd. Dan zullen wij naar je luisteren en het doen’.” De Heere hoorde wat jullie tegen mij zeiden. Hij zei tegen mij: ‘Ik heb gehoord wat dit volk tegen je heeft gezegd, en het is goed. Ik wilde wel dat ze altíjd zoveel ontzag voor Mij en voor Mijn wetten zouden hebben. Dan zou het voor altijd goed gaan met hen en hun kinderen. Ga en zeg tegen hen dat ze naar hun tenten terug moeten gaan. Maar jij moet hier bij Mij blijven. Want Ik ga jou alle wetten en leefregels geven die jij hen moet leren. Daar moeten ze zich aan houden in het land dat Ik hun ga geven’.”
Het is hartverwarmend dat de HEERE niet boos wordt, maar accepteert dat ze angstig zijn. Dat zegt overigens niet dat Hij het prima vindt en zo wil laten! Er is immers een verbond dat een nauwere relatie zou mogen verwachten.
Vind je het ook zo ontroerend en mooi wat de HEERE tegen Mozes zegt? “Maar gij, sta hier bij Mij, dat Ik tot u spreke…” God wijst als het ware naar een plekje naast Hem; het mag misschien menselijk zijn geformuleerd, maar het raakt me: “Blijf dicht bij me, Mozes! Hier, dicht bij Mij is het goed toeven. En hier dicht bij Mij kun je ook goed horen hoe je Mij blij kunt maken met je leven, hoe je Mij kunt liefhebben en dienen.” Er komt een liedtekst bij me boven:

Er is een plaats van ware rust,
dicht bij het hart van God.
Een plaats, waar ’t kwaad is uitgeblust,
dicht bij het hart van God.

O, Jezus, Die als Redder 
kwam van het hart van God,
houd ons die op U wachten,
dicht bij het hart van God.

Er  is  een  plaats  van  troost  en  moed, 
dicht bij het hart van God,
er is een plaats, waar Jezus wordt ontmoet,
dicht bij  het hart van God.

Er is een plaats die ’t hart bevrijdt,
dicht bij het hart van God,
een plaats, aan vrede en vreugd gewijd,
dicht bij het hart van God.

Jezus ontmoeten doe je dicht bij het hart van God. Is dat geen geweldig mooie samenvatting van dit gedeelte. Dus wie God op afstand houdt, zal vrijwel zeker Jezus niet ontmoeten

Vragen

Herken je dat ook uit je eigen leven of omgeving: het spreken over God op grote afstand? Praat daar eens met elkaar over door en leg uit wat je daarmee bedoelt. Probeer ook eens te achterhalen wat de oorzaak daarvan kan zijn. Tegenover die afstandelijkheid, die het volk jegens God heeft, zet de HEERE juist de nabijheid in het middelpunt. Hij wil Mozes dichtbij Hem hebben. Vertel eens waarom dat was. Herken je daar iets van in de kerk (de preken en op andere momenten, wanneer gemeenteleden met elkaar in gesprek gaan). Verlang jij ook naar Gods nabijheid? Hoe zoek je die?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten