maandag 15 juli 2019

Gij Koning der heiligen

Vers 3 sluit af met merkwaardige aanbidding van God. Ze noemen Hem ‘Koning der heiligen’ en het lijkt een bekende en zelfs vaststaande term en aanspreektitel. Wat kunnen we leren?

In het vorige hoofdstuk ging het over de wegen, de manier van handelen, van de HEERE. Daarover wordt weliswaar een oordeel geveld, maar de uitslag is positief: God handelt op een rechtvaardige en waarachtige manier. Als je dat belijdt, zeg je al heel grote en mooie dingen. Maar kunnen wij als mensen wel zo’n oordeel vellen? Hebben wij daar een goede kijk op?
In Romeinen 11:33 zingt Paulus: “O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods! Hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen!” Daar belijdt hij dat de wegen van de HEERE onnaspeurlijk zijn en Zijn conclusies ondoorzoekelijk. Gods handelen lijkt één mysterie.
Worden wij eigenlijk wel geroepen om een oordeel te vellen over Gods wegen? Ja en nee. Wij moeten ons niet de rol van een rechter aanmeten. Maar toch nodigt de HEERE ons al in het Oude Testament uit om ‘samen te richten’. God is heel transparant in Zijn handelen. Ja, er zijn verborgen redenen en motieven. Maar veel dingen doet Hij inzichtelijk. Waarom? Opdat we Hem er beter en dieper door zouden kennen. Meer zouden liefhebben, ook al begrijpen wij veel niet. Dus dat is toch wel mogelijk, ondanks ons gebrek aan kennis. Zo groot is de HEERE dus en zó diep daalt hij naar ons of!

Bevragen of Bemoeien

Onderdanen mogen van een koning (of regering; dus de totale overheid) verwachten dat die hen op een goede manier leiding geeft. Daar is onze Nederlandse Geloofsbelijdenis ook helder over in artikel 36: “Voorts, een ieder, van wat kwaliteit, conditie of staat hij zij, is schuldig zich den overheden te onderwerpen, schattingen te betalen, hun eer en eerbied toe te dragen, en hun gehoorzaam te zijn in alle dingen die niet strijden tegen Gods Woord; voor hen biddende in hun gebeden, opdat hen de Heere stieren wille in al hun wegen, en dat wij een gerust en stil leven leiden in alle Godzaligheid en eerbaarheid.”
Een zekere naïviteit kenmerkt onze houding ten ­opzichte van de overheid en allen die over ons gesteld zijn. Toch leert de praktijk wel dat overheden niet altijd juiste beslissingen nemen, niet altijd transparant zijn in hun beleid en ook niet altijd eerlijk handelt. De woorden van hierboven dwingen ons geenszins alles maar te accepteren. Maar toch toch moet onze grondhouding onderdanigheid zijn, omdat God ons deze personen (hoe ongelovig en gebrekkig ook) geeft om door hun hand te regeren.
Dat stuit weliswaar regelmatig tegen een weerbarstige en nare realiteit aan, waarin burgers en overheid uit elkaar groeien. En dat gebeurt niet minder vaak in de kerk. Ook de overheid en kerkelijke regering heeft de taak onderdanig te zijn. Niet aan het volk – want dan noemen we het dienend – maar aan de HEERE Die hen aanstelt. Ja, ook al zien zij dat zelf niet en geloven zij dat zelf niet!
Wij mogen dus kritisch meekijken met de regering. We mogen bevragen op motieven. We mogen wijzen op gebreken en dan dient elke overheid ook inzicht te geven. Juist waar dat niet gebeurt, ontstaat verwijdering. Dat geeft ons niet het recht om te gaan zitten bemoeien met de regering. Er moet gebruik gemaakt worden van de wettelijke wegen waarlangs het beleid kan worden geverifieerd.

Maar God…

Heel dat wanbeleid van een aardse regering, plaatselijk of landelijk, alsmede het soms stuntelige of starre beleid van een kerkenraad of synode is regelmatig een slechte illustratie van hoe God regeert. Het vertekend het beeld van Hem Die zo rechtvaardig en goed regeert en Wiens oordelen waarachtig zijn. Bij mensen raak je teleurgesteld omdat ze regelmatig onwaarachtig zijn, vanwege politieke lijntjes achter de ­schermen. Mensen vellen een oordeel, maar daar zit hun eigen voor- of nadeel ook in meegenomen!
Maar zo is God niet. Hij laat Zich aanbidden als de Koning der heiligen. Met zo’n Koning zijn ze goed af! Maar voordat ik te beschouwelijk wordt – en daar heb ik altijd zo’n hekel aan – moet ik de vraag toch persoonlijk maken: is Hij jouw Koning? Behoor je tot die heiligen?
Apart gezet vanaf het moment dat je mens werd, nadat Hij ervoor zorgde dat twee cellen één mens gingen vormen?! Ik las net dat biologen nu toch vaststellen dat er vanaf dat moment sprake is van ‘mens’ en dus van ‘leven’. ‘Koning van de heiligen’ gaat nog verder. Ze zijn in hun leven vroeger of later en met vallen en opstaan ‘onderdaan’ geworden van deze Koning. Het zijn geen vreemden die Hem hier aanbidden. Hij is hun Koning en hun God. Maar in Christus ook hun Vader!

Meerdere der velen

Nog even over die term ‘Koning der heiligen’. Als in de Bijbel sprake is van Heere der heren of Koning der koningen of God der goden, dan wordt bedoeld dat de Ene de meerdere is der velen. Hij steekt, net als Saul, met kop en schouders boven hen uit. Zou dat ook zo zijn met ‘Koning der heiligen’?
Nu bedoel ik dat met eerbied, maar ja dat zou je zeker kunnen zeggen. ‘Koning der heiligen’ is eigenlijk de Meerdere der heiligen. Hij gaat hen verre te boven. Maar Hij is niet alleen hun Meerdere, Hij heeft een warme band met hen! De HEERE is niet de grote en verre Meerdere, maar Hij buigt Zich liefdevol naar hen over om hen over.
Ik vermoed dat alle koningen op aarde een stevige afstand tot het publiek in acht nemen. Weliswaar zijn de koning of koningin van het volk, maar ze hebben niet zomaar elke dag omgang met hen. De vraag is zelfs of ze hun toestand en dagelijkse omstandigheden wel kennen.
Maar de HEERE is de Koning Die weet wat Zijn volk mee moet maken. Hij kent hun zorgen en wil dagelijks, ja meer malen per dag, met hen omgaan. Hij begeert meer met hen om te gaan dan andersom!
‘Koning der heiligen’; zo wil Hij genoemd en bezongen worden. Zijn volk noemt Hij heiligen. Niet omdat ze zo heilig en zonder zonde zijn, maar omdat ze helemaal exclusief bij Hem horen. Snap je dat deze heiligen, wanneer ze eindelijk Thuis zijn, in een jubel uitbarsten als zij hun Koning eindelijk met eigen ogen zien?!
Ze vallen in aanbidding voor Hem neer, maar staan even zo gemakkelijk weer op. Er komt geen einde aan hun lied, want er blijft aanvoer, input, om te bezingen. Zingen, tot in eeuwigheid. Ik weet niet of je kunt begrijpen wat dat is… De Heere is niet alleen de Meerdere der velen, maar ten diepste de Enige in Zijn soort; Uniek optima forma.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten