zaterdag 4 april 2015

Sjabbat Hagadol

"De Joden dan, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op den sabbat, dewijl het de voorbereiding was (want die dag des sabbats was groot), baden Pilatus, dat hun benen zouden gebroken, en zij weggenomen worden."
Johannes 19 : 31

Stille zaterdag heeft een mystieke klank. Wat betekent dat, wat is er stil? Is het stille op deze dag het dode lichaam van Christus? Of is het een teken van rouw? In de tekst betitelen de Joden zelf die dag als 'groot'; het was de start van Pascha of Pesach. Vandaag staan we stil bij deze stille dag, waarop de nagalm van Goede Vrijdag nog in onze oren klinkt en ons gemoed zich langzaamaan voorbereid op de vreugde van Pasen.

Traditionele koestering

"Die lichamen daar, moeten weg; en snel ook." De roodaanlopende gezichten van de farizeeën die bij de legionair staan de drammen, spreken boekdelen. Hun grote zorg is dat er morgen niets meer van dit tumult te zien is. Ze waren bij Pilatus al zeer terughoudend geweest; ze wilden absoluut niet de rechtzaal binnen. Want wie bij een heiden binnen was geweest, was onrein en daarmee uitgesloten van de sjabbat en dus van Pesach.
Die Jezus van Nazareth – want hun gesputter is vooral gericht tegen die Kruiseling daar in het midden – heeft al teveel aandacht gehad. Geen dag langer. In het graf ermee, een steen ervoor en liefst dichtgemetseld.
De zorg om de sjabbat ging hen meer aan het hart dan de zorg om de Heer van die sjabbat. En had juist die Jezus van Nazareth hen daar niet haarfijn op gewezen? De traditie is heilig; het was hun houvast en het fundament van hun godsdienstige carrière. Hiermee waren zij iets geworden 'en publique'. 
Het patroon van wetten en leefregels – en hun ragfijne onderverdelingen – kenden ze op hun duimpje. Ze hadden er hún 'ding' van gemaakt en op het autistische af hielden ze zich graniet hard en loepzuiver aan de letter der wet. Hoe diepangstig en hels waren ze geworden toen Jezus zo hun godsdienstwaanzin doorzag. "Jullie leven volgens de regels van Mozes, maar de God Die Mozes deze wetten gaf wilde daarmee Zelf contact met Zijn volk! Mozes was maar mediator, middelaar. Na hem zou een Profeet komen, weten jullie nog wel? Welnu… hier ben Ik."
De haat was opgeflikkerd in hun ogen en harten. Het was een omzichtige actie geworden, maar eindelijk, eindelijk hadden ze Hem dood. En om weer tot de orde van de sjabbat over te gaan, moest alles, ook op Golgotha, aan kant. Het was nota bene Pesach; deze sjabbat was nog eens extra bijzonder. Er mocht geen dood lichaam rondhangen; God was immers een God der levenden en niet der doden?!

Religieuze eerbiediging

Stille zaterdag wordt volgens Wikipedia zo genoemd vanwege de zwijgende kerkklokken:
Paaszaterdag (Sabbatum Sanctum in het Latijn) of Stille Zaterdag volgt op Goede Vrijdag. Het is de zaterdag voor Pasen en de laatste dag van de vastentijd en lijdensweek die voorbereidt op het christelijke paasfeest. Deze zaterdag wordt ook wel Stille Zaterdag genoemd, omdat op die dag de klokken niet luiden tot aan de Paaswake.[1]
Op deze dag herdenkt men de tijd dat het dode lichaam van Jezus Christus in het graf lag. Zijn ziel was echter in het paradijs: "Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn" (Lucas 23:43b, SV).
De apostel Petrus beschrijft in 1 Petrus 3:19-20a dat Jezus Christus in Zijn dood Zich heeft geopenbaard aan de geesten in de hel om Zijn triomf te tonen: "In Denwelken [Zijn dood] Hij ook heengegaan zijnde, de geesten die in de gevangenis zijn, gepredikt heeft. Die eertijds ongehoorzaam waren, wanneer de lankmoedigheid Gods eenmaal verwachtte in de dagen van Noach, als de ark toebereid werd" (SV). Hierbij moet worden aangetekend dat over de betekenis van deze teksten veel onduidelijkheid is.[2] De Katholieke Kerk leert dat Christus op Paaszaterdag 'neergedaald is ter helle'.[3]
Liturgisch gezien duurt Paaszaterdag slechts tot de schemering, waarna de Paaswake gevierd wordt.

Er blijken op deze site nogal wat visies op deze dag. Katholieke en (Russisch of Grieks) Orthodoxe tradities. Liturgische gezien ligt er dus van alles stil. Vandaar die Stille Zaterdag. Maar… hoe ver staat al dat liturgisch traditionalisme af van het identieke joodse traditionele. In hoeverre gaat het nog om de God van die traditie? Of is de traditie een lege huls? Een vorm, waarnaar God kijkt en Zich heilig verbaast over wat de mensen uiteindelijk hebben overgehouden van Zijn bedoeling met de sjabbat?
Ik geloof zeker dat we veel van de joden kunnen leren. En blijf hen beschouwen als onze oudste broeder, dankzij wie wij het Evangelie hebben. Laat dat duidelijk zijn. Maar zowel bij velen onder hen, als onder de traditionelen links en rechts in de kerk, zie ik toch enorm veel lege hulzen. Er is van alles te zien en te horen, maar… waar is God?
Religieuze eerbied voor de traditie is ten diepste weinig anders dan zonde tegen het gebod 'gij zult niet stelen'. Immers met zo te denken en te handelen stelen we God van Zijn aanbidding en eer? Zeg me maar als ik het verkeerd zie…

Triomfantelijke overwinning

Stille Zaterdag staat vooral ook in het teken van de triomfantelijke overwinning van Jezus Christus, zoals op de Wikipediasite valt te lezen. Zijn lichaam lag in het graf, maar Zijn ziel roofde de hel 'leeg' en overwon de dood, waaruit Hij dan ook een dag later zou opstaan…
Toen ik zocht naar de term 'Grote Sjabbat', om te snappen waarom dat woordje 'groot' in onze tekst werd gebruikt, stuitte ik op de volgende site:
"Sjabbat deze week is de Sjabbat voor Pesach die Sjabbat hagadol ‑ de Grote Sjabbat wordt genoemd. Deze Sjabbat heeft veel discussie losgemaakt tussen de commentatoren.

Rabbijn mr drs. R. Evers
De Toer, het Joodse wetboek uit de 14e eeuw, ziet verband tussen de Grote Sjabbat en de moed van de Joden in Egypte. Hij schrijft: “Op die dag, de tiende Niesan, nam iedere Jood een lammetje als Pesachoffer en bond het vast aan de poten van zijn bed. Toen de Egyptenaren vroegen naar het waarom, antwoorden de Joden: “G’d heeft ons opgedragen om het lam als een offer te slachten. De Egyptenaren konden niets zeggen of doen, hoewel hun afgod werd geslacht. Daarom wordt deze dag Sjabbat hagadol genoemd, vanwege het grote wonder”.

Verhoogd niveau van heiligheid
Rabbi Jehosjoe’a Falk (16e eeuw) schrijft in zijn commentaar op de Toer dat dat verhoogde niveau van heiligheid dat de Israëlieten kregen op het moment dat zij G’ds gebod om het lam te nemen, opvolgden, speciaal verbonden is met de Sjabbat die ons allen de mogelijkheid schenkt tot een hoger spiritueel niveau te stijgen. Daarmee beantwoordt hij de vraag waarom wij het wonder van het offer van het lam speciaal op de Sjabbat voor Pesach herinneren in plaats van op de tiende Niesan.

GROOT

Het bijvoeglijk naamwoord groot, zoals in Sjabbat hagadol ‑ de Grote Sjabbat wordt weinig gebruikt in de Joodse geschriften. In de geschiedschrijving van vele andere volkeren wordt het woord groot gebruikt voor koningen, oorlogshelden, artiesten of politici.
In het Jodendom gebruiken wij de term “groot” alleen daar waar het werkelijk hoort, bij G’d. Driemaal daags gebruiken wij in het staande achttiengebed, de Sjemone Esre, de uitdrukking “grote G’d”. Hoe kwam het dat de Joden het bijvoeglijk naamwoord groot verdienden, toen zij de afgod van Egypte offerden voor G’d?

Mannen van de Grote Vergadering
Veel later in de geschiedenis komen we een groep mensen tegen, de mannen van de Grote Vergadering, die ook “groot” werden genoemd. De Talmoed vraagt zich of (B.T. Joma 69) waarom de vergadering groot werd genoemd? Het antwoord luidt: omdat zij de oorspronkelijke glorie van G’d hadden hersteld. Mosjé zei “G’d, groot, machtig en angstaanjagend”. Toen kwam de profeet Jeremia en zei: Afgodendienaren dansen in Zijn Tempel waar is zijn angstaanjagendheid? Toen hebben de Geleerden het woord angstaanjagend weggelaten uit de gebeden. Daniël kwam en zei “de afgodendienaren hebben Zijn kinderen tot slaven gemaakt. Waar is Zijn macht?”. Dus liet hij “machtig” weg uit de Sjemone Esre. De mannen van de Grote Vergadering kwamen en zeiden toen: “Juist hierin ligt Zijn kracht: Omdat Hij lankmoedig is met de slechten. Hier ligt Zijn macht want zouden de volkeren geen angst voor Hem gevoeld hebben, hoe zou dan zo een klein Joods volk kunnen overleven tussen de volkeren?”.

UITDAGINGEN AANKUNNEN

De Mannen van de Grote Vergadering leefden in een tijd dat het volk wanhopig was. Na de vernietiging van de eerste Tempel voelden vele Joden zich niet in staat om tot G’d te dawwenen en Hem te prijzen, zo als ze eerder hadden gedaan. De kracht van deze leiders lag in hun morele moed. Zij raakten niet onder de indruk van de spirituele depressie. Ondanks de moeilijke tijden waren zij in staat om een duidelijk geloof in G’d te formuleren en daarmee de kroon van G’d in zijn oorspronkelijke glorie te herstellen.

Tegen de stroom ingaan
Grootheid betekent in staat zijn tegen de stroom in te gaan; grootheid eist moed om anders te zijn en om het juiste te volvoeren ondanks de tegenwind. Deze grootheid hebben de Joden in Egypte opgebracht. Ze gingen reeds zolang gebukt onder de slavernij dat het ondenkbaar was dat zij hun Egyptische meesters zouden uitdagen. De Israëlieten zeiden tegen Mosjé: “als wij de afgod van Egypte nu voor hun ogen slachten, zullen zij dan ons niet afslachten? Mosjé antwoordde daarop: ‘uit het wonder dat dan zal gebeuren, zullen jullie begrijpen welke wonderen G’d zal doen voor jullie wanneer jullie de Joodse weg voortzetten”.
Er gebeurde een wonder: de Egyptenaren konden de Joden niets maken; dit was het begin van Israëls grootheid. De betekenis van Sjabbat Hagadol voor ons tegenwoordig is dat wij ons associëren met het woord van G’d, hoe de rest van de wereld er ook over moge denken. Sjabbat hagadol betekent dat wij ons identificeren met het grootse voorbeeld van onze aartsvaders in Egypte zodat wij ook kunnen delen in hun grootheid."

Een paar dingen over dit artikel.
  • Het is duidelijk dat de woorden in onze tekst duiden op een term: "Grote Sabbat". Dat is de dag van vandaag, stille zaterdag;
  • Ik mis hier ten ene male het woord 'voorbijgaan' (Pesach). De Paas-sabbath is daarom zo 'groot', omdat er een bijzonder wonder is te vieren (zoals wij het Avondmaal vieren): dat de Israëlieten werden voorbijgegaan, wegens het bloed aan de deurpost, terwijl de ongelovige Egyptenaren werden gestraft;
  • De Joden duiden deze sjabbat als 'groot', want deze dag luidt het Paasfeest in. Het staat ongeveer gelijk aan dat wij Goede Vrijdag als 'groot' zouden beschouwen (en niet in de eerste plaats Eerste Paasdag!). Hoe 'groot' is voor ons Goede Vrijdag?
  • Tenslotte citeer ik een bijzondere opmerking in de Kanttekeningen naar aanleiding van Goede Vrijdag en naar aanleiding van het 'grote' van die sjabbat:
    "Christus heeft dan het pascha gegeten ter rechter tijd, op den avond van den veertienden dag, gelijk God bevolen had, Exod. 12:6,18; Lev. 23:5. Doch de Joden hebben hetzelve toen ter tijd eerst gegeten des anderen daags des avonds, gelijk blijkt uit de gehele geschiedenis en inzonderheid Joh. 18:28. Hetwelk geschiedde uit een oud gebruik, waardoor zij, als de veertiende dag viel op den dag voor den sabbat, denzelven verzetten op den volgenden sabbat, opdat zij niet genoodzaakt zouden zijn twee dagen aan elkander van hun werk te rusten. Zo is dan Christus, het ware pascha, op den rechten dag van God geordonneerd voor onze zonden opgeofferd."
    Vandaag houden we stilte en denken nog even terug aan die grote dag van gisteren, maar leven ook toe naar de grote dag van morgen: Pasen. Om uiteindelijk ons leven lang heen te leven en uit te zien naar die allergrootste dag, die allergrootste Sjabbat Hagadol die zal aanbreken voor allen die tot Gods volk behoren (Hebreeën 4 : 9-11): 
    "Er blijft dan een rust over voor het volk Gods. Want die ingegaan is in zijn rust, heeft zelf ook van zijn werken gerust, gelijk God van de Zijne. Laat ons dan ons benaarstigen, om in die rust in te gaan; opdat niet iemand in hetzelfde voorbeeld der ongelovigheid valle."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten