dinsdag 14 april 2015

Al was het ook dat ik een engel zou zien en ik had het geloof niet…

"En in het graf ingegaan zijnde, zagen zij een jongeling, zittende ter rechter zijde, bekleed met een wit lang kleed, en werden verbaasd."
Markus 16 : 5

Zo angstaanjagend de duisternis op Golgotha was, zo angstaanjagend was ook het licht dat de engel op de eerste Paasdag meebracht uit de hemel. We lezen in het Evangelie dat, toen die engel neerdaalde bij het graf van Jezus, de stoere romeinse soldaten van angst met knikkende knieën (staat er letterlijk) het hazenpad namen. In de dagtekst lezen we dat het zien van deze zelfde engel, de vrouwen verbaast (met schrik vervuld), maar toch blijven ze staan. Maar goed ook!

Het graf in de rots

Bij Mattheüs zit er een bepaalde vaart in zijn vertelling. We lezen in hoofdstuk 28: "En ziet, er geschiedde een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende uit den hemel, kwam toe, en wentelde den steen af van de deur, en zat op denzelven. En zijn gedaante was gelijk een bliksem, en zijn kleding wit gelijk sneeuw. En uit vrees van hem zijn de wachters zeer verschrikt geworden, en werden als doden. Maar de engel, antwoordende, zeide tot de vrouwen: Vreest gijlieden niet…" De wachter werden als doden, maar de vrouwen moesten vooral níet schrikken. Je krijgt de indruk dat de vrouwen de vluchtende soldaten zijn tegengekomen.
Kalm pakt de engel de grote steen en rolt die weg voor de ingang van het graf. Weet je nog dat de vrouwen zich afvroegen wie toch de steen zou kunnen afwentelen? Wel, de HEERE heeft er al voor gezorgd. "Uit een blinkend stromen, daalde d'engel af. Heeft de steen genomen van het overwonnen graf", zingt een bekend lied. Hij deed de deur open, maar Christus had dat graf reeds overwonnen en de dood teniet gedaan. Enerzijds zingt een ander lied "Hij steeg uit 't graf door Eigen kracht", anderzijds wekte de Vader Hem op. Die steen had Jezus ook Zelf wel kunnen wegrollen, maar de Vader stuurde Zijn dienaar om Jezus vrij te laten. En toen?
De Bijbel zwijgt over de verder details, hoe Christus opstond, waar Hij heenging. We lezen slechts dat de engel de staan wegrolde en erop ging zitten. En uit een ander Evangelie maken we op dat er nog een tweede engel, een tweede getuige, bij was, die in het graf ging.
In de beschrijving van Markus missen de vrouwen die eerste engel, althans zij merken hem niet direct op, omdat die andere engel, in het graf, tegen hen gaan spreken. Dat hemelse licht in die doodse grafruimte is zo'n contrast, dat de vrouwen verbaasd worden; schrik vervuld hen, maar ze blijven, misschien als aan de grond genageld, staan. Het is een merkwaardige kerkruimte en een nog merkwaardiger preekstoel. Morgen zullen we op de preek van de engel ingaan. Vandaag beperken we ons tot de engelenverschijning, daar in het graf in de rots.


De hemel op aarde

Wat de soldaten ervaren als de meest afschrikwekkende vertoning – en ze zijn heus wel wat gewend van de vele slagvelden – wordt voor de vrouwen de hemel op aarde. Het blijft niet bij een vertoning, maar er gaat gesproken worden.
De engel, die uittrok om de straf te voltrekken die David op zijn geweten had, werd duidelijk waargenomen. David ziet hem bij de dorsvloer van Arouna. Hij rent niet weg maar offert. De engel was uitgegaan om te verderven, vanwege de zonde. Datzelfde gebeurde ook eeuwen daarvoor in de nacht waarin Israël werd verlost uit Egypte. In beide gevallen moest er een offer worden gebracht om de engel tot stilstand te brengen. Hier had de engel in woede kunnen ontsteken, omdat de mensen hun Heiland hadden gedood. Maar hij deed het niet. God komt tot de wereld in de gedaante van een engel, een jongeling, en spreekt van vrede. Er is een offer gebracht; hét Offer! De engel wordt door God niet uitgezonden om te verderven, maar om van vrede te spreken.
Drieëndertig jaar eerder was de engel Gabriël tot tweemaal toe uitzonden om van vrede te spreken. Eerst bij Zacharias in de tempel: "Uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten Johannes. En u zal blijdschap en verheuging zijn, en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden. Want hij zal groot zijn voor den Heere; noch wijn, noch sterken drank zal hij drinken, en hij zal met den Heiligen Geest vervuld worden, ook van zijner moeders lijf aan. En hij zal velen der kinderen Israëls bekeren tot den Heere, hun God. En hij zal voor Hem heengaan, in den geest en de kracht van Elias, om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, om den Heere te bereiden een toegerust volk." Zacharias kon het niet geloven en verwekte de engel tot toorn: "Ik ben Gabriël, die voor God sta, en ben uitgezonden, om tot u te spreken, en u deze dingen te verkondigen!" 
De tweede maal was het bij Maria: "Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden. En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS. Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den troon van Zijn vader David geven. En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks zal geen einde zijn." 
In beide gevallen was de hemel even op aarde. En ook hier in Markus 16. Opnieuw een jongeling (zo was zijn gedaante het best te omschrijven) met een lange witte tabbaard van licht om zich heen. Schilders hebben door de eeuwen heen geprobeerd deze figuur te schilderen, maar bij al die platen zouden Maria Magdalena en haar vriendinnen hebben gezegd: "Nee, zo zag hij er niet uit. Dat heerlijke licht is niet uit te schilderen. De hemelse heerlijkheid is intenser dan de reinste witte olieverf."
Wij zouden misschien ook wel een engel willen zien, opdat we zouden geloven. Bij deze vrouwen werd duidelijk dat die engel er ten diepste niet toe deed. Zijn verschijning had eerder iets afschrikwekkends, dan iets bevestigends. Een bijzondere verschijning is niet zo geloofsbevestigend. Zelfs niet, ook al zit deze engel aan de rechterkant. Ze weten het plekje precies, maar dat helpt hen niet. Het zal blijken dat het om het Woord gaat, dat deze hemelbode mag spreken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten